Het radicale rumoer van Nieuw Links

’10 over Rood: uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA’
5 minuten leestijd
Detail van het boekje '10 over Rood: uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA'
Detail van het boekje '10 over Rood: uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA'

1966 was een sleuteljaar in de Nederlandse politiek. Het was het jaar van de val van het rooms-rode kabinet Cals in de Nacht van Schmelzer, die de verhouding tussen confessionelen en sociaaldemocraten voor jaren op scherp zette. Het jaar ook waarin D66 werd opgericht, de partij die het Nederlandse politieke systeem wilde laten ‘ontploffen’. En het jaar waarin Nieuw Links zich manifesteerde, de radicale vernieuwingsbeweging die de PvdA op haar grondvesten deed schudden.

Tot halverwege de sixties was de PvdA een partij geweest van keurige, veelal wat oudere mannen (vrouwen kwamen destijds nauwelijks aan bod op het Binnenhof). Behoedzaam laverend sloten deze sociaaldemocratische kopstukken het ene na het andere compromis met de Katholieke Volkspartij (KVP) en andere christendemocratische partijen, doodsbenauwd de lieve vrede in verzuilingsland te verstoren.

De PvdA was, kortom, de partij van traditionele politici als Anne Vondeling en Joop den Uyl. Zij stonden ver af van de sfeer van flowerpower en protest die zo typerend was voor de jaren zestig. Een PvdA-bestuurder als de Amsterdamse burgemeester Gijsbert van Hall kon moeilijk anders dan een ouderwetse regent worden genoemd. Als die ergens een samenscholing van langharig tuig vermoedde stuurde hij onverwijld de politie erop af.

Joop den Uyl (onder) tijdens een Pvda-congres in 1967. Achter hem Nieuwlinkser Hans van den Doel (l) en drs. A. Veerman
Joop den Uyl (onder) tijdens een Pvda-congres in 1967. Achter hem Nieuwlinkser Hans van den Doel (l) en drs. A. Veerman (CC0 1.0 – Ron Kroon / Anefo – wiki)

Tijdgeest

Natuurlijk, de PvdA toonde zich op sociaaleconomisch gebied een stuk linkser dan KVP, ARP en CHU. Maar verder bleef ze een door en door burgerlijk product van de wederopbouw. Vooral aan die brave, haaks op de tijdgeest staande politieke cultuur wilden de Nieuw Linksers een einde maken, al hadden ze uiteraard ook tal van inhoudelijke verlangens.

Tot de initiatiefnemers behoorden de journalist Han Lammers en de econoom Hans van den Doel. Ook later zeer bekend geworden PvdA’ers als André van de Louw, Relus ter Beek, Marcel van Dam, Max van den Berg, Hans Kombrink en Jan Nagel (jazeker, die van 50PLUS) maakten er deel van uit.

Nieuw Links publiceerde in 1966 het boekje Tien over rood, waarin het zijn voorstellen voor een drastische koerswijziging neerlegde. Die voorstellen logen er bepaald niet om (zie kader). De auteurs wilden onder meer de monarchie na het aftreden van koningin Juliana omvormen tot een republiek. Ook eisten ze dat Nederland uit de NAVO zou stappen als Spanje en Portugal – destijds dictaturen – er lid van zouden worden of blijven. Andere punten: de belasting op erfenissen en schenkingen boven de ton moest omhoog naar 99 procent en Nederland diende de communistisch geregeerde DDR en de Vietcong onvoorwaardelijk te erkennen.

Tien over rood

Tien over Rood - Uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA
Tien over Rood – Uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA
Het boekje ‘Tien over rood’ van Nieuw Links bevatte (letterlijk geciteerd) de volgende programmapunten:

  1. De PvdA neemt niet deel aan een regering, tenzij vaststaat dat de ontwikkelingshulp in 1970 2% van het nationale inkomen bedraagt.
  2. Iedere gekozen volksvertegenwoordiger dient de plicht te worden opgelegd tot openbare verantwoording, die kan worden afgedwongen.
  3. Het parlement dient in staat te worden gesteld ongelimiteerd openbare hearings te houden van elkeen die naar oordeel van het parlement nuttige informatie kan verstrekken.
  4. Elk verkiezingsprogram van de PvdA dient een minimum te bevatten, zonder de uitvoering waarvan de Partij van de Arbeid niet aan coalitiekabinetten zal deelnemen.
  5. Onvoorwaardelijke erkenning van de DDR en van de Vietcong is noodzakelijk. De PvdA dient het initiatief te nemen tot een Europese veiligheidsconferentie met de landen van het Warschau-pact.
  6. Nederland behoort uit de NAVO te treden wanneer Spanje lid van de NAVO wordt of wanneer Portugal bij de herziening van het verdrag als lid wordt gehandhaafd.
  7. Het is wenselijk dat Nederland een republiek wordt zodra de regering van koningin Juliana eindigt.
  8. De belasting op erfenissen en schenkingen moet progressief oplopen en boven de honderdduizend gulden negenennegentig procent bedragen.
  9. De PvdA dient een inkomenspolitiek te ontwerpen, door middel waarvan het verschil tussen de hoge en lage inkomens wezenlijk kleiner wordt.
  10. De werknemers in de bedrijven moeten directe invloed krijgen op het bestuur van hun ondernemingen.

