Dark
Light

Spionkoppen, een bestuurlijke geschiedenis van de BVD

Auteur:
4 minuten leestijd
Gebouw in Leidschendam waar van 1993-2002 de BVD en tot eind 2007 de AIVD gevestigd was
Gebouw in Leidschendam waar van 1993-2002 de BVD en tot eind 2007 de AIVD gevestigd was (CC BY-SA 3.0 - Vincent van Zeijst - wiki)

De chefs van geheime diensten zijn vaak met evenveel geheimzinnigheid omgeven als de betreffende diensten zelf. In fictie verschuilen ze zich achter codenamen als ‘M’. Erg spannend allemaal, maar wie in werkelijkheid dit soort romantiek zoekt, kan beter een andere loopbaan nastreven. In zijn boek Spionkoppen schetst Paul Abels elf portretten van opeenvolgende hoofden van onze civiele inlichtingen- en veiligheidsdienst BVD/AIVD.

Louis Einthoven
Louis Einthoven (Publiek Domein – wiki)
Toen in mei 1945 de Tweede Wereldoorlog officieel ten einde kwam, was nog niet al het gevaar geweken. Daarom werd tijdens een vergadering in het Haagse Hotel des Indes besloten tot de oprichting van het Bureau Nationale Veiligheid (BNV). Het BNV moest vooral mogelijk achtergebleven nazicellen oprollen. De baas van de nazi-jagers werd de oud-koloniaal ambtenaar en hoofdcommissaris van politie Louis Einthoven. Uiteindelijk werd het BNV omgevormd tot wat we nu kennen als de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), maar wat voor het langste deel van zijn bestaan bekend stond als de Binnenlandse Veiligheidsdienst of BVD.

Ambitieuze workaholics

De AIVD staat sinds kort onder leiding van zijn twaalfde hoofd Erik Akerboom. In Spionkoppen. Inlichtingenleiderschap in elf portretten legt de Leidse bijzonder hoogleraar ‘Governance of Intelligence and Security Services’ Paul Abels diens elf voorgangers onder de loep. Het waren topambtenaren uit het Haagse milieu, politiehoofdcommissarissen of hoge oud-militairen. Meestal wat kleurloze types, met af en toe een uitzondering om de regel te bevestigen, maar altijd ambitieuze workaholics.

Van de elf diensthoofden heeft Einthoven het inhoudelijk het makkelijkst gehad. Hij kon de BVD naar eigen inzicht en met hulp van gelijkgestemden van de grond af opbouwen. En dat betekende dat de BVD zich vooral toelegde op het communistische gevaar. In de Koude Oorlog werd het door het vijandige Kremlin gepropageerde en ondersteunde communisme niet zonder reden gezien als het grootste gevaar dat de democratische rechtsorde bedreigde. En derhalve moesten communisten in het algemeen en de Communistische Partij Nederland (CPN, opgegaan in GroenLinks) in het bijzonder, scherp in de gaten worden gehouden. Medewerkers werden vooral gerekruteerd onder de Nederlands-Indische gemeenschap en het voormalige verzet.

Nieuwe dreigingen

Tot ver in de jaren tachtig van de vorige eeuw was het in de gaten houden van het communistische gevaar de belangrijkste bezigheid van de BVD. Ook de opvolgers van Einthoven hebben aan die lijn vastgehouden. De val van de Sovjet-Unie en daarmee het vanuit Moskou geleide communistische Oostblok, betekende dan ook dat de dienst zichzelf moest heruitvinden om niet overbodig te worden. “Gelukkig” kwamen er nieuwe dreigingen op, zoals het islamitische terrorisme en de cyberoorlog.

Arthur Docters van Leeuwen, 2013
Arthur Docters van Leeuwen, 2013 (CC BY-SA 2.0 – Ministerie van Buitenlandse Zaken – wiki)
Dat veranderproces werd in 1989 ingezet onder een van de – ook letterlijk – meest markante spionkoppen van de elf: Arthur Docters van Leeuwen. Zijn memoires zijn onlangs postuum verschenen. Docters, nummer 6, was een van de eerste diensthoofden die wat vaker in het nieuws kwam. Zijn voorgangers werkten vooral in het schemerdonker. Zo was Andries Kuipers (nr. 3) de eerste wiens foto in een krant verscheen. Wat men zag was een teleurstellend gewone ambtenaar. Het eerste televisieoptreden door een diensthoofd werd in 1981 gegeven door Pieter de Haan (nr. 4) in de legendarische talkshow van Sonja Barend (VARA). Niet bepaald een thuiswedstrijd.

