In het Belgische dorp Spiennes (Henegouwen) zijn een van de grootste en oudste vuursteenmijnen uit Europa te vinden. Ongeveer zesduizend jaar geleden ontdekten mensen bij het huidige dorp Spiennes een grote afzetting van vuursteen. Besloten werd vuursteen te gaan ontginnen.
In een gebied van ongeveer honderd hectare werden in ongeveer 1800 jaar tijd circa duizend putten gegraven.
De neolithische vuursteenmijnen bevinden zich op een diepte van ongeveer acht tot elf meter. Van daaruit zijn vroeger gangen tot vijf meter lengte gegraven naar de eigenlijke laag vuursteen. Bij het zogenaamde Camp à cayaux (veld met steen) werden grote stukken vuursteen, met een gewicht van duizend kilo en twee meter lengte, in zijn geheel uit de mijn getrokken.
Neolithische vuursteenmijnen bij Spiennes staan sinds 2000 op de werelderfgoedlijst van Unesco. De mijnen zijn onder meer interessant omdat er gebruik gemaakt werd van verschillende technieken. In het neolithicum (nieuwe steentijd) werd voor het maken van gereedschap meestal vuursteen gebruikt. Enkele door archeologen opgegraven mijnen kunnen tegenwoordig bezocht worden.