Migranten uit kolonies waren erg actief in het verzet

Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad Den Haag
7 minuten leestijd
Registratiekaart van verzetsman George Maduro als gevangene in Dachau, 1945
Registratiekaart van verzetsman George Maduro als gevangene in Dachau, 1945 (CC BY-SA 4.0 - Arolsen - wiki)
Deze week verschijnt Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad Den Haag bij uitgeverij Boom. Hierin wordt ingegaan op de rol van Haagse elites en hun koloniale belangen, op de aanwezigheid van tot slaaf gemaakten uit Afrika en Azië in de Hofstad, en ook op de belangen en betrokkenheid van het huis van Oranje-Nassau. Beschreven wordt hoe de koloniale geschiedenis en de dekolonisatie directe sporen in de stad achterlieten. Ook vooroorlogs antikoloniaal activisme, de Tweede Wereldoorlog en de naoorlogse migratie vanuit de koloniën naar Den Haag komen aan de orde. Op Historiek plaatsen we een fragment uit het boek, over de verzetsstrijders uit het Caribisch gebied en Nederlands-Indië die oververtegenwoordigd leken in het verzet.

Vechten tegen kolonialisme én fascisme

Karel Michielsen was een Indische jongen en daar was hij trots op. Hij zei eens: ‘Is het je ook opgevallen hoeveel mensen uit Indië actief zijn geweest in oorlog en verzet? Statistisch gezien zijn we sterk oververtegenwoordigd.’ En hij noemde een lange rij prominenten uit de periode die langzamerhand vaderlandse geschiedenis is geworden, om zijn stelling te onderbouwen. ‘Dat komt omdat we een bijzonder soort zijn.’

Deze passage komt uit een in memoriam voor Karel Michielsen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog oorlogsvlieger en Engelandvaarder was. En hoewel hij als Indische jongen claimt dat juist ‘zijn’ Indische groep een speciale rol had gespeeld in het verzet tegen nazi-Duitsland, komen we deze oververtegenwoordiging eveneens tegen in het aandeel van strijders uit Suriname en de Antilliaanse eilanden, die in het Nederlandse verzet tegen de Duitse overheersing actief waren. Wat betekende de Duitse bezetting voor migranten uit de kolonies, wie kozen voor het verzet, waarom deden zij dit, en hoe liep het met hen af?

‘Teruggaan in een wereld in oorlog blijkt vrijwel onmogelijk’

De mensen die voor de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederlands-Indië en het Caribisch gebied naar Nederland migreerden, kwamen vooral voor scholing en studie. Het was een beperkte groep die zich dat kon permitteren; het betrof enkele duizenden mensen uit de midden- of hogere klasse. Witte migranten uit de Cariben stuitten hier aanvankelijk op weinig problemen. Maar zwarte migranten en mensen van kleur konden te maken krijgen met discriminatie in het doorlopen van hun studie, en in het vinden en behouden van werk op niveau en van huisvesting. Vanuit Nederlands-Indië arriveerden studenten die zowel van Nederlandse (totok) als van gemengd Indo-Europese en Indonesische komaf waren. Ook in dit geval waren het vooral de vermogende families die vooral hun zonen een opleiding in Nederland konden laten volgen; het aantal dochters dat overzee studeerde was aanzienlijk kleiner. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonden ongeveer tweehonderdvijftig Indonesische studenten in Den Haag, van wie een aantal van adellijke afkomst was.

Duitse parachutisten boven de Bezuidenhout in Den Haag, 10 mei 1940
Duitse parachutisten boven de Bezuidenhout in Den Haag, 10 mei 1940 (publiek domein/Nationaal Archief / wiki)

Luchtstrijd om Den Haag

Den Haag werd tijdens de Tweede Wereldoorlog relatief zwaar getroffen omdat het op een strategisch punt lag: aan de Noordzee, tussen Londen en Duitsland. Nazi-Duitsland wilde de stad snel veroveren omdat de regering hier zetelde. De oorlog begon in de ochtend van 10 mei 1940 met bombardementen van Duitse vliegtuigen op de Alexanderkazerne aan de Oude Waalsdorperweg en de vliegvelden Ypenburg, Ockenburg en Valkenburg rond Den Haag. In de eerste oorlogsdagen van mei 1940 brak een grootschalige luchtstrijd om Den Haag uit met vele doden, gewonden en krijgsgevangenen aan beide zijden. Aan Nederlandse kant vielen in totaal 208 doden. Onder hen de Indo-Europese luitenant-vlieger Harry Pauw, gemobiliseerd op vliegveld Ypenburg. Hij trok in zijn Douglas D8 ten strijde tegen de Duitse overmacht en stierf op de eerste dag van de oorlog toen zijn D8 werd getroffen en neerstortte bij Vlaardingen. De Indo-Europese sergeant-vlieger Olaf Douwes Dekker, gymnasiast in Den Haag en vlieger op een Fokker T5-bommenwerper, stortte neer op 13 mei 1940 bij Ridderkerk. Hij ligt begraven op begraafplaats Oud Eik en Duinen te Den Haag. Dienstplichtig korporaal Jaap Hardeman, ook een ‘Indische jongen’, kwam om bij de aanhouding van twee Duitse parachutisten.

