Ruim honderdvijftig jaar na zijn dood heeft de Amerikaanse legerofficier Alonzo Cushing de Medal of Honor toegekend gekregen. President Obama reikte de onderscheiding donderdag uit aan een nabestaande van de held uit de Amerikaanse Burgeroorlog.
Alonzo Cushing sneuvelde op 3 juli 1863, tijdens de beruchte Slag bij Gettysburg. Deze slag wordt beschouwd als één van de belangrijkste keerpunten van de Amerikaanse Burgeroorlog. Gedurende drie dagen nam het leger van de noordelijke staten, geleid door legerofficier George Made, het op tegen het zuidelijke leger dat aangevoerd werd door opperbevelhebber Robert E. Lee. Laatstgenoemd wilde via Gettysburg diep in het noorden doordringen, maar werd verslagen. Vanaf dat moment moest het Geconfedereerde leger steeds meer terrein prijsgeven.
Gewond
De Slag bij Gettysburg kostte ongeveer vijftigduizend mensen het leven. Alonzo Cushing was een van hen. Hij was destijds 22 jaar oud en diende in het leger van de noordelijke staten. Cushing had de leiding over een aantal kanonnen en enkele tientallen manschappen. Tijdens de slag viel hij op door zijn moed. Hoewel hij geraakt was in zijn schouder en later ook buik, bleef hij doorvechten. Een kogel in zijn gezicht werd de jonge officier uiteindelijk fataal.
President Obama roemde de moed van de jonge Amerikaan en zei dat hij zonder de inzet van mannen als Cushing mogelijk nooit president was geworden.
De Medal of Honor is de hoogste militaire onderscheiding van de Verenigde Staten.