Bij het Stadsarchief Amsterdam is recent een erotische liedtekst uit de achttiende eeuw ontdekt. Bijzonder is dat de tekst is geschreven in het oud-Surinaams, het Sranantongo. In deze taal waren dergelijke teksten tot nu toe niet bekend.
Het Sranantongo is volgens het archief één van de weinige creooltalen met een rijke geschreven traditie die teruggaat tot ver in de achttiende eeuw.
“Taalgidsen, toneelteksten, bijbelvertalingen en kerkelijke gezangen geven ons een goed beeld van het taalgebruik en de taalsystematiek van het achttiende-eeuwse Sranantongo. Eén genre, dat van de erotische literatuur, bleef echter tot op heden onbesproken omdat er simpelweg geen Surinaamse teksten waren overgeleverd.”
De tekst werd gevonden in het archief van de Weeskamer, een instantie die nalatenschappen beheerde.
Wie het zeven strofen tellende lied schreef is onbekend. De datering is herleid op basis van andere documenten die bij de tekst gevonden zijn. Het watermerk ‘Pro Patria’ in het papier geeft een tweede indicatie dat het document is te herleiden tot de achttiende eeuw. Het Stadsarchief heeft de tekst inmiddels laten vertalen. Eerst naar het hedendaags Sranantongo. Daarna vrij naar het Nederlands.
De lezer wordt geconfronteerd met een stel dat tijdens een wandeling een paar de liefde ziet bedrijven.
“We liepen
tot aan de waterlijn
ik zei tegen mijn vriend,
kijk daar nou!
nou zeg! ze ledigen hun ballen
die twee waren aan het schokkenDe vrouw rustte voorovergebogen
met haar handen op de grond terwijl
de man haar van achteren nam
ik zei, vriend, kijk nou toch!
vadertje zal z’n boeltje breken!
we konden het lachen niet meer
houden”
Later komen de wandelaars nog bij een huis waar ze een gesprek tussen een man en een vrouw opvangen. De vrouw laat de man weten dat ‘zijn boeltje’ te klein is. De man verweert zich door te zeggen dat hij geen zin meer heeft.
De man zei, baya!
nou, ‘k heb geen zin meer,
mijn boeltje heeft zijn kop laten
hangen,
daarom,
zei hij, hij wil niet meer in zo een
bedorven puim als jij hebt,
tussen je benen
Nogal expliciet
Volgens Michiel van Kempen, Bijzondere hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, gaat het om een erg bijzondere vondst.
“We kennen liefdesliederen uit de negentiende eeuw, maar deze tekst is nogal expliciet en in ieder geval de oudste erotische tekst.”
Dat de Nederlanders er in de zeventiende eeuw ook wat van konden werd vorig jaar wel duidelijk in het boek Vieze Liedjes, met daarin een groot aantal voorbeelden van erotische liederen uit de Gouden Eeuw. Lees bijvoorbeeld deze tekst: “Ik deed haar zin, en draafde stijf dat tuintje in”.