Ludwig Beck was tegen het einde van de jaren dertig van de vorige eeuw als Chef van de Generale Staf één van de invloedrijkste officieren in nazi-Duitsland. Het belette hem evenwel niet openlijk kritiek te uiten op de oorlogspolitiek van Hitler, een beslissing die hem uiteindelijk fataal werd. Een kijk op de gebeurtenissen.
Jeugd en begin militaire carrière
De jonge Ludwig August Theodore Beck zoals zijn naam voluit luidde, werd op 29 juni 1880 geboren in een vrij welgesteld gezin in Biebrich, een dorpje dat tegenwoordig onderdeel uitmaakt van de stad Wiesbaden (Hessen). Na zijn middelbare studies koos Beck voor een militaire loopbaan en in 1898 nam hij op achttienjarige leeftijd dienst bij een artillerieregiment van het Pruisisch leger om vervolgens met succes een officiersopleiding te volgen aan de militaire Academie van Berlijn.
De oorlogsjaren 1914-1918
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd Beck als stafofficier ingezet aan het westelijk front. De aanslepende stellingenoorlog en het zinloze bloedvergieten tijdens de gevechten aan de Marne en bij Verdun maakten een diepe indruk op hem en verklaren wellicht voor een deel zijn latere aversie tegenover de oorlogspolitiek van Hitler. Het was dan ook een verbitterde en ontgoochelde Beck die in 1918 na de Duitse nederlaag terugkeerde naar Berlijn.
Het interbellum
In tegenstelling tot veel andere officieren en soldaten slaagde Beck erin om na de oorlog vrij snel geïntegreerd te worden bij de Reichswehr zoals de naam van het Duitse leger onder de Weimarrepubliek luidde. Beck kon daar dan wel aan de slag, ideaal was het niet. De vredesbepalingen van het Verdrag van Versailles (1919) lieten immers aan Duitsland weinig ruimte om een nieuwe militaire strijdmacht op te bouwen. De Reichswehr moest het dan ook zonder luchtmacht, marine, tanks of zwaar artilleriegeschut stellen en mocht niet meer dan honderdduizend manschappen onder de wapens hebben.
Daar kwam verandering in toen Hitler in januari 1933 de macht greep. Beck, die intussen tot de rang van generaal was opgeklommen, kreeg samen met enkele andere stafofficieren van de Führer de opdracht om in het geheim de plannen uit te tekenen voor de uitrol van een nieuw volwaardig leger. Beck kweet zich nauwgezet van zijn taak en op 16 maart 1935 werd de Reichswehr opgedoekt en vervangen door de Wehrmacht. Hitlers ware bedoelingen met de oprichting van de Wehrmacht kwamen algauw aan het licht toen nog geen jaar later Duitse troepen wars van het Verdrag van Versailles en het Verdrag van Locarno (1925) het Rijnland in marcheerden.
Toen in maart 1938 Hitler Oostenrijk annexeerde uitte Beck luidop zijn ongenoegen over de gang van zaken. Hij vreesde immers dat noch Engeland, noch Frankrijk, de verdere schendingen van het Verdrag van Versailles zouden blijven aanvaarden en militair zouden ingrijpen terwijl volgens hem de Wehrmacht nog niet klaar was voor een dergelijke confrontatie. Becks bezwaren haalden echter weinig uit en toen bleek dat Hitler voorbereidingen trof om Tsjecho-Slowakije en ook Polen binnen te vallen, nam Beck in augustus 1938 uit onvrede met Hitlers expansiepolitiek ontslag als Chef van de Generale Staf.
Het verdere verhaal
Becks vrees werd algauw bewaarheid, want twee dagen nadat op 1 september 1939 Hitler gewapenderhand Polen was binnengevallen, verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog aan Duitsland hetgeen meteen het begin inluidde van de Tweede Wereldoorlog. Na enkele klinkende overwinningen werd het vanaf 1943 duidelijk dat Duitsland nog moeilijk de oorlog kon winnen en toen in juni 1944 de geallieerden voet aan wal zetten op de Normandische stranden en aan hun opmars begonnen naar Berlijn, was voor Beck en enkele andere officieren de maat vol. De oorlog voortzetten zonder enig uitzicht op een succesvolle afloop had volgens Beck weinig zin en zou enkel nog meer slachtoffers maken en Duitsland volledig vernietigen. Omdat Hitler tegen alle logica in toch de oorlog bleef doorzetten, raakte Beck ervan overtuigd dat alleen de dood van Hitler een einde kon maken aan het zinloze bloedvergieten.
Beck en de andere coupplegers werden het eens en op 20 juli 1944 ondernam kolonel Claus Schenk von Stauffenberg (1907-1944) in de Wolfschanze bij Rastenburg een moordaanslag op Adolf Hitler. Toen enkele uren later bleek dat de aanslag mislukt was pleegde Ludwig Beck nog dezelfde dag in Berlijn zelfmoord. De 30ste april 1945 volgde Hitler ironisch genoeg zijn voorbeeld, maar toen was het al te laat. Berlijn en het overgrote deel van Duitsland lagen in puin terwijl de extra maanden oorlog aan honderdduizenden het leven hadden gekost…