Jaws aan de Jersey Shore (1916)

6 minuten leestijd
Willekeurige foto van een witte haai
Willekeurige foto van een witte haai (CC BY 2.5 - Terry Gos - wiki)

Met meer dan tweehonderd kilometer strand behoort de ‘Jersey Shore’ tot de favoriete reisbestemmingen van de New Yorkers. Al meer dan honderd jaar trekken de inwoners hier in de zomermaanden massaal naar toe om te bekomen van het drukke stadsleven. De wateren langs deze kust waren echter niet altijd zo rustgevend…

Eén van de hotels in Beach Haven die inspeelden op het toerisme uit New York en Philadelphia
Eén van de hotels in Beach Haven die inspeelden op het toerisme uit New York en Philadelphia
Alles begon op 1 juli 1916 in Beach Haven, New Jersey: de start van een stralende zomer die net als voorgaande jaren veel vakantieplezier leek te beloven. In Europa woedde de Eerste Wereldoorlog, maar de Verenigde Staten waren daar nog niet bij betrokken. De mensen rekenden daarom op een mooie, rustige zomer zoals ze dat al decennialang deden langs de Jersey Shore. Iedere tien minuten stopte er een trein waaruit een stroom van badgasten uit New York en Philadelphia zich richting de strandpromenades begaf. Duizenden bestormden het strand om er te surfen, zwemmen, spelen en sporten. Daaronder bevond zich ook de 28-jarige Charles Vansant, die zich voor het avondeten nog een verfrissende duik gunde. Maar opeens leek hij in de problemen te komen. De mensen op het strand zagen dat hij voor zijn leven vocht en sprongen in het water om hem te redden. Binnen enkele minuten wisten ze hem aan land te brengen, helemaal onder het bloed en zonder rechteronderbeen, dat tot aan zijn knie volledig was afgescheurd. De redders droegen Vansant naar de lobby van het dichtstbijzijnde hotel, waar hij drie kwartier later zijn laatste adem uitblies.

Bericht in 'De grondwet' van 25-07-1916
Bericht in ‘De grondwet’ van 25-07-1916 (Delpher)
De oorzaak van dit bloedbad stelde de autoriteiten in Beach Haven voor een raadsel. Wetenschappers beweerden destijds namelijk dat haaien geen reden hadden om mensen aan te vallen, laat staan hen een ledemaat af te scheuren. Zonder verdere verklaring lieten ze het voorval daarom rusten.

Vijf dagen later ging in Spring Lake, zeventig kilometer ten noorden van Beach Haven, de 27-jarige portier van het Essex & Sussex Hotel Charles Bruder zoals gewoonlijk na afloop van zijn dienst om twee uur in de middag zwemmen. Hij was ongeveer honderd meter van de kustlijn verwijderd toen leden van de reddingsbrigade zagen dat hij wild om zich heen sloeg en het water rood kleurde. Ze roeiden in hun boot de panische zwemmer tegemoet, die hen toeschreeuwde dat hij gebeten was door een haai. Nog voor hij aan land kon worden gebracht stierf hij. De artsen die hem onderzochten stelden vast dat zijn beide onderbenen verdwenen waren. Ditmaal bestond er geen twijfel meer. Honderden badgasten waren er getuige van geweest hoe een haai opnieuw een slachtoffer had gemaakt.

Het nieuws verspreidde zich snel en schokte de Amerikanen, maar kwam ook wereldwijd op de voorpagina’s van de kranten terecht. De mensen-etende haai die de stranden van New Jersey terroriseerde werd het gesprek van de dag. De strandtoezichthouders probeerden de bezoekers echter gerust te stellen. Ze lieten grote metaalplaten en stalen netten onder de waterlijn aanbrengen op plaatsen waar de badgasten zich pleegden op te houden. Dat er een gevaarlijke haai zwom viel niet meer te ontkennen, maar ze benadrukten dat de mensen weer met een gerust hart konden baden in de beveiligde zones. Ondanks deze maatregelen bleven de stranden vanaf toen echter leeg. Ze gingen alleen nog maar het water in op plaatsen waar de haai niet kon komen. Maar daarmee onderschatten ze de vraatzucht van dit exemplaar, zo zou spoedig blijken.

Jacht op de haai in Matawan Creek, na de dodelijke aanvallen. Hoe een haai zo diep landinwaarts door wist te dringen en kon toeslaan blijft een raadsel
Jacht op de haai in Matawan Creek, na de dodelijke aanvallen. Hoe een haai zo diep landinwaarts door wist te dringen en kon toeslaan blijft een raadsel

