Dark
Light

Frankrijks worsteling met de kleine keizer

250 jaar Napoleon
Auteur:
5 minuten leestijd
Re-enactor speelt Napoleon (CC0 - Pixabay - ddouk)
Re-enactor speelt Napoleon (CC0 - Pixabay - ddouk)

Op 15 augustus 2019 is het 250 jaar geleden dat Napoleon werd geboren. Dat dit feit in Nederland niet veel aandacht krijgt, is begrijpelijk. Maar dat in Frankrijk slechts beperkt bij deze gebeurtenis zal worden stilgestaan, is ronduit opmerkelijk. Wat is hiervan de reden?

Postzegelvel ter gelegenheid van 250 jaar Napoleon (La Poste)
Postzegelvel ter gelegenheid van 250 jaar Napoleon (La Poste)
Dat was vijftig jaar geleden in Frankrijk wel anders! Toen besloot president De Gaulle dat Napoleons tweehonderdste geboortedag, op 15 augustus 1969, groots moest worden herdacht. Onder leiding van André Malraux, zijn minister van cultuur, werd een groot aantal evenementen en activiteiten op touw gezet. Door het aftreden van De Gaulle, vier maanden vóór de grote dag, verviel weliswaar een gedeelte van het herdenkingsprogramma, maar er bleef genoeg van over. In 1969 was Napoleon het onderwerp van maar liefst vijftig televisie-uitzendingen. Er werden postzegels aan hem gewijd. Musea organiseerden tentoonstellingen. Uitgeverijen publiceerden hagiografieën, en kranten en tijdschriften kwamen met speciale artikelen en thema-afleveringen. De nieuwe president Pompidou hield de nationale feestrede.

Een groot contrast

Nu er opnieuw een napoleontisch jubeljaar is aangebroken, blijkt een groot contrast met 1969. Weliswaar pakt Napoleons geboortestad Ajaccio uit met een keur aan evenementen, maar elders in het land beperkt de aandacht zich tot een paar exposities in provinciale musea en de publicatie van gelegenheidswerken en heruitgaven. Ook nu komen de Franse posterijen met herdenkingszegels, maar het is veelzeggend dat daarop niet de Keizer zelf, maar gebouwen verbonden met zijn jeugd en adolescentie zijn te zien. Vanwaar deze gewijzigde houding, die het midden schijnt te houden tussen terughoudendheid en desinteresse? Wat is er in de afgelopen halve eeuw misgegaan tussen Frankrijk en Napoleon?

Gewijzigd beeld

Een begin van een antwoord op deze vraag ligt ironisch genoeg besloten in de overvloedige aandacht voor Napoleon in 1969. Deze bracht in de populariserende geschiedschrijving een verschuiving te weeg van de mythische held naar het feilbare genie van vlees en bloed. Het universitaire onderzoek werd door de bicentenaire gestimuleerd nieuwe wegen in te slaan en ging zich meer richten op de nauwelijks ontgonnen sociale en economische geschiedenis van de jaren 1799-1815. Te lang was immers de indruk gewekt dat Napoleon in deze periode de enige bewoner van Frankrijk was geweest.

Deze andere kijk op de Keizer en het Keizerrijk drong vanaf het eind van de jaren zeventig door in het geschiedenisonderwijs. Een nieuwe generatie Fransen kreeg daarmee een nieuw beeld van het napoleontische tijdvak gepresenteerd, waarin niet de heerser maar diens regime centraal stond. De middelbare scholieren leerden dat toen de verworvenheden van de Franse Revolutie werden geconsolideerd en er instituties tot stand kwamen die tot op de dag van vandaag bestaan: van de prefecten, de Banque de France en het Legioen van Eer tot de wetboeken, de lycea, het kadaster en de huisnummers.

Wel werd beklemtoond dat Napoleons bewind een dictatuur was met een alomtegenwoordige geheime politie. Als een ‘Robespierre te paard’ had hij de revolutionaire erfenis vervolgens opgelegd aan Europa, maar zijn agressieve imperialisme kwam neer op een ononderbroken reeks van oorlogen met miljoenen doden en gewonden.

Blijvende belangstelling

Niettemin kon een groot deel van de Fransen de afgelopen decennia moeilijk afscheid nemen van de traditionele kijk op Napoleon. Zijn opmerkelijk levensloop van luitenant tot Keizer, het geniale veldheerschap, de militaire roem, het tragische einde op Sint-Helena, dit alles bleef een breed publiek fascineren.

De ware napoléoniens ontmoetten elkaar in speciale verenigingen, verkleedden zich als keizerlijke soldaten, kochten de onophoudelijk verschijnende biografieën, lazen de aan hem gewijde glossies of bediscussieerden details uit zijn leven op internetfora. In de periodieke populariteitspeilingen moest Napoleon weliswaar de eerste plaats laten aan De Gaulle, maar hij eindigde nog altijd bovenaan, stuivertje wisselend met Jeanne d’Arc en de Zonnekoning. Een groot opgezette, vierdelig televisieserie met ‘Asterix’-vertolker Christian Clavier als Napoleon trok in 2002 negen miljoen Franse kijkers. Dus hoewel de beoordeling de afgelopen halve eeuw veranderde, bleef er voldoende belangstelling en – vooral ter rechterzijde – bewondering voor de Keizer en het Keizerrijk.

