Dark
Light

Nu te zien in Shanghai: Henk en Betsy Sneevliet

Lange weg naar de waarheid over oprichting Communistische Partij van China
16 minuten leestijd
Henk en Betsy Sneevliet met hun zonen, in Shanghai te zien in de Memorial Hall over het eerste CPC-partijcongres in 1921
Henk en Betsy Sneevliet met hun zonen, in Shanghai te zien in de Memorial Hall over het eerste CPC-partijcongres in 1921 - Foto: Dian Suwarsaputri

Lang is in China geworsteld ā€“ in feite: gesjoemeld ā€“ met feiten rond de oprichting van de Communistische Partij van China (CPC). Het gaat tegenwoordig veel beter dan vroeger. Zo wordt de rol van de Nederlander Henk Sneevliet niet meer weggemoffeld. Maar nog altijd geldt 1 juli 1921 als de officiĆ«le stichtingsdatum, terwijl dat heel zeker niet klopt. Een verhaal over gewenste en ongewenste feiten rond de CPC-oprichting en de nagedachtenis daaraan, een verhaal over werkelijkheid en mythe.

Kijk eens aan, daar is hij: Henk Sneevliet (1883-1942). De Nederlandse revolutionair was namens de leiding van de Communistische Internationale (Komintern) in 1921 in Shanghai aanwezig bij de oprichting van de Communistische Partij van China (CPC). In de in 2021 in Shanghai geopende splinternieuwe Memorial Hall over het eerste nationale CPC-congres (en de voorgeschiedenis) is een van de zalen gewijd aan de congresdeelnemers. Even tellen: er hangen panelen met dertien Chinezen en een iets afwijkend paneel met twee buitenlanders: Sneevliet en de door een ander Komintern-onderdeel afgevaardigde Rus Nikolsky. Dus: 13 + 2. Over die aantallen verderop meer.

Nu eerst de Sneevliet-helft van het paneel over de twee buitenlanders. Die toont, voorzien van enige toelichting in het Chinees en het Engels, vier fotoā€™s. Om te beginnen een portret van Sneevliet en een foto van Sneevliet met zijn toenmalige vrouw Betsy en hun tweelingzoons Pim en Pam in 1917 in Semarang (Java). Verder een foto uit juni 1920, gemaakt tijdens het tweede Komintern-congres waarbij Sneevliet een prominente rol speelde op grond van zijn ervaring in AziĆ« (IndiĆ« namelijk). En tot slot uit 1911 een foto van Nederlandse vakbondsmensen, bestuurders van de Vereniging van Spoor- en Tramweg Personeel (VSTP), onder wie Sneevliet.

Ingang van de in 2021 geopende Memorial Hall.
Ingang van de in 2021 geopende Memorial Hall – Foto: Dian Suwarsaputri

Naast Sneevliets portret zijn twee kloeke Chinese karakters aangebracht: 马ꞗ ofwel Ma Lin. Dat is een verbastering ā€“ Chinezen hadden moeite met de uitspraak van de letter r ā€“ van Sneevliets schuilnaam, Maring. Overigens betekent het karakter Ma paard en Lin(g) bos.

Naast het portret van Sneevliet in Chinese karakters zijn schuilnaam: Ma Lin.
Naast het portret van Sneevliet in Chinese karakters zijn schuilnaam: Ma Lin – Foto: Dian Suwarsaputri
De vier fotoā€™s komen trouwens bekend voor. Ze stammen uit de collectie van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam. Al eerder werkte het IISG samen met instellingen in Shanghai, namelijk voor een Sneevliet-tentoonstelling in de maanden juni-augustus 2009.

Dat Ć©n Sneevliets plek in de permanente tentoonstelling in de Memorial Hall is een stuk ruimhartiger dan het in het verleden wel is geweest. Dat was overigens niet in de nieuwe Memorial Hall, maar ietsje verderop, in het pand waar het eerste CPC-congres daadwerkelijk plaatsvond.

