Het Mauritshuis in Den Haag staat de komende maanden met een tentoonstelling stil bij de ontwikkeling van Hollandse en Vlaamse maaltijdstillevens in de Gouden Eeuw. Aanleiding voor de tentoonstelling is het enkele jaren geleden door het museum verworven schilderij Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen van Clara Peeters.
Het maaltijdstilleven – een type stilleven met bereid eten op een tafel zonder afgebeelde figuren – ontstond rond 1600 met schilders in Antwerpen als Clara Peeters en Osias Beert. Kunstenaars uit Haarlem zoals Floris van Dijck en Nicolaes Gillis volgden. Maaltijdstillevens van rijk gedekte tafels met hapklare etenswaren en kostbare voorwerpen waren destijds een geliefd thema. Gretig stortten diverse kunstenaars zich op het weergeven van de details van de uitgestalde zaken. De tentoonstelling laat schilderijen zien uit de beginperiode van dit genre: de jaren 1600 tot 1640.
In totaal zijn 22 werken te zien uit het Rijksmuseum (Amsterdam), de National Gallery of Art (Washington) en het Ashmolean Museum (Oxford) en alle werken van Clara Peeters uit het Museo Nacional del Prado (Madrid).
Op de maaltijdstilleven zijn etenswaren te zien als vis, oesters, garnalen, kaas, vleeswaren, brood, olijven en noten met daartussen fraaie glazen, vergulde bokalen, steengoed kannen en oosters porselein.
Het Mauritshuis:
“De manier waarop de details in de maaltijdstillevens zijn uitgewerkt is verbluffend, evenals de lichtreflecties op de verschillende materialen. Zo wist Clara Peeters op haar ‘Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen’ de wat brokkelige structuur van de grootste kaas en de afgeschaafde boterkrullen op het bord tot in de kleinste details na te bootsen. Ook de lichtreflecties op het lemmet van het mes werkte zij heel geraffineerd uit. Eenzelfde virtuositeit komen we tegen bij Claesz en Heda. Zo gaf Heda op zijn indrukwekkende ‘Stilleven met vergulde bokaal’ uit 1635 de lichtreflecties op het grote glas subliem weer. Op het glas zien we niet alleen het uit een raam binnenvallende licht, maar ook de zachte weerschijn van een zilveren tazza (drinkschaal) en een vergulde bokaal. De weerspiegeling oogt als een verfijnd draadwerk op het glas en is een fraai staaltje van het vakmanschap dat zo kenmerkend is voor de vroege maaltijdstillevens.”
Vergankelijkheidsgedachte
Het afgebeelde voedsel en de kostbare objecten roepen volgens het museum een “utopische wereld zonder honger en schaarste” op. In de maaltijdstillevens zou vaak een vergankelijkheidsgedachte besloten liggen.
“Zo is de vanitas-symboliek op maaltijdstillevens van Claesz en Heda expliciet doordat beide schilders een horloge in hun voorstelling hebben opgenomen. Daarnaast geldt een goede maaltijd nog altijd als een teken van welvaart en welbevinden. Het is goed denkbaar dat de grote overvloed van etenswaren op de getoonde schilderijen als een aansporing tot matigheid diende. Op diverse schilderijen van Peeters staat het woord ‘TEMP[ERANTIA]’ (matigheid) op het lemmet van een prominent weergegeven mes. Daarmee heeft zij wellicht een diepere lading aan haar voorstellingen willen geven.”
Bij de tentoonstelling is de catalogus Slow Food: Hollandse en Vlaamse maaltijdstillevens 1600-1640 verschenen, met ruim 150 illustraties. De tentoonstelling loopt nog tot en met 25 juni 2017.
Boek: Slow Food – Hollandse en Vlaamse maaltijdstillevens, 1600-1640