Deense archeologen hebben bij het dorp Åsum, ten oosten van de stad Odense, meer dan vijftig goed bewaard gebleven skeletten uit de Vikingtijd gevonden. Bij de skeletten zijn verschillende grafgiften aangetroffen die oorspronkelijk afkomstig zijn van buiten Denemarken, wat extra bewijs levert voor het feit dat de Vikingen uitgebreide handelsreizen maakten.
De skeletten zijn afgelopen zes maanden gevonden en dateren volgens de onderzoekers uit de tiende eeuw, toen Gorm en Thyra regeerden. Gorm, ook wel bekend als Gorm de Oude, was de eerste historisch bevestigde koning van Denemarken, en zijn vrouw Thyra wordt vaak beschouwd als de medestichtster van het Deense koninkrijk. De twee regeerden vanuit Jelling. Volgens archeoloog en museumconservator Michael Borre Lundø van Museum Odense kunnen de overblijfselen helpen om nauwkeuriger te verklaren waar de Vikingen van leefden en hoe ver ze reisden om handel te drijven.
Volgens Lundø is vrij ongebruikelijk om zoveel goed bewaarde skeletten bij elkaar te vinden. De conservator:
Deze vondst biedt buitengewone mogelijkheden om verschillende wetenschappelijke analyses uit te voeren, die meer kunnen onthullen over de algemene gezondheid, het dieet en de herkomst van de begraven personen. De analyses zouden zelfs kunnen aantonen of de begraven Vikingen familie van elkaar waren.
De skeletten zijn gevonden in een gebied van ongeveer tweeduizend vierkante meter groot. Het gaat om overblijfselen van mannen, vrouwen en kinderen. Ook zijn vijf crematiegraven aangetroffen.
Volgens Lundø behoorden verschillende van de skeletten tot personen met een hoge status in de samenleving, afgaande op de grafgiften waarmee ze zijn begraven. Eén graf springt bijzonder in het oog: dat van een vrouw die werd begraven in een wagen waar ze bij leven vermoedelijk mee reisde. Lundø:
Ze werd begraven met haar mooiste kleding en bezittingen. Ze kreeg een mooie glazen kralenketting, een ijzeren sleutel, een mes met een zilverdraad-handvat en een kleine scherf glas die mogelijk als amulet diende. Aan de voet van de wagen bevond zich een fijn versierde houten kist, waarvan de inhoud nog onbekend is.
Een ander graf bevatte, naast de overledene, een bronzen broche, een enkele rode glazen kraal die aan een koord om de nek van de overledene hing, een ijzeren mes en een klein stukje bergkristal. Bergkristal komt niet van nature voor in Denemarken en werd waarschijnlijk uit Noorwegen geïmporteerd.
Verschillende voorwerpen uit de vele graven in Åsum wijzen erop dat de begraven Vikingen verbonden waren met internationale handelsnetwerken die zich tijdens de Vikingtijd ontwikkelden.
Op basis van de vondst concluderen de archeologen dat het dorp Åsum in de Vikingtijd een vrij prominente rol speelde en dat het een van de centrale nederzettingen was in het achterland van wat later Odense zou worden.
De opgravingen vonden plaats in aanloop naar de renovatie van een elektriciteitsnet.