Matawan Creek

Zes dagen later en vijftig kilometer ten noorden van Spring Lake begaf een groepje jongens zich op weg naar hun gebruikelijke zwemstek aan de Matawan Creek, nabij Keyport. De kreek bevond zich vijf kilometer landinwaarts van de Raritan Bay en er was daarom geen enkele reden om te veronderstellen dat het gevaarlijk was om hier te zwemmen. Voormalig zeekapitein en inwoner van Keyport Thomas Cottrell raakte echter gealarmeerd toen hij, staande op de brug over het smalle water dat toegang gaf tot de kreek, een grote vis van acht voet lengte onder zich door zag zwemmen. Zijn waarschuwing werd echter weggewimpeld gezien de grote afstand tussen Keyport en Spring Lake. Dat bleek een misrekening, want toen één van de jongens, de 11-jarige Lester Stillwell, in het water gedoken was en zijn vrienden gebaarde om er ook in te komen, sloeg het noodlot toe. De haai kwam met zijn bek boven water, omsloot met zijn kaken het lichaam van Lester en trok hem naar beneden. Zijn vrienden renden naar Keyport om hulp te halen en het was de 24-jarige Watson Stanley Fisher die daar meteen gehoor aan gaf. Bij de kreek aangekomen sprong hij in het water en wist het roerloze lichaam van Lester te bereiken. Maar op het moment dat hij het mee naar de waterkant wilde trekken werd hij zelf door de haai aangevallen die zijn tanden het in rechterdijbeen van Fisher zette. Toen deze weer losliet wist Fisher weliswaar nog met zijn laatste krachten uit het water te komen, maar stierf nog voor het einde van de middag aan zijn bloedverlies in het plaatselijke ziekenhuis.

Bericht in 'De grondwet' van 18 juli 1916
Bericht in ‘De grondwet’ van 18 juli 1916 (Delpher)

Een half uur later en enkele honderden meters verderop werd de veertienjarige Joseph Dunn het volgende slachtoffer. Zijn broer en een vriend waren echter zo onverschrokken om het gevecht aan te gaan met de haai en wisten Joseph’s linkerbeen uit de bek van het beest te bevrijden. Aan deze heldhaftige daad dankte Joseph zijn leven, want na een verblijf van twee maanden in het ziekenhuis was hij volledig genezen.

Wraak

De mensen in Keyport waren geschokt, woedend en zonnen op wraak. Ze zetten vervolgens alle middelen in om de haai te vangen. Tot de tanden bewapend begaven ze zich naar de Matawan Creek. Geweren, harpoenen, lokaas: alles brachten ze mee. Maar ook de hele oostkust was in staat van alarm en velen wilden het roofdier vangen dat voor deze verschrikkelijke slachting verantwoordelijk was. De reddingzwemmers hadden zich met geweren bewapend en begaven zich te water met grote haken waaraan stukken vlees bevestigd waren om de haai te lokken. De grootste haaienjacht uit de geschiedenis was begonnen.

De vier vissers uit de Bronx met hun buit (Philadelphia Inquirer)
De vier vissers uit de Bronx met hun buit (Philadelphia Inquirer)
President Wilson stelde persoonlijk vijfduizend dollar beschikbaar aan degene die een einde kon maken aan de reeks aanvallen. Daarnaast was een premie van honderd dollar te verdienen voor iedere gedode haai. Toen ging het snel, want slechts twee dagen na de laatste aanvallen trokken vier vissers uit de Bronx het ‘winnende lot’. Ze waren eigenlijk helemaal niet op haaienjacht, maar enkel op zee om een portie vis voor de lunch te vangen toen plotseling hun net erg zwaar werd en de boot begon te schommelen. Er bleek een grote vis verstrikt te zitten in hun net te zitten en toen ze het dier binnen boord wisten te halen bleek het een jonge, witte haai te zijn van tweeënhalve meter lengte en met een gewicht van honderdzestig kilogram. Ze sloegen het beest dood met een roeispaan en brachten het naar een aanlegsteiger. Toen ze het daar opensneden troffen ze zeven kilo mensenvlees en enkele lange botten aan in de maag van de haai. Die zomer vonden er geen aanvallen meer plaats, maar het is nooit duidelijk geworden of deze ene haai wel verantwoordelijk was voor alle vier de dodelijke slachtoffers.

Filmregisseurs lieten zich later inspireren door de haaiaanvallen van juli 1916 voor het maken van speelfilms
Filmregisseurs lieten zich later inspireren door de haaiaanvallen van juli 1916 voor het maken van speelfilms

Jaws

In 1974 liet schrijver Peter Benchley zich voor het schrijven van een roman inspireren door deze gebeurtenissen uit 1916. Het werd binnen korte tijd een bestseller en twee Hollywoodproducenten die hier lucht van kregen kochten de rechten op. De 29-jarige regisseur Steven Spielberg kreeg van hen de opdracht om hier een speelfilm over te maken. Die verscheen een jaar later in de bioscopen en joeg het publiek de nodige angst aan. Bij het verlaten van de zaal stelde menigeen zichzelf gerust met de gedachte dat het maar een film was… Spielberg nam er een dialoog in op die rechtstreeks verwijst naar wat er in 1916 gebeurd was:

“…it happened before! The Jersey Beach! 1916! Five people chewed up on the surf!”

In 2001 verscheen er een film onder de titel Twelve days of terror die waarheidsgetrouw de haaienaanvallen van juli 1916 op het witte doek liet zien, terwijl drie jaar later Discovery Channel dit voor de televisie deed in een gelijknamige documentaire. Overigens verwent laatstgenoemde televisiemaatschappij haar kijkers jaarlijks met een ‘Shark Week’, waarin surfers, duikers en vissers vertellen over hun huiveringwekkende ontmoetingen met de angstaanjagende beesten.

Trailer van ’12 Days of Terror’

Marc Busio (1970) is chemisch technoloog en amateurhistoricus, gespecialiseerd in industrieel verleden. Naast Historiek publiceert hij regelmatig artikelen op zijn eigen website www.fabriekofiel.com en in het tijdschrift 'Erfgoed van Industrie en Techniek'.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×