Het kon niet uitblijven. ‘In ons taalgebied bestaat geen boek waarin een onderzoeker papyrologie uitlegt aan het grote publiek’. Jona Lendering, historicus met een groot wetenschappelijk oeuvre op het gebied van de oudheidkunde, voldoet daarom in een behoefte met de publicatie van Bedrieglijk echt – Oude papyri, moderne controverses. Hij levert daar meteen ook een video bij, met een korte cursus ‘vervalsen van oudheidkundige teksten’.
Dat is in werkelijkheid natuurlijk niet de bedoeling. Maar hij legt op de video en in het boek duidelijk uit wat er allemaal komt kijken om een goede vervalsing te fabriceren, die een onderzoeker eeuwige roem zou kunnen opleveren, maar ook verguizing wanneer het bedrog duidelijk blijkt. ‘Papyrologie is een vakgebied met problemen’. Een belangrijk deel van het boek is gewijd aan recente gevallen van regelrecht bedrog, waarbij reputaties niet worden gespaard.
Wie het weblog van Lendering, Mainzer Beobachter, een beetje kent, weet dat hij zich enorm kan ergeren aan ‘kwakhistorici’; wetenschappers die, soms tegen beter weten in, gretig onwetenschappelijke theorieĂ«n ondersteunen. Regelmatig rekent hij af met oudheidkundige berichtgeving die, als het even kan, vaststaande theorieĂ«n een sensationele wending bezorgt, maar bijna altijd onjuist blijkt te zijn. Omdat wat te mooi is om waar te kunnen zijn, meestal niet waar is.
De vrouw van Jezus
De druppel die bij Lendering de emmer deed overlopen, en uiteindelijk ook de aanleiding was voor het boek, is de ontdekking in 2012 van het Evangelie van de Vrouw van Jezus. De Amerikaanse onderzoekster Karen King onthulde dat er een snipper papyrus was gevonden waarop in het Koptisch was te lezen dat Jezus over iemand sprak als ’mijn echtgenote’. Het bericht ging onmiddellijk de wereld rond, want het fragment zou een revolutionaire verandering kunnen betekenen voor de positie van de vrouw in de kerk. Er waren meteen geruchten dat dit geheim door het Vaticaan verborgen werd gehouden.
Toen ontdekte de Belgische oudheidkundige Leo Depuydt dat de tekst een lappendeken vormde van amateuristisch gecombineerde passages uit het (apocriefe) Evangelie van Thomas. Later werd ook nog geconcludeerd dat de vervalser een zetfout in de online-editie van dit bijbelboek nauwkeurig had overgeschreven, wat betekende dat de samensteller het Koptisch niet voldoende beheerste.
Dat dit de ‘smoking gun’ was werd aanvankelijk niet erkend, stelt Lendering. Hij beschrijft het vervolg als een sketch van Monty Python. King kondigde laboratoriumonderzoek aan. Volgens Lendering een rookgordijn, omdat de Havardonderzoekers ‘hun eerstejaarsstof waren vergeten’, terwijl recente andere vervalsingen nog vers in het geheugen moesten liggen.
“Geen oudheidkundige die het zout in de pap waard was zou na alle heibel nog hebben durven opperen dat het lab uitsluitsel kon bieden.”
Dat gebeurde dan ook niet. De papyrus was oud, de inkt vervaardigd volgens antiek recept, onderzoek met de elektronenmicroscoop leverde weinig op. Toch concludeerde Harvard de papyrus in zijn persbericht: ‘Gospel of Jesus’s Wife’ Papyrus Fragment to be Ancient’. Die ouderdom was niet onjuist, maar misleidend. Pas in juni 2016 werd de vervalser geĂ¯dentificeerd. Lendering:
“We weten sinds 2014 dat wetenschappers bereid zijn rookgordijnen op te trekken om fouten niet toe te hoeven geven.”
Papyruswetenschap
Lendering’s boek begint met een uitleg van wat papyrus is: een voorloper van papier, vervaardigd van de stengels van de papyrusplant, die later werd vervangen door perkament. Ze maakten deel uit van de materiĂ«le cultuur, legt Lendering uit, en gingen dus de weg van alle stof: ze raakten versleten en vergingen. Daarom waren er in de Oudheid en de Middeleeuwen altijd kopiisten die er voor zorgden dat de informatie weer een tijd mee kon.
