De Gorgonen waren de drie dochters van de zeegod Phorcys en het zeemonster Ceto. Hun namen zijn Medusa, Stheno en Euryal en ze woonden aan het uiterste westen van de wereld, aan de kust van de oceaan.
De Gorgonen waren monsterlijke vrouwen met vleugels van goud en grote ijzingwekkende slagtanden. Hun hoofden zijn bedekt met schubben en levende, giftige slangen. Iedereen die de Gorgonen in de ogen kijkt versteent ter plekke. Volgens andere lezingen had alleen Medusa dit vermogen.
Van de drie zusters was Medusa de enige sterfelijke Gorgo. Ze werd vermoord door de held Perseus, zoon van Zeus en Danaë. Op zijn hoede voor de blik van de Gorgo bekeek Perseus in de weerspiegeling van zijn schild waar het monster Medusa was en hakte zo haar hoofd af.
Uit het bloed dat uit het lichaam spoot ontstond volgens sommige verhalen het gevleugelde paard Pegasus. Medusa zou namelijk zwanger zijn geweest van Poseidon nadat die haar enige tijd daarvoor had verkracht. Na de moord stopte de held Perseus het hoofd van Medusa, dat nog steeds in staat was mensen te verstenen, in zijn tas en sloeg op de vlucht. Uiteindelijk schonk Perseus het hoofd aan Athene die het plaatst op haar kuras of haar aegis.