“Hartstocht is niet het eerste wat bij ons opkomt bij de naam Edith Stein, schrijft auteur Jantje E. Bazuin op de cover van haar onlangs bij Aspekt verschenen boek Edith Stein, een leven vol hartstocht. In dit zeer toegankelijk boek ontsluiert de auteur het leven van Edith Stein en haar denkbeelden met betrekking tot de filosofie en het geloof.
Edith Stein was een Joodse filosofe, maar ze deed meer. Ze gaf les, hield voordrachten, waarbij ze uitblonk als een goede spreker, en ze was raadsvrouw in geestelijke zaken. Haar leven nam een opmerkelijke wending, toen ze zich bekeerde tot het katholicisme en besloot in te treden in het Karmelklooster. Hoewel ze Karmelietes werd uit volle overtuiging, spaarden de nazi’s haar leven niet. Op 9 augustus 1942 werd zij vergast in Birkenau samen met haar zusje Rosa. Op 1 mei 1987 werd ze door paus Johannes Paulus II zalig verklaard. Elf jaar later volgde de heiligverklaring van Edith Stein. Aartsabt Rafaël Walzer verklaarde over Edith Stein:
‘Zelden heb ik een ziel ontmoet, die zovele en zulke verheven eigenschappen in zich verenigd had. Daarbij was ze de eenvoud en natuurlijkheid in eigen persoon. [….] Ze was eenvoudig met de eenvoudigen, geleerd met de geleerden, betoonde zich een zoekende onder de zoekenden’.
Het geloof
De leidraad van dit boek is de betekenis van het geloof voor Edith. Al op jonge leeftijd was ze ervan doordrongen dat ze bestemd was voor iets groots. Op haar dertiende verkondigde ze dat ze atheïst was, zeer tegen de zin van haar moeder die streng vast hield aan haar joodse geloof. Hun goede verstandhouding zou echter nog meer onder druk komen te staan, toen Edith aankondigde zich te bekeren tot het christendom. Tot dan toe stond haar leven in het teken van haar zoektocht naar de waarheid over de oorsprong, bedoeling en betekenis van het leven, de reden ook waarom ze filosofie ging studeren. De ommekeer kwam toen ze de weduwe van een gesneuvelde studievriend bezocht en ontdekte hoe zij steun vond in het christelijk geloof. Een biografie over Theresa van Avila overtuigde haar ervan dat de christelijke weg ook haar weg zou worden. Hoe belangrijk haar moeder ook voor haar was, Edith kon die roeping niet negeren. Maar christen worden betekende dat ze moest kiezen tussen het protestantisme en het katholicisme. Om de juiste keuze te kunnen maken las ze het Nieuwe Testament en verdiepte ze zich in negentiende-eeuwse Deense filosoof en theoloog Søren Kierkegaard.
Maar het meest werd ze geïnspireerd door Theresia van Ávila. Net als Theresia hechtte ook Edith grote waarde aan het gebed, dat ze beschouwde als de omgang van de ziel met God. Vol hartstocht koos Edith voor het katholicisme, zonder dat ze haar joodse afkomst verloochende. Sterker: ze ontdekte hoeveel het christendom en het jodendom gemeend hadden met elkaar. ‘Mijn terugkeer naar God deed me mijzelf opnieuw Jodin voelen’, zo getuigde ze. Haar verwantschap met het joodse volk zou nog blijken bij de opkomst van het nazisme.
