Voor de naar Nederlands Nieuw-Guinea uitgezonden militairen was dat het einde van een lange periode van gevaarlijke acties. Vanaf de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 probeerde de Indonesische leider Soekarno om Nederlands Nieuw-Guinea, het enige niet overgedragen deel van de voormalige kolonie, ook in bezit te krijgen. Indonesië infiltreerde met (semi-)militaire eenheden. Vanaf 1959 gebeurde dit steeds vaker en werd de druk op Nederland opgevoerd.
Om de Indonesische infiltranten te onderscheppen zond Nederland patrouilles uit, die veelal werden begeleid door Papoeadragers en -verkenners. De Nederlandse militairen werden, onder meer tijdens hun werk in het oerwoud, erg geholpen door deze Papoea’s. Zij kenden de jungle immers door en door.
Nieuw-Guinea-veteranen wilden al veel langer een monument oprichten voor de Papoeastrijders. Enige tijd geleden werd er op initiatief van veteraan Joop Bergsma een comité opgericht. Leden van dit comité zetten zich vervolgens succesvol in voor de realisatie van een monument voor de Papoea’s. Als plaats voor dit monument koos het comité voor het landgoed Bronbeek, omdat dit landgoed jaarlijks al door veel veteranen wordt bezocht in verband met herdenkingen en reünies.
Ter gelegenheid van de onthulling van het monument is in Museum Bronbeek vanaf 1 oktober een tijdelijke expositie te zien over de inzet van de Nederlandse militairen in Nederlands Nieuw-Guinea en hun band met de Papoea’s.