Tijdens archeologisch onderzoek in de Sint Walburgiskerk in Zutphen zijn 250 munten uit de periode 1400-1830 gevonden. Ruim 150 munten zijn van zilver en dateren uit de periode 1450-1550. De munten verkeren volgens de gemeente Zutphen in uitstekende staat. Na de verbouwing worden ze tentoongesteld in de kerk en daarna mogelijk in de Musea Zutphen.
De Walburgskerk was vroeger katholiek. Het grootste deel van de huidige kerk dateert uit de eerste helft van dertiende eeuw. Vroeger stond de kerk vol met altaren en kapellen van religieuze gilden (zogenaamde vicarieën). Enkele groepjes met munten zijn op die plaatsen gevonden waar zo’n altaar stond. Volgens de onderzoekers zijn het zogenaamde accumulatieschatten. Dit is een groep munten die wel bij elkaar gevonden wordt, maar die niet in een keer verborgen of verloren werd. Deze munten zijn bijvoorbeeld achter de altaarkast gevallen.
Munten uit de periode 1600-1830 kwamen vooral in de bodem als verloren collectegeld in de tijd dat de kerk hervormd was. Er werd toen nog in de kerk begraven en zo verdwenen ook veel munten in de bodem. Ook legde men munten op de oogkassen van doden.
Nieuwe en zeldzame munten
Alhoewel nog vastgesteld moet worden tot welke soort de munten behoren, is al duidelijk dat er veel nieuwe en zeldzame munttypen bij zijn.
Naast bekende zilveren munten uit de Gelderse en Overijsselse steden zijn er vermoedelijk ook munten bij die door de Sint Walburgiskerk zelf zijn geslagen. De kerk had rond 1500 het recht kleingeld te slaan, met name voor ritueel gebruik, zodat ook arme inwoners aan de rituelen konden deelnemen. Armen konden door de uitgifte van armengeld, kleine munten, ook beschikken over geld dat dan weer gedoneerd kon worden aan het gilde waaraan ze verbonden waren. De kerk zelf voorzag dus in die behoefte aan kleingeld.
Tufstenen muren
Een grote middeleeuwse kerk als de Sint Walburgis was in die tijd een religieuze kermis. Alle beroepen en sociale groepen waren lid van religieuze gilden. Het hoofdaltaar was gewijd aan Maria, de stadspatrones. Het kapittel (kerkklooster) was gewijd aan Walburgis.
Van het kapitteldeel zijn de tufstenen muren aangetroffen van de crypte, de dodenkapel onder het hoogkoor. Ook dat is volgemns de archeologen een belangwekkende vondst. Het is namelijk de oudste bouwfase van de kerk. Over die kerk uit 1100 is men nu meer te weten gekomen. De kerk zag er iets anders uit dan tot nu toe aangenomen. Die muren dateren uit ca. 1100, uit de tijd dat graaf Otto van Zutphen in opdracht van de Utrechtse bisschop (een deel van) de kerk liet herbouwen.