De Britse schrijver George Orwell (1903-1950) – een pseudoniem van Eric Blair – werd wereldberoemd met zijn boeken 1984 (over dictatoriale controlezucht) en Animal Farm (over het communisme). Maar ook het boek Saluut aan CataloniĆ«, dat handelt over de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939), is een literair pareltje. Saluut aan CataloniĆ« verscheen in 1964 voor het eerst in het Nederlands en verschijnt nu – in 2017 – in een derde herziene druk opnieuw bij De Arbeiderspers.
Saluut aan Cataloniƫ
George Orwell vertrok in december 1936 op eigen initiatief als vrijbuiter naar Barcelona, om van dicht bij getuige te zijn van de burgeroorlog in Spanje. In het Voorwoord schrijft Geert Mak hierover:
Hij was naar Barcelona gereisd om zich als vrijwilliger te melden bij de militie. De stad was toen vijf maanden in revolutionaire handen, en de anarchisten lieten duizend collectieven bloeien. Alle blinde muren waren ondergeplakt met revolutionaire posters. Vrijwel ieder gebouw van enige omvang was bezet door arbeiders en behangen met zwarte of rode vlaggen. Ieder cafƩ en iedere winkel was gecollectiviseerd. (6)
Orwell vocht mee met de Republikeinen tegen de Nationalisten van Francisco Franco. Maar net als talloze andere buitenlandse vrijwilligers had Orwell geen idee in wat voor oorlog hij was beland.
Saluut aan Cataloniƫ is een indringend geschreven boek van een partijdige ooggetuige. Een ooggetuige die tijdens de Spaanse Burgeroorlog bijna zelf om het leven kwam door een kogel, die bij Orwell een bijna fatale verwonding veroorzaakte. We lezen in Orwells verslag onder meer over het kazerneleven, zijn moeite met de taal, zijn ervaringen aan het Zaragoze-front en diverse militaire clashes waarbij hij betrokken was.
Een kleine selectie van citaten geeft een aardige indruk van het boek en van Orwells gestroomlijnde schrijfstijl.
Over de royaliteit van Spanjaarden
De royaliteit van de Spanjaard, in de gewone zin van het woord, is soms bijna gĆŖnant. Als je hem om een sigaret vraagt dringt hij je het hele pakje op. (23)
Loopgravenoorlog
In een loopgravenoorlog zijn vijf dingen van belang: brandhout, eten, tabak, kaarsen en de vijand. ’s Winters aan het front van Sarragoza waren ze van belang in die volgorde, met de vijand als slechte laatste. Behalve ’s nachts – want dan was er altijd kans op een verrassingsaanval – trok niemand zich iets van de vijand aan. Er waren alleen wat verre insectjes die je zo nu en dan heen en weer zag springen. Warm blijven was wat beide legers werkelijk bezighield. (37)
Eenzijdige Britse propaganda
Over de eenzijdige Bitse propaganda schreef Orwell, duidelijk kwaad, het volgende:
Op een aanplakbiljet van de Daily Mail stond ‘Roden kruisigen mannen’, terwijl de Daily Worker vertelde dat het vreemdelingenlegioen van Franco bestond uit ‘moordenaars, handelaars in blanke slavinnen, morfinisten en het schuim van elke Europese natie’. (…) Wat de journalistieke kant betreft was deze oorlog net zo’n zwendeltroep als alle andere. (88,89)
Aanstaand vuurgevecht
Over een naderend vuurgevecht in Barcelona pende Orwell het volgende neer:
Ik weet nog hoe we die hele lange, nachtmerrieachtige avond bezig waren met het versterken van het gebouw. We deden de hekken voor de hoofdingang op slot en maakten daarachter een barricade van de stenen die achtergelaten waren door werklui die bezig waren geweest met een verbouwing. We maakten de inventaris op… (173,174)
Boek: Saluut aan CataloniĆ« – George Orwell
Achtergrondartikel: De Spaanse Burgeroorlog