Docters heeft in vijf jaar tijd de fundamenten voor een nieuwe dienst proberen te leggen. Een organisatie die naast operationele zaken zoals het afluisteren en schaduwen van (potentieel) staatsgevaarlijke types, zich meer ging bezighouden met het maken van doorwrochte dreigingsanalyses voor overheid, politiek en bedrijfsleven. Ook het terrein van de zware criminaliteit werd voorzichtig verkend. ‘Proberen’ want volgens Abels, die zelf als analist en OR-lid actief is geweest binnen de AIVD, was de weerstand binnen de behoudende organisatie groot.

Van de Nederlandse spionnenchefs kwamen er slechts twee voort uit de eigen gelederen en werd de rest min of meer van buitenaf aan de dienst opgedrongen door premiers en ministers. Soms ging dat goed, soms ging dat fout, zoals in het geval van de voor de burgerambtenaren te botte vice-admiraal Nico Buis (nr. 7) of Dick Schoof (nr. 11), die het onlangs na vijftien maanden al weer voor gezien hield voor een mooiere baan als secretaris-generaal. Het is soms ontluisterend te lezen hoe hoge ambtelijke posities worden verdeeld in het Haagse. Afhankelijk van de verantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken, krijgt de AIVD een hoge beleidsambtenaar of een ‘uniform’ in de maag gesplitst. Die eerste categorie is vooral intellectueel en politiek gefocust, de laatste categorie van hoofdcommissarissen en generaals vaak weer operationeel en praktisch ingesteld.

‘Top secret’

Spionkoppen - Paul Abels
Spionkoppen – Paul Abels
Dit aanstellingsbeleid, of beter het gebrek daar aan, leidt ertoe dat de dienst zelden onder leiding heeft gestaan van iemand die echt geschikt was. Vaak ging men uitdagingen te lijf met reorganisaties. Het moeilijke zit hem volgens Abels in de op dat ambtelijke niveau zeldzame combinatie van beleid én uitvoering. En je moet niet alleen kunnen opereren in het bestuurlijk-politieke Haagse circuit, maar ook de werkpraktijk snappen. Bovendien moet je goed aanvoelen wat openbaar kan en wat geheim moet blijven. Wat dat laatste betreft kiezen de verantwoordelijken er meestal voor om het zekere voor het onzekere te nemen en alles het stempel ‘top secret’ te geven. Vervelend voor historici, journalisten en andere onderzoekers van het werk van inlichtingen- en veiligheidsdiensten zoals Abels. Frappant is ook de stroeve relatie met andere diensten zoals de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst MIVD: ze behandelen elkaar vooral als concurrenten.

Spionkoppen is een studie naar leiderschap in de inlichtingenwereld, maar leest niet als een saai managementboek. Het kan namelijk heel goed worden gelezen als een politiek-bestuurlijke geschiedenis van de AIVD van zijn ontstaan tot heden. Ieder portret is ingedeeld volgens een vast stramien. Spannende spionageverhalen of supersaillante onthullingen komen er niet in voor, maar het boek (396 pagina’s) biedt wel een boeiende inkijk in het functioneren van onze grootste geheime dienst, de historische ontwikkelingen die hij heeft doorgemaakt en de politieke bemoeienis er mee. Altijd handig om te weten als achtergrond bij een boek dat wel over spannende spionageverhalen gaat.

Boek: Spionkoppen – Paul H.A.M. Abels
Ook interessant: De geheime Tweede Wereldoorlog

Bekijk dit boek bij:

Edwin Ruis MA is historicus. Hij geeft regelmatig wandellezingen in Rotterdam en Den Haag rond thema’s als spionage en oorlog, zoals de Rotterdam WO1 Spionagewandeling. Zie zijn eigen website www.voetspoorthemawandelingen.nl. Twitter/X: @E_Ruis

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×