De selectie van de te kopiëren tekst laat zien welk belang er aan werd gehecht. De gedichten van Homerus vonden steeds nieuwe bewonderaars en zijn bewaard gebleven omdat ze steeds opnieuw werden gekopieerd. Een oud kasboek was niet zo belangrijk, dus waarschijnlijk is de informatie daarin, over de toenmalige samenleving, verdwenen. De papyrologie omvat de bestudering van teksten die nog in de Oudheid zijn geschreven en dus niet tot ons zijn gekomen via een keten van antieke en middeleeuwse kopiisten. Pas de boekdrukkunst in de vijftiende eeuw maakte die bezigheid overbodig.
Lendering gaat uitvoerig in op de achtergronden. Hoe werd destijds een papyrusrol gemaakt? Waarom wordt soms een kartonnage – mummiemasker – gedemonteerd om de inhoud? Waarom is de plaatsbepaling van een opgraving belangrijk? Hoe zit het met de zwarte markt? Hoe wordt een papyrus geconserveerd? Hoe wordt de leeftijd van de tekst bepaald? Hoe worden de papyri, die zeer gevoelig zijn voor daglicht, door een museum gepresenteerd?
Ook worden de laboratoriumtechnieken behandeld die worden gebruikt om de vondsten te analyseren en vervalsingen te detecteren, zoals spectroscopie en koolstofdatering. Die technieken worden steeds verder vervolmaakt, wat duidelijk wordt in een hoofdstuk over triomfverhalen.
Niet alle mensen deugen
Niet alleen oudheidkundigen hebben belangstelling voor antieke teksten. Ook vakantiegangers laten zich graag verleiden om iets authentieks uit een oeroude cultuur mee naar huis te nemen. Vrome en naĂ¯eve toeristen vormen een grote bron van inkomsten op de zwarte markt. Die er altijd al is geweest, maar hij nam aanzienlijk in omvang toe sinds de gewelddadige plunderingen in LibiĂ«, Egypte, SyriĂ« en Irak tijdens de Arabische Lente en het daar op volgende vandalisme in de Islamitische Staat. Een deel van de buitgemaakte voorwerpen ligt in onbekende depots te wachten totdat de vandalen de tijd gunstig achten om ze te gelde te maken.
Lendering waarschuwt dat wie gestolen voorwerpen aankoopt, of dat nu papyri zijn of andere antieke teksten, verdere plundering bevordert; iets dat tegenwoordig op industriĂ«le schaal gebeurt. Hij maakt duidelijk dat teksten zonder gedocumenteerde provenance – bewijzen van de herkomst – waardeloos zijn en dat ze door heling voorgoed verloren gaan.
Museum van de Bijbel
EĂ©n van zijn opmerkelijkste verhalen betreft de Greencollectie. Een rijke Amerikaan, Steve Green, tevens een behoudende christen, heeft sinds 2009 duizenden antieke voorwerpen aangekocht; in 2014 geschat op 40.000 exemplaren. Hij bracht een deel onder in een door hem in 2017 geopend Museum van de Bijbel in Washington.
Maar bonafide handelaren hadden niets van zijn handel opgemerkt. Er waren tussen 2009 en 2014 geen 40.000 objecten legaal op de markt gebracht. De Amerikaanse papyrologe Roberta Mazza, die een aangekochte Koptische vertaling van Paulus’ Brief aan de Galaten onderzocht, ontmaskerde een Turkse zwarthandelaar als leverancier. Het leidde tot een onderzoek van de FBI dat aantoonde dat de voorwerpen bij plunderingen in Syrië en Irak waren gestolen, wat Green op een boete van drie miljoen dollar kwam te staan.
