Pete Seeger werd in 1919 geboren in New York als zoon van een muziekleraar. Aanvankelijk wilde hij journalist worden, maar hij werd gegrepen door de banjo en zou uiteindelijk carrière maken als muzikant. Voordat Seeger zelf bekend werd werkte hij onder meer voor de Archives of American Folk Music waar hij onderzoek deed naar het werk van artiesten als Lead Belly en Aunt Molly Jackson.
In 1940 ontmoette hij folkzanger Woody Guthrie tijdens een avond waarop geld werd ingezameld voor arme boerenknechten in Californië. Guthrie en Seeger, twee iconen van de Amerikaanse folkmuziek, traden die avond voor het eerst gezamenlijk op. Er wordt wel eens gezegd dat toen de moderne folk-muziek ontstond.
Samen met Guthrie richtte de 21-jarige Pete Seeger de Almanac Singers op. Omdat de groep veel linkse en pacifistische leden bevatte, hield de FBI de muzikanten nauwlettend in de gaten. Seeger trad in die periode op onder de schuilnaam Pete Bowers, om zijn vader niet in de problemen te brengen.
Activist
In 1947 formeerde Pete Seeger, die dan gewoon onder zijn eigen naam optreedt, de groep The Weavers. Ook Lee Hayes, met wie Seeger eerder de hit If I had a hammer schreef, maakte onderdeel uit van de band. Enkele bekende nummers van The Weavers zijn Goodnight Irene, On Top of Old Smokey en Tzena, Tzena, Tzena. In 1953 hief de groep zich op.
Pete Seeger was niet alleen muzikant, maar ook activist. Hij was onder meer een voorvechter van mensenrechten, pacifisme en milieu-activisme. In de jaren veertig was de de folkzanger korte tijd lid van de Communistische Partij.
Bekende artiesten als Bob Dylan, Don McLean en Bruce Springsteen lieten zich inspireren door het werk van Pete Seeger.