Het traditionele partijkader van de PvdA moet de schrik om het hart zijn geslagen na lezing van dit lijstje, temeer omdat de aanhang van Nieuw Links snel toenam. Zeker na de Kamerverkiezingen van 1967 kregen de vernieuwers de wind in de zeilen. De PvdA verloor bij die verkiezingen zes zetels. De enige logische verklaring voor die nederlaag: de partij was afgestraft voor haar deelname aan het zo jammerlijk mislukte kabinet-Cals. Het roer moest dus grondig om, vond menig partijlid.

Berendans

Dankzij hun groeiend aantal volgelingen traden eind 1967 al enkele prominenten van Nieuw Links toe tot het bestuur van de PvdA. De ruig besnorde Van der Louw, voormalig redacteur van het rebelse jongerenblad Hitweek, werd in 1969 zelfs tot vicevoorzitter van de partij gekozen. Hij vierde die heugelijke gebeurtenis door uitbundig over het podium van de congreszaal te springen, een lichamelijke activiteit die als de ‘berendans’ bekendheid verwierf.

PvdA-verkiezingsposter uit 1972 - Joop den Uyl met Nieuwlinkser André van der Louw
PvdA-verkiezingsposter uit 1972 – Joop den Uyl met Nieuwlinkser André van der Louw (CC BY 2.0 – Partij van de Arbeid – wiki)
Nieuw Links kreeg door zijn stijgende populariteit en bestuursfuncties grote invloed op de koers van de PvdA. Enkele van de punten uit Tien over rood werden onverkort overgenomen, zoals de erkenning van de DDR. Ook brachten de vernieuwers het partijcongres zover dat het een ‘anti-KVP-motie’ aannam. Daarin stond dat de PvdA niet zou samenwerken met de conservatieve en onbetrouwbaar geachte roomsen. Partijleider (en ‘realpolitiker’) Den Uyl slaagde er nog wel in voor ‘KVP’ het woordje ‘huidige’ in de tekst te frommelen. Hij kon echter niet verhinderen dat de verhouding tussen de twee partijen voor vele jaren verziekt raakte. Volgens sommigen vertrouwen CDA en PvdA elkaar nog steeds maar half.

Alleen door veel toe te geven wist de geslepen Den Uyl de Nieuw Linksers met hun vergaande standpunten ‘in te kapselen’ in de partij, zodat hij toch politiek leider kon blijven. In 1973 vormde hij met D66 en PPR, maar ook met enkele vooraanstaande KVP’ers en ARP’ers een kabinet. Dat werd vervolgens door deze twee confessionele partijen gedoogd. Strikt genomen was die gang van zaken in strijd met de anti-KVP-motie, maar Nieuw Links had zichzelf in mei 1971 (een halve eeuw terug dus) al opgeheven. De beweging was overbodig geworden, vond ze zelf. Veel vernieuwers hoorden inmiddels trouwens tot de arrivés. Prominenten als Van der Louw, Van Dam en diverse anderen verwierven dankzij de PvdA in de jaren zeventig en tachtig bestuurlijke topfuncties.

Oude garde

Nieuw Links had ook een negatief effect. Een deel van de oude garde, onder wie Willem Drees, voelde zich door al het linkse rumoer niet meer thuis in de PvdA. In 1970 scheidde een groepje ontevredenen zich af om DS’70 te vormen. Die veel behoudender partij stond onder lijsttrekkerschap van Willem Drees junior. Zijn beroemde vader werd geen lid, maar verliet wel de PvdA. Lang duurde het ‘oud-rechtse’ verzet overigens niet. In 1983 hield DS’70 weer op te bestaan.

Overzicht van Boeken over Nederlandse politiek en Nederlandse politici
Video Andere Tijden: Jong, Dwars, Nieuw Links!

0
Reageren?x
×