Napoleon en de presidenten

In het post-gaullistische tijdperk lag de omgang van politici met Napoleon gecompliceerder. Het wekt geen verbazing dat de sociaaldemocratische presidenten Mitterrand en Hollande weinig affiniteit hadden met de oorlogszuchtige monarch. Zo schrapte Mitterrand bij zijn aantreden in 1981 meteen een omvangrijk project om al Napoleons brieven met staatssteun opnieuw uit te geven. Indien het gaullisme daarentegen wordt opvat als de moderne uitingsvorm van het bonapartisme, dan zou aan die zijde meer sympathie voor de Keizer mogen worden verwacht dan in het linkse kamp. Zo eenvoudig blijkt het niet te liggen.

Tussen 1999 (de staatsgreep) en 2015 (Waterloo) was er ieder jaar sprake van een napoleontische bicentenaire. Dat de gaullist Chirac van 1995 tot 2007 het Élysée bewoonde, leek daarom een gelukkig toeval. Maar uitgerekend deze president had een persoonlijke afkeer van de Keizer en weigerde doorgaans de vieringen bij te wonen.

Slag bij Austerlitz - Rapp toont de veroverde vaandels aan Napoleon, door François Gérard.
Slag bij Austerlitz – Rapp toont de veroverde vaandels aan Napoleon, door François Gérard.

Niet naar Austerlitz

Dat hierbij andere overwegingen eveneens een rol speelden, bleek toen begin december 2005 de herdenking van de slag bij Austerlitz, Napoleons belangrijkste overwinning, zich aandiende. Noch president Chirac noch premier De Villepin – nota bene de auteur van drie boeken over de Keizer – waren aanwezig bij de plechtigheid op het voormalige slagveld in Tsjechië.

Reden was de ophef die kort tevoren in de media was ontstaan, nadat activisten erop hadden gewezen dat Napoleon in 1802 in de koloniën opnieuw de slavernij had ingevoerd, nadat deze acht jaar eerder tijdens de Revolutie was afgeschaft. Mede gezien de gelijktijdige onlusten in de banlieues wilde de regering vooral geen aanstoot geven.

Naast protesten van gaullistische volksvertegenwoordigers, waren er academici die furieus reageerden. Met name de prominente historici Pierre Nora en Emmanuel Le Roy Ladurie – geen van beiden van rechtse signatuur – haalden fel uit. Nora noemde de capitulatie van de regering in Le Monde een ‘dieptepunt van schande en lachwekkendheid’. Hij hekelde…

‘…die hedendaagse manie om de geschiedenis steeds weer in morele termen te beoordelen en om het verleden te onderwerpen aan interpretatiekaders die alleen geldig zijn voor het heden’.

Emmanuel Macron met zijn echtgenote Brigitte (CC BY 4.0 - Адміністрація Президента України - wiki)
Emmanuel Macron met zijn echtgenote Brigitte (CC BY 4.0 – Адміністрація Президента України – wiki)
Le Roy Laduries bijdrage in Le Figaro droeg als titel ‘Napoléon boycotté, l’Histoire amputée.’ Hierin wees de oud-communist erop dat Austerlitz niet alleen behoort tot de geschiedenis van Napoleon, maar ook tot de geschiedenis van Frankrijk.

Sarkoléon en Macronaparte

De regering hield voet bij stuk en bleef de napoleontische herdenkingen, waar dat ging, mijden. Chiracs opvolger Sarkozy (2007-2012) deed hetzelfde. Waarschijnlijk omdat hij vanaf het begin om zijn geringe lengte, buitenlandse achtergrond en autoritaire optreden met de Keizer werd vergeleken (‘Sarkoléon’), probeerde hij zo veel mogelijk uit diens buurt te blijven.

Hetzelfde geldt in feite voor de huidige president Macron (‘Macronaparte’), die door zijn ‘jeugd’, oudere echtgenote en hervormingsdrift in verband wordt gebracht met de jonge Bonaparte. En natuurlijk vanwege zijn Europese ambities: ‘an updated version of Napoleon’ noemde Nigel Farage hem vorige maand nog in het Europees Parlement. Redenen genoeg dus voor terughoudendheid dit jaar.

~ Jos Gabriëls
Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis

Overzicht van boeken over Napoleon Bonaparte

Jos Gabriëls (1956) was als senior onderzoeker werkzaam bij het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en Cultuur. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van het napoleontische tijdvak (1799‑1815) en schreef hierover tal van artikelen, zowel voor vakgenoten als voor een algemeen publiek.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×