In 1952 nam Lidy Stoppelman (Alida Elizabeth Stoppelman) deel aan het onderdeel kunstrijden op de Olympische Winterspelen. Kans op medailles maakte ze niet, maar de kunstrijdster schreef wel geschiedenis. Ze werd de allereerste Nederlandse die deelnam aan het kunstrijden op de Winterspelen.
De in Amsterdam geboren Stoppelman kreeg als meisje jarenlang les van de beroemde Duitse balletdanseres en choreografe Yvonne Georgi. Uiteindelijk zou de Amsterdamse overstappen naar het kunstrijden op de schaats, maar de ervaring die ze als balletdanseres had opgedaan kwam haar daar natuurlijk heel goed van pas.
Begin jaren vijftig werd Stoppelman drie keer achter elkaar Nederlands kampioene kunstschaatsen. En in 1952 werd ze door Nederland afgevaardigd naar de Olympische Winterspelen in Oslo. Kans op medailles maakte ze niet, dat wist de kunstrijdster zelf ook wel. In 1994 zei ze hierover:
“Ik kon daar niet winnen, dat wist ik wel: tweeëntwintigste in een veld van ongeveer veertig deelneemsters. Het was reuzepret, echt fantastisch. Die onderlinge sfeer, hè. Kreeg ik last van een blessure dan stond daar de arts van de Finse bobbers al klaar. Die saamhorigheid!”
Stoppelman reisde samen met haar moeder, die tegelijk haar trainster en coach was én haar kleding maakte, naar Noorwegen af. Reiskosten moesten ze zelf ophoesten. Officials reisden daarentegen wél op kosten van de bond. De kür van Stoppelman verliep niet vlekkeloos. Bij de eerste axel scheurde de kunstrijdster uit een armsgat.
Verschrikkelijk! Ik ben doorgegaan. Hoe eenzaam ik me ook voelde. Dat kwam doordat we op het middenterrein van het Bislett-stadion reden, in de open lucht nog. Daar reed je dan, ver verwijderd van het publiek. Bislett zat vol, afgeladen. Maar toch geen contact met het publiek.
Het zou voor Stoppelman bij één deelname aan de Olympische Spelen blijven.
Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel
Bij het grote publiek is Lidy Stoppelman niet erg bekend, maar voor het kunstrijden in Nederland was ze zeker belangrijk. Ze is de geschiedenisboeken ingegaan als de eerste Nederlands kampioen kunstijden en nam als allereerste Nederlandse vrouw deel aan het onderdeel kunstrijden de Winterspelen. Het is mede aan haar te danken dat de sport in de jaren vijftig van de vorige eeuw aan populariteit won. In 1956 zetten kunstrijdsters Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel de sport definitief op de kaart tijdens hun deelname aan de Olympische Winterspelen 1956 in Cortina d’Ampezzo. De Nederlandse vrouwen werden respectievelijk twaalfde en dertiende in een ijzersterk deelnemersveld.
Het was een voorbode voor grotere successen. Met name Sjoukje Dijkstra bleek een klasse apart. Tijdens de Winterspelen van 1960 pakte zij op achttienjarige leeftijd zilver op het onderdeel kunstrijden. Vier jaar later deed Dijkstra het in Innsbruck nog beter en won ze een gouden plak. Dit was tevens de allereerste gouden medaille voor Nederland bij de Olympische Winterspelen.
Sjoukje Dijkstra behaalt goud op Winterspelen (1964)
De eerste Nederlandse sportster op de Winterspelen
Bronnen â–¼
-http://www.schaatshistorie.nl/schaatsenrijders/kunstrijden/lidy-stoppelman/
-Gouden boek van de Nederlandse Olympiërs – Ton Bijkerk en Ruud Paauw (Vrieseborch, 1996)
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Kunstrijden_op_de_Olympische_Winterspelen_1956