Het kabinet treedt binnenkort mogelijk af als boetedoening voor de toeslagenaffaire. Daarmee wordt het vertrek van Paars II in 2002 weer actueel. Ook dit kabinet stapte immers kort voor de verkiezingen op om schuld te erkennen voor een politieke tragedie, de val van Srebrenica. Maar zijn de overeenkomsten eigenlijk wel zo groot? Een terugblik.
De moslimenclave Srebrenica werd in juli 1995 ingenomen door Bosnisch-Servische troepen. Meer dan 7000 moslimmannen werden afgevoerd en vermoord. Een Nederlands VN-bataljon (Dutchbat) had de bevolking moeten beschermen, maar deed niets. Het had wel geprobeerd luchtsteun te krijgen van de VN, maar die poging bleef zonder resultaat.
De negatieve publiciteit was niet van de lucht, maar het duurde lang voordat de regering echt iets ondernam. Aanvankelijk dekte het toenmalige kabinet (Paars I) het gedrag van de Nederlandse militairen min of meer toe: zij hadden erger weten te voorkomen. Niettemin bleven tal van vragen onbeantwoord. In september 1996 gaf het kabinet (nog steeds Paars I) het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) opdracht tot een diepgravend onderzoek. Het NIOD-rapport verscheen op 10 april 2002. Paars II (net als zijn voorganger bestaande uit PvdA, VVD en D66) was toen al weer bijna uitgeregeerd: op 15 mei van dat jaar zouden er Kamerverkiezingen plaatsvinden.
Regie
De conclusies van het NIOD waren vernietigend. De Nederlandse missie naar Srebrenica had geen helder mandaat gehad, ze probeerde iets te doen wat onmogelijk was en de militairen waren niet adequaat opgeleid. Volgens het instituut zou de Nederlandse regering, onder leiding van premier Wim Kok (PvdA), te weinig regie hebben gevoerd.
Aanvankelijk reageerde Kok (ook premier van Paars II) tamelijk terughoudend op het NIOD-rapport. Nederland, zo zei hij, had gedaan wat in zijn macht lag. Het was wel medeverantwoordelijk voor de gebeurtenissen, maar niet schuldig. Zijn partijgenoot Jan Pronk, in Paars I minister voor Ontwikkelingssamenwerking en in Paars II van VROM, stelde zich heel anders op. ‘We hebben politiek gefaald,’ verklaarde hij naar aanleiding van het rapport. Aftreden zou in de rede liggen.
Kok nam in eerste instantie afstand van die woorden, maar op 16 april maakte hij na kabinetsberaad toch bekend dat hij de consequentie uit het NIOD-onderzoek zou trekken. Dezelfde dag ging hij naar de koningin om het ontslag van zijn kabinet aan te bieden.
Fortuyn
Vanwaar die plotselinge ommezwaai? Sommige politieke waarnemers uit die tijd zagen een verband met de opkomst van Pim Fortuyn. Die was in november 2001 tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland (LN) benoemd en had volgens opiniepeilingen meteen een stormachtig succes. In februari verliet hij de partij weliswaar met knallende ruzie, maar de door hem inderhaast opgerichte Lijst Pim Fortuyn (LPF) wist het succes van LN al snel te evenaren, zo niet te overtreffen. Met Fortuyn was een nieuwe wind gaan waaien op het Binnenhof, en de paarse partijen (‘oude politiek’) leken het slachtoffer te worden. In de polls kelderden zij dramatisch.
Was Paars II (na enige aarzeling) tot de slotsom gekomen dat het tijd was voor een zoenoffer? Probeerden de drie regeringspartijen te laten zien dat zij wel degelijk politieke verantwoordelijkheid wilden dragen? Dat zij, anders gezegd, geen technocratische bestuurders waren, zoals de kritiek van Fortuyn (en steeds meer anderen) luidde?
Formeel is dat natuurlijk nooit toegegeven, maar dat wil niet zeggen dat het niet zo was. Dat het kabinet nog geen maand voor de verkiezingen ontslag nam, zonder dat het een conflict had met de Tweede Kamer, was uniek in de parlementaire geschiedenis. En dat is het nog steeds.
Fraudeaanpak
Wellicht gaat het met Rutte III over een paar weken dezelfde kant op. Ook dit kabinet zit in zijn maag met een uiterst lastig rapport. Een Kamercommissie oordeelde vorige week meedogenloos over de toeslagenaffaire. Duizenden, misschien wel tienduizenden ouders zouden de afgelopen jaren het slachtoffer zijn geworden van de nietsontziende fraudeaanpak van de Belastingdienst. Het kabinet liet het allemaal toe en zou zich daardoor schuldig hebben gemaakt aan schending van de ‘grondbeginselen van de rechtstaat’. Is er een andere oplossing mogelijk dan dat het kabinet aftreedt, ook al zijn de verkiezingen nog maar een paar maanden verwijderd?
Een verschil met Paars II is dat destijds Kok en de andere hoofdrolspelers uit 1995 geen beoogde lijsttrekkers waren. Premier Mark Rutte en minister van Financiën Wopke Hoekstra zijn dat wel, respectievelijk van de VVD en van het CDA. Heeft een kabinetscrisis zin als zij lijsttrekker blijven? Is het denkbaar dat hun partijen een ander naar voren schuiven voor deze rol? Als het antwoord op die laatste vraag ‘nee’ luidt, kun je je afvragen wat het demissionair worden van het kabinet zo kort voor de verkiezingen in de praktijk betekent. Is het meer dan loze symboliek?
Een ander belangrijk verschil is dat er nu, anders dan in 2002, een ernstige pandemie heerst, die westerse regeringen maar niet onder controle kunnen krijgen. Is Nederland op dit moment gediend met een kabinet dat – althans op papier – geen macht meer heeft?
Overigens: als het ontslag van Paars II bedoeld was als politiek gebaar richting het opstandige electoraat dan heeft dat niets geholpen. Bij de verkiezingen van 16 mei 2002 leden de drie regeringspartijen een enorme nederlaag.
Ook interessant: De paarse kabinetten Kok I en Kok II (1994-2002)
…en: De meeste kabinetten maken hun termijn niet af
Overzicht van Boeken over Nederlandse politiek en Nederlandse politici