Prinses Beatrix opende donderdag op het terrein van Huis Doorn het nieuwe ‘Paviljoen Nederland en de Eerste Wereldoorlog’. De prinses werd bij de opening vergezeld door een paard uit de theatervoorstelling War Horse. Ook de Landweer re-enactmentgroep ‘Nederland Neutraal 1905-1918’ gaf acte de présence.
Vorig jaar nog werd de subsidie voor het museum gehalveerd, maar met de opening van het paviljoen hoopt Huis Doorn voldoende bezoekers en sponsors te trekken om zijn bestaan voor de komende jaren veilig te stellen.
Het landgoed op de Utrechtse Heuvelrug was de laatste woonplaats van de Duitse ex-keizer Wilhelm II, die er ook ligt begraven. Wilhelm kocht het huis in 1920 buiten medeweten van de autoriteiten om, nadat hij eerst twee jaar bij Godard graaf van Aldenburg Bentinck had gelogeerd op het nabij gelegen Kasteel Amerongen. Daarmee is Huis Doorn een van de weinige authentieke herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog-geschiedenis in Nederland. De regering heeft het daarom officieel tot ‘Plaats van Herinnering van de Eerste Wereldoorlog in Nederland’ benoemd. Alhoewel meer musea (tijdelijk) iets doen met de Grote Oorlog is het de bedoeling dat Huis Doorn dé plek wordt waar men de komende jaren meer te weten kan komen over Nederland in de jaren 1914-1918.
Tusschen twee vuren
De tentoonstelling bevindt zich in het voormalige garagegebouw dat is uitgebreid met een mooie glazen aanbouw. Visueel topstuk is op dit moment de auto van ex-keizer Wilhelm, een Mercedes-Benz Type Nürnburg 500 uit 1933, die in bruikleen is van het Haagse Louwman Museum. Ook anderen zoals het Alkmaarse WO1-museum ‘Le Poilu’ hebben met objecten en/of kennis aan de tentoonstelling bijgedragen.
De vaste tentoonstelling heet ‘Tusschen twee vuren’ en is gewijd aan het neutrale Nederland, dat tussen 1914 en 1918 ingeklemd lag tussen de oorlogvoerende partijen. Het verhaal wordt verteld aan de hand van vijf thema’s: vluchtelingen, mobilisatie, economie & schaarste, publieke opinie en democratie.
Het paviljoen is fraai ingericht, maar qua omvang bescheiden. Het moet dan ook vooral worden gezien als een mooie aanvulling op Huis Doorn zelf, dat hiermee als daguitje aan aantrekkingskracht wint.