‘Zij waren jong, sterk, vaak tijdens hun studie getraind in autonoom denken en konden zij terugvallen op onderlinge verbondenheid’

Nederland capituleerde op 15 mei 1940. Koningin Wilhelmina en een deel van de regering waren inmiddels naar Engeland gevlucht. Duitse troepen rukten via de Parklaan in Den Haag op tot aan Scheveningen en verschansten zich aan de kust. Het leven in de Hofstad veranderde drastisch. Den Haag werd onderdeel van de Duitse kustverdediging, de Atlantikwall, een reeks betonnen bunkers en een lange tankgracht, dwars door Haagse woonwijken gegraven. Voor sommige Haagse migranten is de Duitse bezetting aanleiding om terug naar huis te willen gaan. Nederlands-Indië en het Caribisch gebied waren niet bezet door het naziregime. Maar teruggaan in een wereld in oorlog blijkt vrijwel onmogelijk. Er is geen financieel verkeer meer mogelijk tussen Nederland en de kolonies, en toelages van families uit de kolonies stoppen. Misschien dat het een enkeling is gelukt om aan de oorlog in Nederland te ontkomen, maar veel zullen het er niet geweest zijn.

HMS Hereward, het schip waarmee koningin Wilhelmina het land ontvluchtte. Foto uit 1939
HMS Hereward, het schip waarmee koningin Wilhelmina het land ontvluchtte. Foto uit 1939

In het verzet

‘Het is mogelijk dat migranten door deelname aan het verzet wilden onderstrepen ‘echt Nederlander’ te zijn.’

Is de uitspraak van Michielsen over de oververtegenwoordiging van mensen uit Indië actief in oorlog en verzet te staven? Historicus Herman Keppy schrijft dat er in de luchtmacht van het Verenigd Koninkrijk, de Royal Air Force (RAF), van de 900 Nederlanders die meestreden, 207 werden geboren in Nederlands-Indië. Dat is opmerkelijk veel. Maar buiten de institutionele wereld, in het verzet, is het moeilijk om cijfers te verzamelen over aantallen Nederlanders en mensen met een koloniale achtergrond. Of het klopt dat zij oververtegenwoordigd waren, is dus niet vast te stellen, maar dát zij zeer actief waren, is wel te verklaren. Om te beginnen bevonden zich onder deze groep veel studenten: onder hen is relatief veel verzet gepleegd. Zo hieven studentenverenigingen zich op omdat zij weigerden hun Joodse leden te royeren. Maar liefst 85 procent van de studenten weigerde in 1943 bovendien het tekenen van de verplichte verklaring van loyaliteit aan het Duitse Rijk. Omdat studenten meestal nog geen gezin of betrekking hadden, waren zij minder gebonden. Daarnaast waren zij jong, sterk, vaak tijdens hun studie getraind in autonoom denken, en konden zij terugvallen op onderlinge verbondenheid, ook na de opheffing van de studentenverenigingen.

Het landelijke bestuur van Roekoen Peladjar Indonesia (Roepi), oftewel de Bond van Indonesische studerenden
Het landelijke bestuur van Roekoen Peladjar Indonesia (Roepi), oftewel de Bond van Indonesische studerenden, in 1940. Van links naar rechts, zittend: Evie Poetiray, Soeripno, Daliloeddin, Rozai Koesoemasoebrata. Staand: Rasono Woejaningrat, Amir Hamzah en Maroeto Daroesman. Evie Poetiray was actief in het Amsterdamse verzet. Uit: Slavernijverleden van Hofstad Den Haag

Voor migranten uit de kolonies is nog een aantal andere motieven denkbaar. Opgegroeid in Nederlands-Indië en het Caribisch gebied, beschikten zij ten eerste over een bredere kijk op zaken in het leven:

‘Ik had net als andere Indische mensen een kosmopolitische geest. Je verplaatst je gemakkelijk, je bent minder honkvast.