In een uiteenzetting over hoe op die historische locatie in de loop der tijd is omgegaan met historische feiten, noteert historica Denise Y. Ho (Yale University) dat rondleiders aanvankelijk Komintern-vertegenwoordigers Maring en Nikolsky noemden, maar hun aanwezigheid later verzwegen. Nog weer later werd geredeneerd dat buitenlandse bezoekers toch wel wisten dat het congres door twee buitenlanders was bijgewoond, dus dat dat best kon worden vermeld. Maar als buitenlandse bezoekers dan naar namen vroegen, antwoordden de rondleiders: “Dat is onduidelijk”.

Simon Leysā€™ befaamde boek ā€˜Chinese schimmenā€™.
Simon Leysā€™ befaamde boek ā€˜Chinese schimmenā€™.
Verbijsterd over wat hij te zien en te horen kreeg op de plek van het eerste CPC-congres was de vooraanstaande Belgische sinoloog Pierre Ryckmans (1935-2014) toen hij er in 1972 een kijkje nam. Rond de opgestelde vergadertafel stonden twaalf stoelen en als congresdatum werd 1 juli 1921 vermeld. Allebei onjuist, aldus Ryckmans, want er waren meer congresdeelnemers en het congres was op een latere datum begonnen. In zijn befaamd geworden boek Ombres Chinoises (Chinese Schimmen), dat hij in 1974 publiceerde onder zijn pseudoniem Simon Leys, maakte hij er gehakt van.

De datum 1 juli komt nog aan bod, maar eerst die slechts twaalf zitplaatsen rond de vergadertafel. Leys wist zeker dat er meer congresdeelnemers waren geweest. Waren de buitenlanders Sneevliet en Nikolsky en/of Chinese congresgangers die later met de CPC hadden gebroken of uit de partij waren gezet stilletjes weggemoffeld? Het antwoord is: ja.

Ook het personeel van de historische plek moest het bij Leys/Ryckmans ontgelden. Wat een domkoppen, was zijn oordeel. In haar al genoemde beschouwing legt Denise Ho echter uit dat het anders zat. Het personeel wist heus wel dat er onjuistheden en ongerijmdheden werden getoond en verteld. Maar, schrijft ze, het had nu eenmaal instructies de oprichting van de partij en de rol daarbij van Mao Zedong te ā€˜mythologiserenā€™.

Kennelijk lag het vanaf 1980 (ā€˜Grote Roergangerā€™ Mao was in 1976 overleden) wat minder gevoelig. Ho noteert dat het congres-pand dat jaar is gerenoveerd en de expositie vernieuwd: “Sinds die tijd worden alle dertien namen genoemd”. Dat wil zeggen: de namen van de dertien aanwezige Chinese congresdeelnemers. Zoals vermeld waren er echter ook twee buitenlanders: Sneevliet en Nikolsky.

“Mao was gewoon een van de deelnemers, hij vertegenwoordigde slechts een handjevol mensen.”

Voorts meldt Ho dat vanaf 1980 ook fotoā€™s te zien waren van Chen Duxiu (1879-1942) en Li Dazhao (1889-1927). Zij waren de prominentste initiatiefnemers tot oprichting van de CPC, maar ze waren verhinderd het eerste nationale partijcongres bij te wonen. Li had veel invloed op Mao met de opvatting dat de communisten zich niet moesten verlaten op het stedelijke proletariaat maar op de arme boerenmassaā€™s. In 1927 werd Li door anti-communisten gearresteerd en opgehangen.

Chen werd ondanks zijn afwezigheid door het eerste partijcongres gekozen tot secretaris-generaal (leider) van de partij. In 1925 kreeg hij het aan de stok met Mao. Die vond dat de CPC zich vooral op de boeren moest richten, Chen meende dat het vooral moest gaan om de arbeiders (het proletariaat in de steden) en dat ook de burgerij (bourgeoisie) in China nog een rol te spelen had. In 1927 werd Chen gedwongen af te treden als secretaris-generaal, eind 1929 werd hij uit de partij gezet.

