Ergens een lans voor breken. Deze uitdrukking houdt in dat je je hard maakt voor iets. Je verdedigt een plan of stellingname, of je prijst iets vurig aan. Een lans voor iemand breken is ook mogelijk. In dat geval verdedig je iemand of kom je voor hem of haar op.
De uitdrukking ‘ergens een lans voor breken’ gaat terug op de riddertijd. Tijdens de hoge Middeleeuwen – van 1000 tot 1250 – begonnen ridders te vechten in het zogenoemde steekspel, ook wel joute genoemd. Het steekspel verving vanaf ongeveer 1450 steeds meer de toernooien waarbij met zwaarden werd gevochten en bleef populair tot diep in de zestiende eeuw.
De lans breken op het schild
Bij het steekspel was het de bedoeling om elkaar met de lans van het paard te stoten. Niet om elkaar te verwonden of te doden, hoewel dat zo nu en dan wel voorkwam. Maar vanaf ongeveer 1250 lukte het de risico’s van het steekspel in te dammen. De joute werd steeds meer een feestelijk spel, uitgevochten door heren van adel. Want alleen ridders mochten aan deze tweestrijd meedoen.
De meest eervolle actie tijdens het steekspel was om je lans te breken, precies in het midden van het schild van de tegenstander. Nog mooier was het als bij die actie het schild van je tegenstander doormidden brak. Daarbij moest de lans van de tegenstander natuurlijk vermeden worden.
Wie dus voor iets of iemand een lans breekt, gaat vol overgave en dapper de strijd aan. Hij/zij maakt zich hard voor iets/iemand.
Haarlem als toernooistad
Aardig is, zo lezen we in het boek Ridderschap in Holland van Antheun Janse, de rol die Haarlem (naast Den Haag en Geertruidenberg) speelde in de organisatie van riddertoernooien. Begin veertiende eeuw was Haarlem sowieso een van de belangrijkste ontmoetingsplekken voor Duitse vorsten ten westen van Keulen om deel te nemen aan toernooien en steekspelen. Dit vooral op uitnodiging van Willem III (1287-1337), graaf van Holland en Zeeland, en tevens – als Willem I – graaf van Henegouwen. In de herfst van 1328, na zijn terugkeer als legerleider in de Slag bij Kassel (23 augustus 1328)…
…hield Willem bij Haarlem ‘in festo Katerine’ (25 november) steekspelen (hastiludiis), waarna hij voor langere tijd naar Frankrijk vertrok. (…) Willem ontpopt zich als een geducht toernooiheld. Heraut Beyeren [zie ook BMGN over heraut Beyeren] vertelt van hem, dat hij na terugkeer van een Pruisenreis in Den Haag een toernooi organiseerde, waarna hij de volgende dag spoorslags naar Normandië reed, waar een groot ’tournoy’ georganiseerd was. Hij deed mee met veel ridders en knapen ‘ende men gaf hem dair toe dat hi der bester ridder een wair die doe leefde’. Deze reputatie strookt prima met wat we uit de grafelijke rekeningen kunnen afleiden. We vinden er vele betalingen waarin verwezen wordt naar feesten en toernooien waaraan de graaf deelnam en die hij vaak ook zelf organiseerde.
Duidelijk mag zijn dat Willem III, zowel figuurlijk als wellicht ook letterlijk, een lans brak voor vertier en vermaak.
Lijst met historische uitdrukkingen
Boek: Ridderschap in Holland
-‘Ergens een lans voor breken’, website Onze Taal
-Wolffram von Eschenbach, Parzival [complete vertaling uit het Middelhoogduits] (Zeist: Uitgeverij Christofoor, 2010) 278.