Zes grote Europese natuurhistorische musea hebben dinsdag in Londen een akkoord gesloten om gezamenlijk hun collecties digitaal open te stellen voor de wetenschap en het grote publiek.
Naast Naturalis in Leiden gaat het om de natuurhistorische musea van Londen, Parijs, Brussel, Kopenhagen en Berlijn. Miljoenen gegevens over planten, dieren en mineralen, die op dit moment alleen via de instellingen zelf toegankelijk zijn, worden dankzij het akkoord ondergebracht in een gezamenlijke digitale infrastructuur. Hierdoor worden deze gegevens voor de musea onderling raadpleegbaar maar ook centraal toegankelijk voor de wetenschap, amateurs en het brede publiek.
Edwin van Huis, algemeen directeur van Naturalis:
“Dit akkoord maakt onderzoek naar bijvoorbeeld klimaatverandering, verbetering van landbouwmethoden, onderzoek naar nieuwe medicijnen of plaagorganismen op een Europese schaal mogelijk.”
De collecties van Naturalis maar ook die van Londen, Parijs, Brussel, Kopenhagen en Berlijn zijn omvangrijk en belangrijk omdat de Europese musea al sinds de zestiende eeuw collecties aanleggen.
Naturalis ontving de afgelopen jaren extra financiële middelen van de overheid om de collectie van 37 miljoen planten, dieren en mineralen te digitaliseren. Het informatiesysteem dat dankzij deze steun is opgebouwd, vormt de basis van het Europese systeem, dat er op gericht is om in een open structuur maximale toegang tot elkaars data mogelijk te maken.
Jeroen Snijders, CIO van Naturalis:
“Onze infrastructuur maakt het mogelijk om met de nieuwste webtechnologieën databanken te linken en toegankelijk te maken voor professionals maar ook voor educatief gebruik en het grote publiek”
Volgend jaar wordt het eerste proefmodel gebouwd en getest. Het is de bedoeling dat het systeem in 2016 operationeel is. Naturalis heeft ook contact met het Smithsonian Instituut in Washington. Dit museum zegt geïnteresseerd te zijn zich aan te sluiten bij dit initiatief.