Beeldengroep van de dertien Chinese congresgangers: in het midden Mao,  prominenter weergegeven dan de anderen.
Beeldengroep van de dertien Chinese congresgangers: in het midden Mao, prominenter weergegeven dan de anderen – Foto Dian Suwarsaputri

De dertien Chinese congresgangers krijgen niet alleen aandacht op forse panelen in de nieuwe Memorial Hall. In hetzelfde gebouw staan ze ook als meer dan manshoge beeldengroep. Opvallend: in de groep staat Mao centraal Ć©n iets meer naar voren dan de anderen. Het eerste CPC-congres gaf daartoe geen aanleiding. Mao was gewoon een van de deelnemers, hij vertegenwoordigde slechts een handjevol mensen in zijn eigen provincie, Hunan, en hij kreeg geen partijfunctie toegewezen.

Pas het derde partijcongres (1923) deed dat wel. Toen werd Mao gekozen in het zeven leden tellende Executief ComitƩ, een functie die hij twee jaar later overigens weer kwijtraakte. In april 1927 werd hij plaatsvervangend lid van het Centraal ComitƩ en in augustus dat jaar plaatsvervangend lid van het Politbureau. Die laatste functie werd hem al drie maanden later weer ontnomen, maar in 1930 opnieuw toegekend. Later in de jaren dertig en begin jaren veertig voerde Mao een verwoede strijd om in de partij hogerop te komen. In 1945 was zijn overwinning compleet. Hij werd aangesteld als voorzitter (een functietitel die eerder niet bestond), als hoofd van het Politbureau en hoofd van het secretariaat van het Centraal ComitƩ. Daarmee had hij alle topfuncties in handen.

In 2011 meldde The New York Times overigens dat de CPC in juni dat jaar was gekomen met de Chinese vertaling van een Russisch-talig Komintern-document. Daarin was sprake van twaalf congresgangers: tien Chinezen en twee ā€˜Sovjet-organisatorenā€™. Geen 13, geen 13 + 2, maar 10 + 2. Eigenaardig.

De zaal met panelen voor de dertien Chinese congresgangers plus (links) het paneel voor de buitenlanders Sneevliet en Nikolsky.
De zaal met panelen voor de dertien Chinese congresgangers plus (links) het paneel voor de buitenlanders Sneevliet en Nikolsky – Foto Dian Suwarsaputri

Interessanter is dat het document tevens de – door anderen bevestigde – juiste begindatum noemt van het eerste CPC-congres: 23 juli 1921. Maar de officiĆ«le datum was en is toch 1 juli 1921? Zhang Baijia van het Onderzoeksbureau voor Partijgeschiedenis gaf enige toelichting in een bijlage bij partijkrant het Volksdagblad. Terwijl Mao met zijn strijders verbleef in grotten in Yanā€™an (provincie Shaanxi) wilde hij in 1941 dat de twintigste verjaardag van de CPC zou worden herdacht. Probleempje: hij wist de datum niet meer. Zhang Baijia:

Niemand herinnerde zich de openingsdatum van het eerste partijcongres. Ze herinnerden zich alleen dat het in juli was, dus ze besloten: 1 juli.

Die datum werd ook vastgelegd in een document van het Centraal ComitĆ© van de partij. The New York Times citeerde een Chinese historicus die, gezien de gevoeligheid van de zaak, anoniem wilde blijven: “De belangrijkste reden dat ze het (1 juli, red.) niet veranderen is omdat ertoe is besloten door Mao”.

