Theatrum orbis terrarum oftewel Theater van de wereld – zo noemde de Vlaming Ortelius in 1570 zijn eerste moderne atlas van de wereld. De atlas opent met een fraaie wereldkaart omkranst door wolken, vergelijkbaar met een opengetrokken toneelgordijn. Op het toneel zijn Noruegia, Noua Franca, Aegyptus en tal van andere landen zichtbaar.
Thomas Reinertsen Berg, auteur en journalist, treedt met zijn recent verschenen boek Wereldtheater in de voetsporen van Ortelius. In zijn werk neemt hij ons mee door de geschiedenis van de cartografie en laat hij ons zien dat kaarten politieke, economische, militaire, religieuze, organisatorische of dagelijkse doeleinden dienen. Kortom, elke kaart vertelt een ander verhaal en elke cartograaf maakte, bij het vervaardigen van zijn kaart, andere keuzes.
Nederlandse en Vlaamse cartografen
Ook Berg maakt keuzes. De focus van het boek ligt nadrukkelijk op Scandinavië, en meer specifiek op Noorwegen. Niet gek, natuurlijk – Berg is zelf Noors. Hij beschrijft voornamelijk hoe verbeteringen in de cartografie, nieuwe methodes en nieuwe meetinstrumenten, het noorden bereikten. Dat betekent allerminst dat we een ‘Scandinavische’ geschiedenis van de cartografie voorgeschoteld krijgen: Berg laat immers heel kunstig zien hoe vlug ontwikkelingen in de cartografie zich verspreidden. Daarbij is – en dat wordt in deze Nederlandse vertaling van het oorspronkelijk Noorse boek fijntjes geaccentueerd – ook een belangrijke rol voor enkele Nederlandse en Vlaamse cartografen weggelegd.
Zo waren, vertelt Berg, op het begin van de zeventiende eeuw talloze kaarttekenaars en uitgevers in Amsterdam actief om de recent opgerichte VOC van navigatiekaarten te voorzien. Onder hen was bijvoorbeeld Willem Janszoon Blaeu, eigenaar van De vergulde sonnewijser, die zich specialiseerde in het vervaardigen van nautische kaarten, zeemansgidsen en maritieme atlassen. In 1608 verscheen zijn Het licht der zeevaert, een baanbrekende zeemansgids, waarin astronomie werd ingezet om het navigeren nauwkeuriger te maken. Zijn publicatie was een dermate groot succes dat het al snel door veel andere Amsterdamse kaartenmakers werd geplagieerd. Concurrentie in de cartografie was een alledaags verschijnsel in het welvarende Amsterdam.
Christelijke waarheden
Blaeu is slechts een van de vele fantastische figuren die Berg in zijn geschiedenis van de cartografie opvoert. Vol verbazing en verbeelding volg je de verhalen van de kaartenmakers en bestudeer je de kaarten die door hen ontwikkeld werden. Zo voert Berg ons langs door de Sami (van oorsprong nomadisch volk in Lapland) vervaardigde runentrommels met kaarten van het hiernamaals tot aan de welbekende Peutinger Kaart tot aan de verwarrende kaart van Fra Mauro. Deze vijftiende eeuwse monnik probeerde nieuwe kennis over ontdekte landen en kusten, vergaard door visionaire geografen en heroïsche wereldreizigers, te rijmen met veronderstelde christelijke waarheden, zoals de idee dat Jeruzalem het midden van de aarde moest zijn.
Daarna gaan we via de ontdekkingen van Columbus naar een langzame verwetenschappelijking van de cartografie, gekenmerkt door een veelheid aan expedities, meetinstituten en vliegtuigverkenningen. Uiteindelijk komen we terecht in de digitale wereld met sonarapparatuur, satellieten, GPS en Google Maps – instrumenten waarmee de wereld uitermate nauwkeurig inzichtelijk gemaakt wordt. Een indrukwekkende reis.
Brageprisen
Het boek zelf is – dat mag geen verrassing zijn – ook uitermate indrukwekkend. Niet voor niks won het boek de Brageprisen, de belangrijkste prijs voor een Noors non-fictie boek. De prachtige illustraties van kaarten vertellen het verhaal zeker net zo goed als de, overigens zeer vlot geschreven, tekst. Het bladeren van kaart naar kaart, en het daarmee steeds duidelijker worden van de contouren van continenten, doet de verbeelding van de lezer op hol slaan. Met het bestuderen van eeuwenoude plaatsnamen en het fantaseren over de tekeningetjes van mythische zeemonsters kan de lezer zich urenlang bezighouden.
Is er dan geen enkel kritiekpunt te benoemen? Natuurlijk wel: het plaatsen van de geschiedenis van de cartografie in een bredere historische context en meer analytische scherpzinnigheid hadden het boek niet misstaan: nu is het een vrij beschrijvend, rechttoe rechtaan verhaal over de geschiedenis van de cartografie. Dit minimale kritiekpuntje nemen we echter graag voor lief: Berg wilde natuurlijk een toegankelijk publiekswerk schrijven – geen historisch zwaargewicht. In die opzet is hij uitstekend geslaagd.
Grootsheid en nietigheid
Onze prehistorische voorouders ondernamen de eerste pogingen om de wereld te beschrijven – op zoek naar een manier om orde te scheppen in een ogenschijnlijk eindeloze en onoverzichtelijke wereld. Ook de kaart van Ortelius was bedoeld om mensen te laten zien wat er waar werd gedaan ‘alsof het in het heden gebeurde’. Tegenwoordig bestaan er zelfs al digitale kaarten die dagelijks met vier nieuwe satellietbeelden worden bijgewerkt.
Maar wellicht, zo besluit Berg zijn Wereldtheater, lijken onze prachtige kaarten over vierhonderd jaar net zo eenvoudig als de kaart van Ortelius ons nu toeschijnt. Grootsheid en nietigheid gaan, zo illustreert de geschiedenis van de cartografie maar al te goed, vaak hand in hand.
Boek: Wereldtheater – De geschiedenis van de cartografie