Harar, na Mekka, Medina en Jeruzalem de vierde stad van de islam, oefende een magische aantrekkingskracht uit op de Franse dichter Arthur Rimbaud (1854-1891). Kort voor zijn vroege dood besloot deze rusteloze avonturier zich daar te vestigen, nadat hij jarenlang met zijn vriend Paul Verlaine (1844-1896) door Frankrijk, België, Engeland en Duitsland had gezworven.
De dichter volgde daarmee het voorbeeld van een andere Europeaan die de geheimzinnige stad als eerste betrad. Tot in de negentiende eeuw lag Harar op het belangrijke kruispunt van handelswegen naar de Oriënt, Arabië en India, maar voor christenen was het verboden terrein. Desondanks slaagde de Britse ontdekkingsreiziger Richard Francis Burton (1821-1890) erin om haar heilige en imposante stadsmuren te overwinnen.
Richard Burton was een onhandelbare jongen die zijn ouders en leraren tot wanhoop dreef met zijn onvoorspelbare gedrag en brutale streken. Kortom, hij had een weerspannig karakter, verzette zich tegen iedere vorm van discipline en rebelleerde tegen de Victoriaanse maatschappij en haar imperialisme.
Op eenentwintigjarige leeftijd moest hij Trinity College in Oxford verlaten en was hij min of meer gedwongen dienst te nemen in het koloniale leger. Dat pakte wonderwel goed uit. Op militaire missie in India viel hij namelijk op door zijn moed in de strijd en talent voor het spreken van vele talen. Laatstgenoemde begaafdheid bleek wel uit het feit dat hij zich in negenentwintig talen en elf dialecten verstaanbaar wist te maken. Daaronder waren Europese talen, maar ook sprak hij vloeiend Arabisch en leerde hij verrassend snel het Hindi. Bovendien kon hij heel goed mensen imiteren, waardoor hij er in vermomming op uit werd gestuurd om spionageopdrachten uit te voeren. In vijandig gebied slaagde hij er moeiteloos in om volledig onopvallend op te gaan in de inheemse bevolking. Uiteindelijk verliet hij na zeven jaar de militaire dienst om op zoek te gaan naar een nieuw avontuur.
In 1853 kwam Burton als eerste niet-islamitische Europeaan en verkleed als Oosterse handelaar in Mekka aan. Daar maakte hij zich binnen enkele maanden vertrouwd met de islamitische zeden en gewoonten, om zich vervolgens door de Britse Royal Geographical Society voor een gevaarlijke opdracht in te laten zetten. Hij moest de Oost-Afrikaanse kuststreken nauwkeurig in kaart gaan brengen, zodat de Britten dit gebied in de toekomst binnen hun handelsnetwerk konden gaan opnemen.
Door zijn eerzucht en belangstelling voor occultisme wilde hij de stad Harar tegen iedere prijs in zijn routeschema opnemen. Zoals hij later in zijn teksten schreef wilde hij op de eerste plaats slagen in iets was voor hem nog door niemand gelukt was, namelijk om als eerste Europeaan tot deze mysterieuze stad door te dringen. Zijn andere persoonlijke beweegreden was de zoektocht naar de spiritualiteit van Harar. Hij wilde het raadsel van het daar beleden soefisme ophelderen.
Eind 1854 landde Burton op de Somalische kust en wachtte daar tot de weg naar Harar enigszins veilig te bereizen was. Hij gebruikte deze tijd om een reisgezelschap samen te stellen dat de indruk moest wekken van een kleine handelskaravaan. Zelf verkleedde hij zich wederom als Arabische koopman om zich incognito toegang te kunnen verschaffen tot Harar. Enkele maanden later was het zo ver. Na een lange, moeizame tocht zag hij in de verte de stad liggen.
Tezelfdertijd bereikte hem echter het verontrustende nieuws dat hij ondertussen ontmaskerd was. Spionnen hadden hem al dagenlang achtervolgd en vastgesteld dat het hier om een dekmanteloperatie ging. Nuchter concludeerde Burton toen dat hij slechts twee opties had: de dood riskeren in Harar bij ontdekking van zijn list of de sprong in het duister wagen en gekleed als Britse vertegenwoordiger de stad binnengaan. Burton koos voor het laatste, ontdeed zich van zijn vermomming en stelde zich voor als leider van een diplomatieke missie toen hij via de stadspoort naar binnen ging.
De soldaten van de emir behandelden hem met alle respect en begeleidden hem naar het paleis. Burton realiseerde zich dat hij zijn leven op het spel zette, aangezien de emir bekend stond als een tirannieke, gewelddadige heerser. Echter, geheel tegen de verwachting in werd hij met een glimlach ontvangen. Burton overtuigde de emir van de oprechtheid van zijn missie en in een aantal ontmoetingen verzamelde hij informatie over de economie, historie en samenleving van Harar. Bovendien werd hij ingewijd in de geheimen van het soefisme.
Na zijn terugkeer in 1856 publiceerde Burton een samenvatting van zijn reis onder de titel First footsteps in East Africa. Naast gedetailleerde beschrijvingen van een tot dan toe in het Westen onbekende samenleving besprak hij daarin met veel gevoel voor drama de hachelijke situaties die hij had meegemaakt om er vooral ook een spannend boek van te maken.
Onder zijn vele lezers bevond zich ook Arthur Rimbaud. Het bracht hem in 1882 op het idee om naar Harar af te reizen en daar als wapenhandelaar rijk te worden. Na een bikkelhard, armoedig bestaan van bijna tien jaar keerde hij ziek terug naar Frankrijk en overleed daar in 1891.
Dat was amper een jaar nadat zijn grote voorbeeld Richard Francis Burton was gestorven. Die had in 1856 samen met John Hanning Speke (1827-1864) vanuit het Oost-Afrikaanse Zanzibar nog een poging ondernomen om de bron van de Nijl te vinden. Ze ontdekten daarbij het Tanganyikameer, dat naar stellige overtuiging van Burton de Nijl zou voeden. Toen Speke later op eigen gelegenheid het Victoriameer bereikte beschouwde hij dit als de ware bron en beiden vochten hun conflict uit in bijeenkomsten en briefwisselingen. De beroemde ontdekkingsreis van David Livingstone (1813-1873) bevestigde Speke’s bevindingen en voor Burton resteerde de roem om als eerste Europeaan de verboden stad van Ethiopië betreden te hebben.
De bijzondere ondergrondse kerken van Lalibela in Ethiopië
Lijst met ontdekkingsreizigers
Boek: First Footsteps in East Africa
Bronnen ▼