Al in 2004 kwam het officiĆ«le persbureau Xinhua trouwens met een gelijkluidende melding. Eind jaren zeventig hadden partijhistorici vastgesteld dat 23 juli 1921 de datum was waarop het eerste CPC-congres was begonnen, aldus het achtergrondverhaal over de Chinese partijvorming. Ook in 1984 kwam de datum 23 juli al eens naar buiten. In 1980 was een pak van 452 paginaā€™s aan originele documenten beschikbaar gekomen, zij het toen nog alleen voor beperkt gebruik binnen de partij. In 1984 kwam het tijdschrift čæ‘代史ē”ē©¶ (Modern Chinese Historty Studies) met een selectie van feiten uit dat dikke pak papier. Een van die feiten: het eerste CPC-congres begon op 23 juli 1921.

Een mooi ijkpunt voor de juistheid van die datum is een incident tijdens het congres. Op zeker moment kwam een zogenaamd beschonken man de vergaderlocatie binnenstommelen en verdween weer. Sneevliet rook onraad: “Ik stel voor de vergadering onmiddellijk te schorsen en laten allen zich langs verschillende wegen uit de voeten makenā€™ā€™. Korte tijd later, het was de avond van 30 juli en volgens deelnemers was het congres een week aan de gang, stormden zeven politiemensen het pand binnen. Twee gedelegeerden die waren achtergebleven werden meegenomen. Na uren ondervraging konden ze weer gaan. De volgende dag werd het congres afgerond op een toeristische boot op het Zuidmeer in Jiaxing, zoā€™n 110 kilometer van Shanghai.

Mao in 1927 (Publiek Domein - wiki)
Mao Zedong in 1927. Volgens auteursduo Jung Chang/Jon Halliday ontbrak hij bij de oprichting van de communistische partij, die ze dateren in 1920.
Met een geheel andere oprichtingsdatum van de partij kwam in 2005 het Chinees-Brits-Ierse auteurs(echt)paar Jung Chang en Jon Halliday in een vuistdikke Mao-biografie. Niet in 1921 maar in augustus 1920 is de communistische partij opgericht (door een groepje in Shanghai rond Chen Duxiu), aldus de auteurs. Ze stellen dat hun gelijk wordt bevestigd “zowel door het officiĆ«le tijdschrift van de Komintern als door een van de gezanten van Moskou die het eerste congres organiseerde”. Voor dat laatste verwijzen ze naar een boek van de Amerikaanse sinoloog Tony Saich die refereert aan een brief uit 1923 van Maring/Sneevliet aan Komintern-voorman Grigori Zinovjev. Jung Chang en Jon Halliday noemen het ā€˜een teer puntā€™. In hun lezing immers was Mao niet betrokken bij de oprichting van de communistische partij, in de gangbare versie ā€“ die ook de officiĆ«le Chinese is ā€“ was hij dat wel, namelijk in juli 1921.

Inderdaad waren er al vĆ³Ć³r 1921 her en der in China (en zelfs in Parijs en Tokio) organisatorische initiatieven, maar van een landelijke partij was (nog) geen sprake. Kleine groepjes sloten zich aaneen en noemden zich communistische partij, communistische partij-afdeling of communistische partijgroep. Zo ook in augustus 1920 in Shanghai. Deze groep rond Chen Duxiu speelde een centrale rol bij het streven tot landelijke partijvorming te komen en had daarover ook contact met de Komintern.

Tot de formele oprichting van de landelijke partij, de CPC, kwam het dus eind juli 1921. Het was allemaal nog heel klein. De congresgangers vertegenwoordigden bij elkaar slechts iets meer dan vijftig mensen ā€“ hooguit een zandkorreltje op het enorme strand van destijds ongeveer 475 miljoen inwoners van China. Ook in juli 1922 was het met 195 CPC-leden nog klein bier. Later ging het om aanzienlijk grotere aantallen. In 1956 telde de partij volgens eigen opgave 10,7 miljoen leden, in 1977 35 miljoen en in 1983 40 miljoen. Volgens de jongste opgave van de Afdeling Organisatie van het Centraal ComitĆ© van de CPC waren er op 31 december 2023 99,2 miljoen partijleden ā€“ op een inmiddels totale bevolking van ruim 1,4 miljard mensen.