Vooroordeelbevestigende vondsten
In 2018 bleken ook door het museum aangekochte Dode Zeerollen nep. Pikant daarbij waren fragmenten van de Dode Zee-rollen met een tekst uit het bijbelboek Leviticus die, stelt Lendering, ‘wel leek gemaakt voor behoudende christenen, want ze bevatte opmerkingen die homoseksualiteit veroordeelden’. De snipper perkament bleek een uitvoerige bewerking te hebben ondergaan, waarbij ook vuil was aangebracht. De letters op het perkament waren daar overheen geschreven. Ook onderdelen van een andere collectie, 20.000 voorwerpen van vader en zoon Martin SchĂ¿en sr. en jr., met meer doortrapte vervalste elementen, vielen uiteindelijk door de mand omdat voor het materiaal, dat was aangebracht om de zoutrijke regio van de Dode Zee als vindplaats te suggereren…. keukenzout was gebruikt.
Bij het afsluiten van Bedrieglijk echt, op 16 februari 2020, maakte Mazza aannemelijk dat een andere bij de Turkse zwarthandelaar aangekochte verzameling, de Sapfocollectie, van een illegale opgraving in Egypte afkomstig was. Het leidde tot een allerlaatste toevoeging in de tekst van het boek. Beter kon niet worden geĂ¯llustreerd dat de papyrologie als wetenschap volop in beweging is.
Dubieuze publicaties
En zo worden tal van fantastische vondsten ontrafeld. Want de verkoop van vervalsingen of dubieuze vondsten kan uitermate profijtelijk zijn. De oplichter die vervalsingen verkoopt en de dealer van gestolen waar hebben allebei belang bij stijgende prijzen. Ook de liefdadigheid mag daarbij niet buiten schot blijven. Het is aantrekkelijk antieke voorwerpen aan te kopen en te beheren totdat de waarde voldoende is gestegen. Als ze dan aan een museum worden geschonken kan worden geprofiteerd van belastingaftrek.
“Een anonieme verzamelaar betaalde in 2014 voor een stukje papyrus van elf bij vier centimeter met daarop woorden uit vijftien regels van Homerus’ Ilias 16.000 pond (toen 20.200 euro). Een even groot fragment uit Paulus’ ‘Brief aan de Romeinen’ werd geveild voor 301.000 pond (380.000 euro).”
Een ander middel om de prijs te laten stijgen is het normaal legale en respectabele middel van de wetenschappelijke publicatie. Het is geen toeval dat de Greencollectie subsidies verstrekte aan onderzoekers, want een publicatie maakte overdracht aan het Museum van de Bijbel fiscaal aantrekkelijk.
“Bijkomend voordeel was dat degenen die alarm hadden horen te slaan daar financieel belang bij kregen.”
In de archeologie heet zo’n publicatie brownwashing. Bruine verf is het best geschikt om beschadigingen te verbergen. In dit geval wordt informatie die illegaliteit kan verraden verborgen onder andere informatie. Lendering wijst op het bestaan van een Ethische Code van de Nederlandse Archeologie die dat moet voorkomen.
“De oudheidkundige die met een vervalser in zee gaat maakt zich met zijn publicatie medeplichtig aan oplichting. Alles staat en valt bij controleerbaarheid en transparantie. Wie een gestolen papyrus publiceert verleent hand- en spandiensten bij diefstal of heling.”
Cursus vervalsing oude objecten
Bij wijze van samenvatting van het boek heeft Jona Lendering ook een video geproduceerd, met een korte cursus ‘vervalsing van oudheidkundige teksten’ Hij legt daarin uit welke ingrediĂ«nten er nodig zijn om betrouwbaar lijkende vervalsingen te produceren en hoe, als het document eenmaal beschikbaar is, de prijs ervan kan worden opgedreven. Het is handig daarvoor naĂ¯eve journalisten in te schakelen, die door hun kennisachterstand gemakkelijk kunnen worden overbluft. Vervolgens is het raadzaam om het object op een besloten veiling van de hand te doen; de deelnemers, die denken er verstand van te hebben, denken ook de commerciĂ«le waarde in te kunnen schatten. En tegen de tijd dat er, na nauwkeurig en tijdslopend onderzoek, toch sprake blijkt te zijn van een vervalsing, is het misdrijf voor de rechter verjaard.
Boek: Bedrieglijk echt – Oude papyri, moderne controverses