Wetenschappers zijn erin geslaagd het DNA van de wereldberoemde ijsmummie Ötzi te ontrafelen.
De onderzoekers hebben de DNA-structuur van de ijsmummie weten reconstrueren aan de hand van een stukje bot ui zijn heup. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat Ötzi bruine ogen en bloedgroep O had. Volgens de onderzoekers kon hij lactose daarnaast niet verdragen. Hiervoor zou hij niet de benodigde, relatief moderne, Europese genen hebben gehad.
De Duitse amateurbergbeklimmers Helmut en Erika Simon vonden de ijsmummie op 19 september 1991 bij het Ötztal, aan de Italiaanse zijde van de grens tussen Oostenrijk en Italië. Wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat het om het lijk van een man ging die rond 3150 voor Christus overleed. Aanvankelijk werd de mummie in de media de Similaun-man genoemd, later werd hij vernoemd naar het dal waar hij gevonden was.
De oudste menselijke mummie die ooit in Europa is gevonden is gewild ‘onderzoeksmateriaal’. Eerder ontdekten wetenschappers bijvoorbeeld dat Ötzi zes verschillende mossoorten in zijn maag had. Volgens de onderzoekers kreeg Ötzi mos binnen bij het innemen van voedsel en drank. Ze vermoedden dat de ijsmummie eten in mos verpakte. Hij zou mos niet alleen als voedsel hebben gebruikt maar ook om wonden mee te behandelen.
In de schouder van de mummie werd al eens een pijlpunt gevonden. Ötzi overleed vermoedelijk rond zijn veertigste levensjaar. Vlak voor zijn dood zou hij nog een stuk rendiervlees hebben gegeten.
DNA
Onlangs zijn wetenschappers er dus ook in geslaagd de DNA-structuur van de ijsmummie te ontrafelen. Volgens de onderzoekers leek Ötzi bij leven het meest op de Europeanen die nu op Corsica en Sardinië leven. Opvallend, want hij lijkt genetisch dus niet op de huidige Alpenbewoner, terwijl hij daar wel werd gevonden. De wetenschappers hebben de resultaten van hun onderzoek deze week gepubliceerd in het vakblad Nature Communications.
Boek: De Gletsjermummie