Ervaringen in Indiƫ

Dat het aantal communisten in 1921 wel heel erg klein was, was uiteraard ook Henk Sneevliet opgevallen. Met zoiets had hij eerder te maken gehad in Indiƫ. Op 9 mei 1914 was op zijn initiatief in Surabaya (Java) de Indische Sociaal-Democratische Vereeniging (ISDV) opgericht. In 1920 werd de naam veranderd in Perserikatan Komunis di Hindia (Communistische Vereniging in Indiƫ) en in 1924 in Partai Komunis Indonesia (PKI).

Henk Sneevliet in de jaren 1930
Henk Sneevliet in de jaren 1930 – Foto Jacob Merkelbach / Stadsarchief Amsterdam
Bij de oprichting was de ISDV een miniem clubje. De oprichtingsvergadering werd bijgewoond door dertig mensen, al zei de tot voorzitter gekozen L.D.J. Reeser te verwachten dat de partij spoedig honderd leden zou tellen. Om de Indonesische massaā€™s te kunnen bereiken werd besloten tot samenwerking met de Sarekat Islam. Die in 1912 opgerichte SI (aanvankelijk vooral bestaande uit batikhandelaren) was de eerste nationalistische, dus anti-koloniale massa-organisatie in IndiĆ«. Naar eigen zeggen telde de SI in 1919 zoā€™n twee miljoen leden. Sneevliet en de zijnen zochten samenwerking en de ISDV/PKI wist in SI-kringen mensen te werven die in de PKI een prominente rol zouden gaan spelen. Denk aan Darsono (1897-1976) en Semaoen (1899-1971).

Het was dus niet zonder reden dat Sneevliet, voordat hij naar China vertrok, in Nederland nadrukkelijk onder de aandacht bracht wat aangaande AziĆ« een belangrijke conclusie was geweest van het tweede Komintern-congres in juni 1920: “De communisten moeten overal onder de massa gaan en in de organisaties binnendringen”. Het zou in China zijn voornaamste leidraad zijn.

Nadat hij als Komintern-afgezant per boot was aangekomen in Shanghai (3 juni 1921) oriƫnteerde Sneevliet zich op de situatie. Nog maar tien jaar eerder was de laatste keizerlijke dynastie ten val gebracht. Wat Sneevliet aan geestverwanten aantrof in het chaotische en in stukken uiteengevallen land, was een clubje van vooral intellectuelen en studenten die niet eens allemaal geheel marxistisch/communistisch geƶriƫnteerd waren. Als partij zouden zij geen enkele aantrekkingskracht hebben op de arbeidersklasse, meende Sneevliet/Maring.

Samenwerking met de Kwomintang

Daarom zou volgens hem in dat stadium ā€˜een propagandistische groep veel beter geweest zijnā€™. Aangezien het toch kwam tot partijvorming, vond Sneevliet het nodig een weg te zoeken uit het isolement. Daarbij koerste hij op het kompas van zijn Indische ervaring ā€“ de samenwerking van de ISDV met de SI. In China moesten de communisten volgens hem samenwerking zoeken met de grote, nationalistische Kwomintang (ook wel geschreven als: Guomindang). Ter vergelijking: begin 1923 had de CPC minder dan driehonderd leden, de Kwomintang zoā€™n 150.000.

Plaats van het Eerste Nationale Congres van de Kuomintang in 1924
Plaats van het Eerste Nationale Congres van de Kuomintang in 1924 (CC BY-SA 3.0 – Pedist – wiki)

De Chinese kameraden stelden zich in Sneevliets ogen echter nogal sectarisch op, ze hechtten vooral sterk aan volledige zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Volgens Sneevliet moest dat dus anders: als communisten weliswaar een zelfstandige positie houden, maar tevens samenwerken met de burgerlijk-nationalistische Kwomintang, waarin hij overigens ook socialistisch georiƫnteerde intellectuelen had waargenomen.

