De uitdrukking “er als een zoutpilaar bij staan” (of: “Staan als een zoutpilaar”) betekent zoveel als ‘stil en roerloos toekijken’. De tegenwoordig niet meer heel veel gebruikte uitdrukking vindt zijn herkomst in de bijbel.
In het Bijbelboek Genesis wordt beschreven hoe God de steden Sodom en Gomorra vernietigt. De inwoners van die steden zijn in de ogen van God zó slecht, dat ze van de aardbodem weggevaagd moeten worden. Alleen een neef van aartsvader Abraham, Lot, wordt gespaard. Samen met zijn familie mag hij de stad Sodom ontvluchten voor die vernietigd wordt. Twee engelen waarschuwen de familie wel om tijdens de vlucht niet om te kijken. Lot’s vrouw kan haar nieuwsgierigheid echter niet bedwingen en kijkt toch om. Prompt verandert ze hierop in een zoutpilaar. Ze staat dus voor eeuwig stil. In Genesis 19:24-26 wordt de geschiedenis als volgt beschreven:
“Toen liet de Heer uit de hemel zwavel en vuur neerkomen op Sodom en Gomorra en hij vernietigde die steden en de hele vallei, met de inwoners van al de steden en met alles wat er op het land groeide. De vrouw van Lot, die achter hem liep, keek om en veranderde in een zuil van zout.” – NBG
Lees ook: Sodom en Gomorra – Twee verdoemde steden
En: Top 100 Bijbelse uitdrukkingen, gezegden en woorden
Boek: De bijbel voor ongelovigen – Het begin (Genesis)