Na een verbouwing van twee jaar wordt het Mauritshuis in Den Haag op vrijdag 27 juni in bijzijn van koning Willem-Alexander heropend. Topstukken als Vermeers Meisje met de parel en De stier van Paulus Potter zijn vanaf dat moment weer te bewonderen voor het publiek. Vandaag opende het museum vast de deuren voor de pers. Ook Historiek nam een kijkje.
Het vernieuwde Mauritshuis is in oppervlakte bijna verdubbeld (6400 in plaats van 3400 m²) dankzij een ondergrondse uitbreiding naar een gebouw aan de overkant van de straat, het hoekpand van de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte. Deze doorgang is ontworpen door architect Hans van Heeswijk, die eerder onder meer de Hermitage Amsterdam onder handen nam.
De Nederlandse architect stond voor een flinke uitdaging. Kost wat kost moest namelijk voorkomen worden dat de nieuwe onderdoorgang – die van museumdirecteur Emilie Gordenker absoluut geen ’tunnel’ mag worden genoemd – de allure zou krijgen van een parkeergarage of kelder. Van Heeswijk besloot daarom vooral veel zonlicht binnen te laten. De uitgebalanceerde doorgang is inderdaad zeer licht waardoor van een bedompte keldersfeer absoluut geen sprake is.
Hekken los
Een van de belangrijkste veranderingen is dat de hoofdingang van het museum vanaf nu weer op het voorplein te vinden is. Vroeger werden bezoekers naar een zijkant van het stadspaleis gestuurd waar men vervolgens gebruik moest maken van de dienstentree. De hekken waren toen ook meestal gesloten, waardoor het museum geen heel toegankelijke indruk maakte. In de nieuwe opzet staan de hekken wijd open. Bezoekers dalen via het voorplein met trap of glazen lift (een architectonisch hoogstandje) naar de lichte foyer die de twee gebouwen ondergronds met elkaar verbindt.
In de ontvangsthal zijn kassa, garderobe, informatiebalie en museumshop te vinden. Vanuit de foyer kunnen bezoekers vervolgens een keus maken: naar het historische gebouw of naar de nieuwe vleugel.
Tijdelijke tentoonstellingen in nieuwe vleugel
De nieuwe vleugel huisvest niet alleen een brasserie en museumshop. Bezoekers vinden er ook een kunstwerkplaats, evenementenzaal, bibliotheek én een nieuwe tentoonstellingsruimte. Dat laatste is voor het museum het belangrijkst. Niet eerder had het Mauritshuis namelijk een aparte ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. “A dream come true”, aldus hoofdconservator Quentin Buvelot.
De eerste tijdelijke tentoonstelling vertelt het verhaal van het Mauritshuis, het stadspaleis pal naast het Binnenhof dat tussen 1633 en 1644 werd gebouwd door Jacob van Campen en Pieter Post. Aanvankelijk deed het gebouw dienst als woonhuis van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen. Deze graaf, bijgenaamd de Braziliaan, woonde zelf slechts tot 1647 in het Mauritshuis. Daarna deed het gebouw dienst als gastverblijf voor hoge gasten van de Staten-Generaal zoals Karel II en de hertog van Marlborough. In de achttiende eeuw was het Mauritshuis onder meer een militaire school en ook huisde de Koninklijke Bibliotheek er enige tijd. In 1822 kreeg het Mauritshuis zijn museale functie doordat de koninklijke collectie er werd ondergebracht.
In de tijdelijke tentoonstelling zijn onder meer ontwerptekeningen van Jacob van Campen en Pieter Post te bewonderen.
Voor volgend jaar staan al enkele nieuwe tentoonstellingen gepland. In de eerste maanden van het jaar worden er werken uit de vermaarde The Frick Collection getoond, daarna is er een tentoonstelling rondom Rembrandts meesterwerk Saul en David en het jaar wordt afgesloten met een tentoonstelling over het Hollandse zelfportret.
Vertrouwd
Wie in de foyer besluit de trap naar het historische gebouw te nemen wandelt de Gouden Eeuw binnen. Het Mauritshuis huisvest wereldberoemde werken van Hollandse en Vlaamse meesters en doordat deze gepresenteerd worden in het bijzondere zeventiende-eeuws decor van het stadspaleis, worden bezoekers als het ware de geschiedenis ingezogen. De vertrouwde intieme sfeer van het Mauritshuis is intact gebleven. In het historische pand is echter wel veel werk verricht. Het museum kreeg bijvoorbeeld een nieuwe klimaatinstallatie, de ramen werden onder handen genomen en de verlichting is totaal vernieuwd. De schilderijen worden nu met LED-licht beschenen. Verder zijn de moderne kroonluchters die in 1987 in de acht grotere museumzalen werden geplaatst, vervangen door glazen exemplaren in achttiende-eeuwse stijl.
Exterieur
Ook het exterieur van het Mauritshuis is tijdens de verbouwing onder handen genomen. Dit is zoveel mogelijk teruggebracht naar het oorspronkelijke ontwerp van Van Campen. Om die reden heeft het natuursteen van de gevels nu de gelige kleur van Bentheimer zandsteen gekregen, een tint die volgens het museum goed aansluit bij de geschilderde delen van de nabijgelegen Grenadierspoort uit 1634 en de overige gebouwen aan het Binnenhof. Om marmer te suggereren heeft het beeldhouwwerk in de frontons een grijs-witte kleur gekregen.
Wereldtournee
Gedurende de verbouwing waren topstukken als Vermeers Meisje met de parel en Het Puttertje van Carel Fabritius op wereldtournee. De schilderijen waren onder meer te zien in musea in Japan, de Verenigde Staten en Italië en gooiden daar hoge ogen. De reizende tentoonstelling trok in twee jaar tijd maar liefst 2,2 miljoen bezoekers. Ook werden vanaf het voorjaar van 2012 zo’n honderd werken uit de Mauritshuis-collectie in het Gemeentehuis vertoond. Maar nu zijn de schilderijen dus weer thuis.
Het Mauritshuis positioneert zich als museum voor zeventiende-eeuwse schilderkunst, maar toont ook enkele bijzondere vroegere werken, waaronder van Hans Memling en Hans Holbein de Jongere.
De verbouwing van het Mauritshuis kostte dertig miljoen euro. Het museum was zelf oprachtgever en verantwoordelijk voor de financiering van het project. Naar eigen zeggen was het voor het eerst dat een rijksgesubsidieerd museum zelf verantwoordelijk was voor zo’n grote verbouwing.
Vrijdagmiddag 27 juni wordt het vernieuwde Mauritshuis geopend in bijzijn van koning Willem-Alexander. ’s Avonds is het museum vervolgens gratis te bezoeken.
In een volgende bijdrage staan we stil bij verschillende topstukken uit de collectie van het Mauritshuis, waaronder mijn persoonlijke favoriet: ‘Gezicht op Delft’