Ook de stad Nijmegen speelde, net als veel andere Nederlandse steden, een rol in het koloniale slavernijsysteem. Uit nieuw onderzoek blijkt dat het stadsbestuur en de lokale economie tussen 1596 en 1873 een actieve rol speelden in het in stand houden van de slavernij. Lokale machthebbers ondersteunden het systeem niet alleen bestuurlijk, maar profiteerden er ook financieel van – als investeerders in koloniale ondernemingen, aandeelhouders in de VOC en WIC, en via sleutelposities binnen koloniale besluitvormingsorganen.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen vroeg de Radboud Universiteit vorig jaar om te onderzoeken in hoeverre het stadsbestuur, individuele bestuurders en onder het stadsgezag vallende organisaties in het verleden betrokken waren bij koloniale slavernij.

Deze handelscompagnie werd binnen enkele jaren een machtsfactor in Azië, die vanaf het begin op grote schaal slavenarbeid inzette voor het bereiken van haar commerciële doelen. De vlaggen laten zien dat al vanaf de eerste momenten van Nederlands kolonialisme Nijmegen geïnteresseerd was om daar deel vanuit te maken.
Als belangrijke stad in het gewest Gelre had Nijmegen aanzienlijke politieke invloed. Nijmeegse stadsbestuurders speelden volgens de onderzoekers een sleutelrol in de Staten-Generaal en waren actief in commissies als “West-Indische Zaken” en “Oost-Indische Zaken”, waar besluiten werden voorbereid over onder meer het met geweld neerslaan van slavenopstanden. Sommige bestuurders, zoals François Verbolt en oud-burgemeester Adam Jacob Smits, waren verder nauw betrokken bij koloniale plannen in Zuid-Amerika en vernoemden zelfs schepen naar hun landgoederen.
Hout en ossen
De onderzoekers concluderen verder dat Nijmegen ook economisch bijdroeg aan het koloniale systeem, onder meer door het leveren van hout voor de scheepsbouw en ossen om de bemanningen van VOC- en WIC-schepen tijdens hun verre reizen te voeden. Daarnaast was de stad een belangrijke vertrekplaats voor militairen en matrozen, die in groten getale dienst namen in de koloniën.
Niet alleen de elite, maar ook bredere lagen van de bevolking kwamen volgens het onderzoek in aanraking met koloniale slavernij. Lokale kranten berichtten regelmatig over de koloniën, vaak vanuit een racistisch perspectief, en koloniale goederen vonden hun weg naar de Nijmeegse huishoudens.
De beeldvorming over tot slaaf gemaakte Afrikanen in het circulerende drukwerk was dat van wilde opstandelingen, en de Nijmeegsche Courant sprak zich laatdunkend uit over de afschaffing van slavernij.
Publieksversie
Het onderzoek, uitgevoerd door junioronderzoekers Luc Meijboom en Lianne Wilhelmus onder begeleiding van historici Coen van Galen en Joris van den Tol van de Radboud Universiteit, draagt de titel Nijmegen & Slavernij. Publiek bestuur en persoonlijk profijt, 1596-1873. Vrijdag stelt de gemeente een verkorte publieksversie publieksversie van het rapport beschikbaar, onder meer via de Nijmeegse bibliotheken en lokale scholen. De volledige studie is vrij toegankelijk via open access.