Historicus en trotskist Fritjof Tichelman heeft Sneevliet in een beknopte biografie verweten geen goed zicht te hebben gehad op verschillen tussen Indiƫ en China, en de CPC op een zeer riskant spoor te hebben gezet. In een recensie over Tichelmans boekje liet John Jansen van Galen er in de Haagse Post weinig van heel. Hij stelde dat Tichelman onder meer belangrijke feiten had weggelaten en concludeerde:

Dat Sneevliet geen groot marxistisch theoreticus was, hoeft Tichelman nauwelijks te betogen. Maar intuĆÆtief wees hij zijn Chinese kameraden de weg, die naar de overwinning zou voeren: via de Kwomintang de verbinding tot stand brengen met de industrie-arbeiders en de boeren.

Chiang Kai-shek in 1945
Chiang Kai-shek in 1945
De debatten die Sneevliet in 1921, 1922 en 1923 voerde met de CPC-leiding kunnen hier verder onbesproken blijven. Bart van der Steen besteedde er in een bijdrage aan Historiek al aandacht aan. Wel nog de opmerking dat de manier waarop Sneevliet trachtte de Chinese kameraden te overtuigen de nodige irritatie wekte. Zijn Chinese biografe Li Yuzhen zei er tegenover De Groene Amsterdammer dit over.

Hij gedroeg zich tamelijk ruw, maar dat is geen reden om hem te haten. Het was zijn eerste bezoek aan China en hij wist weinig van de Chinese cultuur. Hij zag zichzelf als een Prometheus die van de Olympus het vuur naar de mensen brengt.

Een man met een missie inderdaad, die Maring/Sneevliet. In China kreeg hij uiteindelijk zijn zin, mede doordat ook de Komintern druk uitoefende. CPC en Kwomintang sloten een verbond dat stand hield tot in 1927. Toen kwam het tot een breuk, nadat de door Chiang Kai-shek aangevoerde rechtervleugel in de Kwomintang de overhand had gekregen en zich tegen de communisten keerde. Het gevolg was een burgeroorlog. De CPC trok aan het langste eind: op 1 oktober 1949 maakte Mao op het Tien An Men Plein in Beijing de stichting bekend van de Volksrepubliek China. Wat resteerde van de Kwomintang had zich teruggetrokken op Taiwan.

Op zoek naar de geschiedenis

Het jaar na hun zegepraal deed zich bij de communisten de vraag voor: waar is het eigenlijk allemaal begonnen, waar precies is onze partij opgericht? Bij de autoriteiten bleek daarover geen kennis voorhanden, dus werden twee stafleden van het Shanghai Museum aan het werk gezet.

Li Hanjun: partij verlaten
Li Hanjun: partij verlaten
Dat leidde al snel tot een opmerkelijke stap: om de onderzoekers te helpen, werd Yang Chuhui uit de gevangenis vrijgelaten. Zij was de weduwe van Zhou Fohai (1897-1948). Zhou had deelgenomen aan het eerste CPC-congres, maar was later overgestapt naar de Kwomintang en had in de Tweede Wereldoorlog zitting genomen in de met de Japanners collaborerende ā€˜Gereorganiseerde Nationale Regeringā€™ van Kwomintang-afvallige Wang Jingwei. Zhou kreeg er de doodstraf voor. Die werd omgezet in levenslang, maar hij leed aan hart- en maagproblemen, waaraan hij in 1948 in de gevangenis overleed.

