Dark
Light

Kleobis en Biton – Twee gelukkige broers

Je kunt een mens volgens Solon pas gelukkig noemen als je ook weet hoe hij stierf
Auteur:
4 minuten leestijd
Twee mogelijke beelden van Kleobis en Biton
Twee mogelijke beelden van Kleobis en Biton - Archeologisch Museum Delphi

Het verhaal van Kleobis en Biton is beschreven door Herodotus in zijn Historiën. Hij voert de twee broers op in een fictief gesprek tussen de rijke Aziatische heerser Croesus (Kroisos) en Solon van Athene, een van de Griekse zeven wijzen.

Solon
Solon van Athene
Eerstgenoemde wil van Solon weten wie volgens hem de gelukkigste mens op aarde is. Zeer tot ongenoegen van Croesus antwoordt Solon dat de gelukkigste mens volgens hem ene Tellos is. Die leefde namelijk in voorspoed, had voortreffelijke kinderen en zag die bovendien allemaal opgroeien en op hun beurt ook weer kinderen krijgen. Allen bereikten bovendien een hoge leeftijd. Het levenseinde van Tellos was ook heel mooi. Hij stierf namelijk glorieus tijdens een strijd tegen de Eleusiniërs. Tellos wierp zich vol overgave in het strijdgevoel, dreef de vijanden op de vlucht en stierf vervolgens de heldendood. Mooier kon gewoon niet.

Croesus is echter niet echt onder de indruk van dit verhaal en vraagt Solon vervolgens wie volgens hem dan als de op één na gelukkigste ter wereld moet worden beschouwd. De vorst is ervan overtuigd dat het antwoord op die vraag natuurlijk “koning Croesus” moet luiden. Hij staat immers bekend als de rijkste man ter wereld… Solon antwoordt echter dat het antwoord op de nieuwe vraag ‘Kleobis en Biton’ moet luiden. Deze twee broers uit Argos verdienen goed en staan daarnaast bekend om hun grote lichaamskracht. Ze hebben dankzij hun atletische vermogens en kracht zelfs al verschillende wedstrijden gewonnen. Over de beroemde broers gaat, zo vertelt Solon, ook een bijzonder verhaal rond:

 
Er was eens een feest ter ere van de godin Hera in Argos en hun moeder moest daarvoor in elk geval per ossenwagen naar het heiligdom gebracht worden, maar de ossen waren niet op tijd van het land gekomen. Omdat de tijd drong, spanden de jongemannen (Kleobis en Biton) zichzelf onder het juk en trokken de wagen en op die wagen reed hun moeder. Zo kwamen zij na een afstand van 45 stadiën (ca. 8,5 km) afgelegd te hebben bij de tempel aan. Toen ze dat volbracht hadden onder de ogen van de gehele menigte feestgangers, viel hun een prachtig levenseinde ten deel en de godheid toonde daarmee duidelijk aan, dat voor een mens de dood verkieslijker is dan het leven. De Argivische mannen kwamen om hen heen staan en roemden de geweldige kracht der jongelieden, maar de Argivische vrouwen prezen de moeder gelukkig om het bezit van zulke voortreffelijke zonen. En zij, de moeder, vervuld van dankbaarheid en vreugde om wat haar jongens gedaan hadden, en om alles wat de mensen zeiden, ging voor het beeld van de godin staan en vroeg haar biddend om aan Kleobis en Biton, haar eigen zonen, die haar zo’n grote eer bewezen hadden, datgene te geven wat voor een mens het allerbeste is om deelachtig te worden. Na dat gebed brachten zij een offer en namen deel aan het feestmaal en daarop legden de jongemannen zich ter ruste in het heiligdom zelf. Maar zij stonden niet meer op en hun leven vond zijn einde en vervulling. De Argiven lieten beelden van hen maken en plaatsten deze als wijgeschenk in Delphi, omdat zij zulke voortreffelijke mannen waren geweest.

Herodotus, Historiën I, 31, vertaling: Onno Damsté

Portret van koning Croesus, Attisch rood aardewerken amphora, ca. 500-490 v. Chr.
Portret van koning Croesus, Attisch rood aardewerken amphora, ca. 500-490 v. Chr. (CC0 – Marco Prins – wiki)
Hoewel het vinden van de dood niet gelijk door iedereen als het grootste geluk wordt beschouwd, meenden de oude Grieken dat de godin Hera Kleobis en Biton toch een gunst had verleend. De twee waren overgebracht naar het Eiland der Gelukzaligen, waar ze tot in de eeuwigheid konden voortleven.

Rijkdom en geluk

Croesus is niet erg onder de indruk van het verhaal over de twee broers. Hij wordt boos op Solon. Die legt dan uit dat het volgens hem gewoon nog niet mogelijk is zijn gesprekspartner nu al ‘gelukkig’ te noemen. Het leven is namelijk lang en op veel momenten is men “overgeleverd aan de wisselvalligheid van het lot”.

“Ik heb de indruk, dat gij zeer rijk zijt en koning over vele mensen, maar wat uw vraag betreft: gelukkig noem ik u nog niet, voordat ik vernomen heb dat ook uw levenseinde schoon was. Want de met aardse goederen rijk gezegende is volstrekt niet gelukkiger dan de man, die slechts voor één dag eten heeft, indien het lot hem niet vergunt in het bezit van al zijn zegen en voorspoed ook zijn leven op schone wijze te besluiten. Vele zeer rijke mensen immers zijn ongelukkig, maar vele mensen, die in bescheiden welstand leven, zijn gelukkig.”

Mogelijke beelden van Kleobis en Biton
Mogelijke beelden van Kleobis en Biton
Voordat een mens gestorven is kan men het oordeel volgens Solon beter opschorten en niet zeggen dat iemand ‘gelukkig’ is, maar de persoon in kwestie beter ‘welvarend’ noemen. Croesos wordt nog bozer als hij dat hoort en laat Solon verwijderen. Hij vindt de Griek maar een domme man, omdat hij…

“…geen oog had voor het geluk van het ogenblik en alleen maar waarde hechtte aan het einde van elk ding”.

Beelden

Op een aardse manier leefden Kleobis en Biton ook voort. Dankzij het verhaal dat over de broers doorverteld werd, maar ook door beelden die van hen gemaakt werden. Een van die beelden bevindt zich vandaag de dag mogelijk in het Archeologisch Museum in Delfi. Deze beelden zouden in de zesde eeuw voor Christus zijn gemaakt door Polymedes van Argos. Helemaal zeker dat het om beelden van Kleobis en Biton gaat is het echter niet. Volgens sommige onderzoekers zijn in werkelijkheid de Dioscuren afgebeeld, twee mythische kinderen van Zeus.

Meer Griekse mythologie
Zie ook: Koning Croesus (595-546 v.Chr.) – De rijkste man ter wereld
Boek: Historiën – Herodotus

Bronnen â–¼

-Herodotus, Historiën I, 31 (Fibula) Vertaling Onno Damsté – p. 18
-https://mainzerbeobachter.com/2016/08/06/kleobis-en-biton/
-Griekse en Romeinse sagen (Verba) – p.52-53
-https://www.britannica.com/topic/Cleobis
×