Naarmate Edith zich meer openstelde voor het christelijk geloof, groeide haar wens om in het klooster te gaan. Vooral de Orde van de Karmel sprak haar bijzonder aan, omdat ook daar het gebed een grote plaats innam. De intrede liet echter even op zich wachten. Vicaris-generaal Joseph Schwind, tevens Ediths geestelijke leidsman, wist haar te overtuigen dat ze bestemd was voor een wereldlijke taak. Na de Eerste Wereldoorlog had de Duitse katholieke bevolking juist behoefte aan nieuwe geestelijke inspirators en een baan als lerares op het nieuwe lyceum in Speyer was volgens Schwind uitermate geschikt voor haar. Deze meisjesschool (tevens internaat) bood haar nog meer. De leiding was in handen van de nonnen van het St.Magdalenaklooster en die kloostersfeer was ook merkbaar op de school. Edith voelde zich er al snel thuis en ze vond nog een nieuwe taak. Ze wilde de moderne filosofie en het katholicisme met elkaar vergelijken aan de hand van werken van Thomas van Aquino en de filosoof Edmund Husserl, want ze was met evenveel hartstocht toegewijd aan de wetenschap als aan het geloof. Dat ze vrouw was, mocht daarbij geen probleem zijn, vond ze.
Gestimuleerd door het katholieke geloof werd Maria voor Edith het ware voorbeeld voor alle vrouwen. Net als Maria, zo meende Edith, heeft ook de vrouw haar onvervangbare plaats in haar eigen omgeving en in de samenleving, waar behoefte is aan moederlijk medeleven en hulp. Dit christelijke ideaalbeeld van de vrouw ontbrak binnen de heersende opvattingen van het nationaalsocialisme en het communisme. Edith Stein schreef hierover:
‘Het nationaalsocialisme wil de invloedssfeer van de vrouwen, die in de nieuwe eeuw allengs was uitgedijd tot de wereld, schrappen, en hun werkkring tot huis en gezin beperken. En dat deels uit romantische ideologie, deels met het oog op de rassenleer, en tenslotte met een beroep op de huidige economie. Met het geestelijk wezen van de vrouw wordt hierbij geen rekening gehouden. In het communisme wordt de geest geweld aangedaan vanuit materialistisch grondbeginsel: de vrouw is alleen een economische factor en een machtsfactor in de klassenstrijd.’
Edit Stein en de opkomst nationaalsocialisme
Het toenemend antisemitisme begin jaren dertig deed Edith beseffen dat voor haar als joodse een universitaire carrière niet tot de mogelijkheden behoorde. Voorziend welk lot het joodse volk zou treffen, deed ze nog een oproep in een brief aan paus Pius XI, waarin zij hem vroeg het nationaalsocialisme te veroordelen. Maar er kwam geen reactie. In een poging om het verkeerde beeld van de Joden ten goede te keren, begon ze aan het beschrijven van de familiegeschiedenis Aus dem Leben einer jüdischen Familie. Het boek zou echter nooit voltooid worden. Hoewel Edith terdege besefte dat de kloostermuren haar niet zouden beschermen tegen de Jodenvervolging, wilde ze het kloosterleven niet langer uitstellen.
In mei 1933 werd het Karmelklooster Maria von Frieden nabij Keulen haar nieuwe onderkomen en een jaar later, bij haar wijding tot novice, nam ze de naam Teresia Benedicta a Cruce aan. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak drongen de nonnen er bij Edith op aan dat ze naar het klooster in het Limburgse Echt zou gaan, in de hoop dat ze daar de oorlog zou overleven. Haar zusje Rosa, inmiddels ook overgegaan tot het katholicisme, voegde zich bij haar. Maar zoals Edith al vermoedde, ontkwam ook zij niet aan de Jodenvervolging. Nadat de Nederlandse bisschoppen in 1942 op de kansel een brief hadden voorgelezen, waarin zij zich uitspraken tegen de deportatie van de Joden, werden Edith en haar zus Rosa begin augustus in Echt opgehaald. Een week later, op 9 augustus 1942 werden Edith en Rosa Stein vergast.
Edith Stein – een leven vol hartstocht is een goed geschreven en onderbouwd boek over een bijzondere vrouw, wier leven al evenzo bijzonder begon, namelijk op de dag, waarop ook Jom Kippoer werd gevierd, 12 oktober 1891 – de dag, waarop God beslist over het lot van de mensen in het komende jaar.
Boek: Edith Stein – Een leven vol hartstocht