Zijn nagelaten geschriften, die achter slot en grendel werden bewaard omdat ze van een verrader stamden, kwamen ter beschikking van de onderzoekers in Shanghai. Die geschriften noch de informatie van weduwe Yang Chuhui leidden tot een doorbraak. Dat was wel het geval met een opgeduikelde foto van de Bowen Meisjesschool in Shanghai. Had daar het partijcongres plaatsgevonden? Nee, meldde Dong Biwu (1886-1975), die zelf aan dat congres had deelgenomen. Wel waren in de meisjesschool voor de afgevaardigden slaapplaatsen geregeld. De doorbraak kwam toen Dong vertelde dat het congres was gehouden in het huis van Li Shucheng (1882-1965), oudere broer van congresdeelnemer Li Hanjun (1890-1927).

Na de vrijlating van Zhou Fohaiā€™s weduwe Yang Chuhui betekende dat een tweede pijnlijk moment in het onderzoek. Li Shucheng was het probleem niet. Toen het onderzoek liep, was hij in Beijing minister van landbouw. Pijnpunt was wĆ©l diens broer Li Hanjun. Die had weliswaar deelgenomen aan het eerste CPC-congres, maar hij had in 1924 de partij verlaten om over te stappen naar de Kwomintang. Daar kreeg hij onenigheid, wat ertoe leidde dat hij in 1927 werd gevangengenomen en vermoord.

Historische grond. Hier vond het eerste CPC-congres plaats en was tot in 2020 een expositie te zien. Anno 2024 zitten de deuren zelfs op 1 juli, officieel de CPC-oprichtingsdag, potdicht. Wel hangt de partijvlag in top.
Historische grond. Hier vond het eerste CPC-congres plaats en was tot in 2020 een expositie te zien. Anno 2024 zitten de deuren zelfs op 1 juli, officieel de CPC-oprichtingsdag, potdicht. Wel hangt de partijvlag in top – Foto: Dian Suwarsaputri

Een noedelbedrijfje

Maar pijnpunt of niet, de gezochte historische plek leek in beeld. In 1921 lag die in de zogeheten Franse concessie in Shanghai. Westerse machten hadden destijds in verscheidene Chinese steden nog extraterritoriale gebieden (ā€˜concessiesā€™) in handen waar zij de dienst uitmaakten, niet de Chinese overheid. Het adres van de toenmalige, in 1920 gebouwde dubbele woning van Li Shucheng was 106-108 rue Wangzhi (of Wantz), in 1943 omgedoopt tot 76-78 Xingye Road.

Onderzoeker Shen Zhiyu ging er met de weduwe Yang Chuhui heen. Wat ze aantroffen, was noedelbedrijfje Hengfuchang Noedels en twee gezinnen die op de eerste verdieping woonden. Toen die hoorden dat ze woonden en werkten op de plek waar de CPC was opgericht klapten ze, zo wordt beweerd, lachend in hun handen. Ook heet het dat ze geen bezwaar maakten dat ze het veld zouden moeten ruimen voor een museum(pje).

De partij-organisatie in Shangai ging inderdaad tot daden over. Om te beginnen werd in 1951 het historische vastgoed gehuurd, waarna het in mei 1952 werd gekocht. Het onderzoek ging intussen door. In 1954 bevestigden voormalig congresganger Bao Huiseng (1894-1979) en Xue Wenchu, de vrouw van Li Shucheng: ja, dit is inderdaad de historische plek. Voormalig congresganger Dong Biwu beantwoordde tijdens een bezoekje in 1956 de vraag waar dan precies was vergaderd: op de begane grond. Al een jaar eerder was begonnen aan ontwerpen voor de inrichting van de herinneringsplek. Zo werd van was een diorama gemaakt: Mao, staand, aan het woord en zittend rond de tafel anderen, onder wie Sneevliet, die luisteren.

