Een groep archeologen denkt in het noorden van Rusland het graf van tsaar Ivan VI (1740-1764) te hebben gevonden. Dat meldt het Russische persbureau RIA.
Ivan VI Antonovitsj is een van de jongste vorsten uit de geschiedenis van Rusland. In 1764 werd hij vermoord bij Sjlisselburg, nadat een muitende legerleider hem probeerde te bevrijden uit zijn jarenlange gevangenschap. Waar zijn lichaam werd begraven was eeuwenlang onbekend. Nu zijn archeologen er echter vrijwel zeker van dat ze het graf van de tsaar gevonden hebben.
De vondst werd in 2008 al gedaan, maar is maandag pas wereldkundig gemaakt. Archeologen openden twee jaar geleden in Cholmogory een graftombe die volgens het opschrift van Anton Ulrich van Brunswijk-Wolfenbüttel was. De vader van tsaar Ivan VI. Deze man overleed in 1774 op zestigjarige leeftijd overleed. De onderzoekers zagen echter al snel dat het lichaam in de tombe niet dat van een zestigjarige was.
Forensisch onderzoek heeft aangetoond dat het lichaam in de tombe dat van een ongeveer 25-jarige is en dat het graf zelf ongeveer tweehonderd jaar oud is. DNA-onderzoek moet uitwijzen of zich in de tombe inderdaad het lichaam van de op 23-jarige leeftijd vermoordde tsaar Ivan VI bevindt.
Opmerkelijk is overigens dat de graftombe zich in Cholmogory bevindt. Deze plaats in het noorden van Rusland is maar liefst duizend kilometer verwijderd van de plek waar tsaar Ivan VI in 1764 werd vermoord.
Een jonge tsaar
Ivan VI was pas twee maanden en vijf dagen oud toen hij tsaar van Rusland werd. Zijn oudtante, tsarina Anna Ivanovna (1693-1740), had hem kort voor haar overlijden in 1740 benoemd tot opvolger. Dit lag niet geheel voor de hand. Het lag meer voor de hand dat ze Elisabeth Petrovna, een dochter van tsaar Peter de Grote, tot opvolger zou benoemen. De benoeming van Ivan VI vond plaats na aandringen van Ernst Johann Biron, een Koerlandse graaf die hoopte zijn machtspositie te kunnen verbeteren. Biron werd als regent aangesteld. Lang kon deze graaf echter niet genieten van zijn hoge positie. Drie weken na de troonsbestijging van Ivan VI werd Biron door de Keizerlijke Garde afgezet. Dit uit onvrede over de invloed van Duitsers aan het Russische hof.
Tsaar Ivan VI en zijn ouders werden een jaar later, samen met een aantal Duitse hovelingen, opgepakt en naar het noordelijk gelegen Archangelsk. Ivan VI werd vanaf 1756 gevangen gehouden in de vesting Sjlisselburg, ongeveer 45 kilometer ten oosten van Sint-Petersburg. Tsaar was hij inmiddels al lang niet meer. Peter de Grotes dochter Elisabeth Petrovna, die vond dat ze Anna Ivanovna had moeten opvolgen, had zichzelf in 1741 tot nieuwe tsarina benoemd.
Ivan VI was dus maar een zeer korte tijd tsaar van Rusland en verbleef het grootste deel van zijn leven in gevangenschap. In 1764 werd hij, bij een bevrijdingspoging van de muitende legerleider Vasily Mirovich, door cipiers om het leven gebracht. Hij overleed op 23-jarige leeftijd.
