Het begrip Judaskus danken we aan een verhaal in de Bijbel. De apostel Judas verraadde Jezus. Hij liet gewapende mannen weten wie ze moesten oppakken door zijn voormalige meester een kus te geven. De Judaskus kwam daarmee symbool te staan voor verraad. Wie een Judaskus geeft doet het voorkomen alsof hij of zij het beste met de ander voor heeft, maar steekt in werkelijkheid een mes in diens rug.
Judas Iskariot was volgens de evangeliën een van de twaalf discipelen van Jezus. Op een dag stapte hij naar de Joodse leiders, die weinig op hadden met Jezus en zijn leer, en sprak met hen af dat hij in een proces tégen Jezus zou getuigen en hem ook aan hen zou uitleveren. In ruil daarvoor kreeg Judas dertig sikkels, ook wel ‘zilverlingen’. Dat was het bedrag dat een slaaf in die tijd opbracht. Wat Judas’ motieven precies waren om Jezus te verraden is niet helemaal duidelijk.
In de evangeliën is te lezen hoe Judas tijdens het Laatste Avondmaal de benen neemt. Dit nadat Jezus, die kennelijk wist wat er stond te gebeuren, had gezegd dat één van zijn discipelen hem zou verraden. Na het Avondmaal ging Jezus de tuin van Getsemane in om te bidden. Na enige tijd verscheen een groep priesters, met Judas in hun midden. Judas begroette Jezus vervolgens met een kus, waarna gewapende mannen Jezus in de boeien sloegen. Uiteindelijk leidde dit verraad door Judas tot de kruisiging van Jezus.
Spijt
Met de verrader liep het niet goed af. Na Jezus’ overlevering aan de Romeinen, kreeg hij zoveel spijt dat hij terugkeerde naar de priester en zei dat hij gezondigd had. Wanhopig gooide hij de zilverlingen naar de priesters. Die wilden het ‘bloedgeld’ niet accepteren en gebruikten het geld daarom om een akker te kopen die als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen.
De dood van Judas Iskariot
Volgens het evangelie van Mattheüs kon Judas niet leven met zijn zonde en verhing hij zich. Het bijbelboek Handelingen vermeldt iets anders:
“Deze dan heeft verworven een akker, door het loon der ongerechtigheid, en voorwaarts overgevallen zijnde, is midden opgeborsten, en al zijn ingewanden zijn uitgestort. En het is bekend geworden allen, die te Jeruzalem wonen, alzo dat die akker in hun eigen taal genoemd wordt Akeldama, dat is, een akker des bloeds.” Handelingen 1:18-19