De premierbonus wordt niet altijd uitgekeerd

3 minuten leestijd
De premierbonus wordt niet altijd uitgekeerd - Het Torentje van de premier op Google Street View
Het Torentje van de premier op Google Street View

De VVD hoopt bij de komende verkiezingen op een mooie uitslag dankzij de premierbonus. Zo worden de extra zetels genoemd die een partij in de wacht weet te slepen als de zittende minister-president haar lijsttrekker is. Maar de liberalen mogen zich nog niet rijk rekenen. De bonus wordt lang niet altijd uitgekeerd.

De premier is per definitie een Bekende Nederlander, die veel gratis publiciteit trekt. Alleen al zijn wekelijkse persconferentie zorgt ervoor dat zijn naam en gezicht met grote regelmaat in de krant en op tv te zien zijn. Zijn functie geeft hem bovendien extra cachet: de premier is geen gewone politicus, zoals zijn concurrenten, maar staat als regeringsleider enigszins boven de partijen.

Wazige krantenfoto

Poster van de PvdA: Kies de minister-president
Poster van de PvdA: Kies de minister-president
Wanneer de term ‘premierbonus’ voor het eerst is gebruikt is niet bekend, maar erg lang geleden kan het niet geweest zijn. Natuurlijk, ook Hendrik Colijn en Willem Drees profiteerden bij verkiezingen van de naamsbekendheid die zij als minister-president verwierven, maar tot begin jaren zeventig had een premier toch niet dezelfde status als tegenwoordig. Veel kiezers kenden hem alleen van wazige krantenfoto’s. Drees kon in de jaren vijftig nog rustig van huis naar kantoor wandelen zonder dat hij op straat werd herkend. Vooral de opkomst van de televisie heeft verandering in die situatie gebracht. Overigens kwamen grote schommelingen bij verkiezingen, waarbij tientallen zetels van partij veranderen, een halve eeuw geleden ook nog niet voor.

De premierbonus van Den Uyl

PvdA-leider Joop den Uyl was de eerste lijsttrekker die een fikse premierbonus mocht incasseren. Bij de Kamerverkiezingen in 1977 won zijn partij tien zetels, een voor die tijd ongekend aantal. Dat resultaat mocht voor een belangrijk deel op het conto van de populaire Den Uyl worden geschreven, die campagne voerde met de slogan ‘Kies de minister-president’. Den Uyl haalde zijn extra zetels overigens niet weg bij ‘rechts’: de winst van de PvdA ging geheel ten koste van de kleine linkse partijen PPR, CPN en PSP, die later zouden opgaan in GroenLinks. Zij moesten samen tien zetels inleveren.

Karwei

Negen jaar later zou het CDA bij de verkiezingen waarschijnlijk fors hebben verloren als lijsttrekker Ruud Lubbers niet premier was geweest. Slechts enkele weken voor de verkiezingen van 1986 voorspelden alle opiniepeilers nog een dramatische nederlaag voor de christendemocraten. Door de campagneleus ‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken’ en het staatsmanachtige optreden van de premier tijdens verkiezingsdebatten keerde het tij nog juist op tijd. Het CDA verloor niet, maar won negen zetels. Coalitiepartner VVD betaalde de rekening. Die partij moest er negen inleveren.

Een duidelijke premierbonus was ook weggelegd voor de PvdA in 1998. Lijsttrekker Wim Kok had vier jaar lang het succesvolle kabinet Paars I geleid en werd beloond met acht zetels winst. In dit geval ging die winst niet ten koste van coalitiegenoot VVD, want die won ook zeven zetels. ‘Juniorpartner’ D66 verloor er echter wel tien.

Mark Rutte in gesprek met Barack Obama, 2011 (cc)
Mark Rutte in gesprek met Barack Obama, 2011 (cc)

Piepklein plusje

Voor Koks opvolger Jan Peter Balkenende was een premierbonus niet echt weggelegd. Bij de verkiezingen van 2003, de eerste keer dat Balkende als premier de CDA-lijst aanvoerde, kon er nog gesproken worden van een piepklein plusje: een winst van één zetel. Maar bij de volgende twee verkiezingen met premier Balkenende als lijsttrekker leed het CDA verlies. In 2006 drie zetels, in 2010 maar liefst twintig.

De eerste verkiezingen waarbij Mark Rutte het premierschap en het lijsttrekkerschap combineerde waren die van vier jaar geleden. De VVD boekte toen een klinkende overwinning. Ze kreeg er tien zetels bij, evenveel als Den Uyl in 1977. Relatief gezien was het resultaat van Rutte zelfs nog beter dan dat van Den Uyl. De PvdA ging in 1977 van 43 naar 53 zetels, de VVD in 2012 van 31 naar 41.

Of Rutte dit kunststukje op 15 maart volgend jaar kan herhalen? De peilingen wijzen niet in die richting. Maar dat zegt niet zoveel. De verkiezingscampagne moet nog echt op stoom komen en zoals het verleden heeft uitgewezen: in een paar weken tijd kan er heel veel veranderen.

Fons Kockelmans werkte jarenlang in Den Haag als parlementair verslaggever. In oktober 2015 publiceerde hij het boek Van verzuiling tot versplintering. De Nederlandse politiek sinds de Nacht van Schmelzer.

Bekijk ook: Alle premiers van Nederland
Meer politieke geschiedenis
Boek: Alle 42 Premiers – Hun leven en loopbaan

0
Reageren?x
×