Peter Tazelaar in 1945
Peter Tazelaar in 1945 (CC0 – Willem van de Poll – Nationaal Archief)
Aldus verzetsstrijder Peter Tazelaar. Omdat het contact met hun geboorteland was verbroken en de meeste studenten zonder hun ouders in Nederland verbleven, konden zij ten tweede onafhankelijk beslissen of zij de riskante stap zouden nemen om tot het verzet toe te treden. Ten derde waren migranten uit Nederlands-Indië en het Caribisch gebied opgegroeid in een systeem waarin ras en hiërarchie aan elkaar gekoppeld waren. In de gekoloniseerde samenlevingen in Nederlands-Indië en de Cariben hadden zij meegemaakt hoe het was om op basis van herkomst en uiterlijk niet dezelfde mogelijkheden op de maatschappelijke ladder te hebben als Europeanen. Ten vierde werd daar in Nederland nog een schepje bovenop gedaan. Hier aangekomen voor scholing en ontwikkeling, ondervonden sommigen opnieuw buitensluiting. Zo werd het caféhouders in 1942 verboden nog langer ‘suriname-negers en hun barbaarse muziek’ te laten optreden. Het is mogelijk dat migranten uit Nederlands-Indië en het Caribisch gebied door deelname aan het verzet wilden onderstrepen ‘echt Nederlander’ te zijn. Ten vijfde herkenden zij vanuit hun achtergrond sneller dan anderen het gevaar van uitsluiting op basis van racisme en antisemitisme, en kwamen zij hiertegen in verweer door deelname aan het verzet tegen de Duitse overheersing.

Ten slotte waren migranten al decennia actief in de antikoloniale strijd tegen Nederland, onder meer via de Communistische Partij Nederland. Zij beschouwden hun verzetsdeelname als een voortzetting van hun strijd tegen imperialistische, koloniale machthebbers, die tijdelijk werd opgeschort in het kader van de wereldwijde bestrijding van het fascisme en het behoud van democratische principes.

Antikoloniaal

In Den Haag zijn er twee Indonesische studentenverenigingen die een cruciale basis vormen voor het verzet tegen de Duitse bezetter, waarin niet alleen jonge mannen maar ook jonge vrouwen actief zijn. ‘Eerst Nederland, dan Indonesië bevrijden’ is de gedachte onder de studentenverenigingen Perhimpoenan Indonesia (PI, Indonesische Vereeniging, opgericht in 1908 onder de naam Indische Vereeniging) en Roekoen Peladjar Indonesia (Roepi, Bond van Indonesische studerenden). Zij gaan ervan uit dat Nederland, nu het land is bezet door een vreemde mogendheid, zou moeten begrijpen hoe het is om onvrij te zijn en Indonesië daarom ná de overwinning op nazi-Duitsland onafhankelijkheid zou geven. Dit zou een illusie blijken. In Den Haag (evenals in Amsterdam en Leiden) komen PI-verzetsgroepen tot stand die onderling met elkaar in contact staan en verzetsacties beramen. PI-student Raden Mas Djageng Pratomo wordt op 18 januari 1943 in Den Haag gearresteerd door de Sicherheitsdienst (SD) tijdens een huiszoeking in een woning van Indonesiërs. Hij is betrokken bij het verspreiden van illegale bladen. Via Kamp Vught komt Pratomo in juni 1944 in concentratiekamp Dachau terecht, dat hij weet te overleven.

Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad Den Haag
Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad Den Haag
Er waren geen formele studentenverenigingen van studenten uit het Caribisch gebied van waaruit verzetsstrijders opereerden. Zij ondernamen hun acties vanuit gelegenheidscoalities of op individuele basis. De Curaçaoënaar George Maduro, telg uit een vooraanstaande Sefardisch-Joodse familie, studeert rechten aan de Leidse universiteit en is reserveofficier der Huzaren. In de vroege meidagen van 1940 overmeestert hij Duitse parachutisten in villa Leeuwenburg (ook bekend als Villa Dorrepaal) nabij Den Haag. Na de Nederlandse overgave sluit hij zich aan bij het verzet, maar wordt opgepakt en komt in de gevangenis van Scheveningen terecht. Na zijn vrijlating duikt Maduro onder en probeert zich bij de Nederlandse strijdkrachten in Engeland te voegen. Zijn plan mislukt door verraad en Maduro komt in concentratiekamp Dachau terecht, waar hij op 9 februari 1945 aan vlektyfus bezwijkt. George Maduro kreeg postuum de hoogste militaire onderscheiding, de Militaire Willems-Orde.

Boek: Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad Den Haag

Gepubliceerd op 21 november 2022

Historicus en senior onderzoeker werkzaam bij het KITLV – Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkundes in Leiden.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×