1 juli 2024: in de Memorial Hall bij uitstek een goede dag voor een kleine ceremonie met een groepje (aankomende?) partijleden.
1 juli 2024: in de Memorial Hall bij uitstek een goede dag voor een kleine ceremonie met een groepje (aankomende?) partijleden – Foto: Dian Suwarsaputri

Aanvankelijk waren er plannen voor een groter museum op de historische locatie, maar door financiĆ«le krapte kwam het daarvan in de jaren vijftig niet. In 2021 werd schuin aan de overkant van de kruising die in het Engels wordt aangeduid als Xingye Road/South Huangpi Road echter de moderne, ruime Memorial Hall geopend. De permanente expositie daar beslaat 3.700 vierkante meter, samen met andere voorzieningen (zoals een zaal voor bijeenkomsten en allerlei dienstruimten) omvat het gebouw 9.600 vierkante meter. Desgevraagd vertelt een dame van de informatiebalie van de Memorial Hall dat anno 2024 zoā€™n zesduizend bezoekers per dag worden ontvangen.

De locatie van het CPC-oprichtingscongres (Xingye Road) sloot in november 2020 de deuren vanwege restauratie en renovatie, aldus de informatiefolder van de nieuwe Memorial Hall. Kennelijk is het van heropening tot nu toe niet gekomen. Zelfs op 1 juli 2024 (de officiƫle CPC-oprichtingsdatum) was de locatie dicht, terwijl de Memorial Hall, normaliter op maandagen gesloten, op maandag 1 juli 2024 wƩl geopend was.

Bronnen ā–¼

– Max Arian: ā€˜Hij was geen koloniaalā€™. Interview met de biografe van Sneevliet. In: De Groene Amsterdammer, 13 april 2002.
– Guide Map: The Memorial Hall of the First National Congress of the Communist Party of China (Shanghai z.j.).
– Denise Y. Ho: Making a Revolutionairy Monument. The Site of the First National Congress of the Chinese Communist Party. In: Denise Y. Ho: Curating Revolution. Politics on Display in Maoā€™s China (Cambridge 2018).
– John Jansen van Galen: Henk Sneevliet gedegradeerd tot moordenaar van de Chinese revolutie, in: Haagse Post, 9 november 1974.
– Jung Chang, Jon Halliday: Mao. Het onbekende verhaal. (Amsterdam 2005).
– Laszlo Ladany: The Communist Party of China and Marxism, 1921-1985. A Self-Portrait (London 1988/2018).
– Samuel Liang: The Past and Present of the CCP First Congress Memorial, Shanghai. In: The China Beat (thechinabeat.blogspot.com), 27 januari 2009.
– Max Perthus: Henk Sneevliet, revolutionair-socialist in Europa en AziĆ« (Nijmegen 1976).
– Didi Kirsten Tatlow: On Party Anniversary, China Rewrites History. In: The New York Times, 20 juli 2011.
– Fritjof Tichelman: Henk Sneevliet. Een politieke biografie (Amsterdam 1974).
– 共äŗ§äø»ä¹‰å°ē»„ēš„å»ŗē«‹äøŽäø­å›½å…±äŗ§å…šēš„ęˆē«‹ (De oprichting van de Communistische Groep en de oprichting van de Communistische Partij van China), Xinhuanet, 25 oktober 2004.
– äø­å›½å…±äŗ§å…šå…šå†…ē»Ÿč®”å…¬ęŠ„ (Statistisch Bulletin van de Communistische Partij van China), Xinhua News Agency, 30 juni 2024.

Ronald Frisart (1955) werkte in loondienst 42 jaar als journalist, soms regionaal, maar vooral op de gebieden binnenland, buitenland en economie. Eerst voor het ANP, daarna voor (combinaties van) Haarlems Dagblad/IJmuider Courant, Leidsch Dagblad, De Gooi- en Eemlander en Noordhollands Dagblad. Ook werkte hij nu en dan voor de regionale krantenclub Gemeenschappelijke Persdienst (GPD), zoals in 1997/1998 als correspondent in Indonesiƫ. Foto: Douwe van Essen

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 52.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×