Tijdens de Olympische Spelen van 1968 was ook al geprotesteerd tegen rassendiscriminatie in de Verenigde Staten. De Amerikaanse atleten Tommie Smith en John Carlos wonnen toen goud en brons op de tweehonderd meter. Tijdens de huldigingsceremonie vroegen de atleten symbolisch aandacht voor de rassendiscriminatie in hun land.
Wayne Collett won tijdens de Spelen van 1972 in München zilver op de vierhonderd meter. Samen met zijn landgenoot Vince Matthews die goud had gewonnen, maakte hij een eigen statement tegen de rassendiscriminatie in de VS. De twee atleten negeerden het volkslied en bleven gewoon met elkaar praten.
Collett en Matthews verklaarden later dat ze geen aandacht besteden aan de nationale volkslied niet meezongen omdat de woorden uit The Star-Spangled Banner volgens hen niet waar waren. “Ik ga niet het volkslied zingen als ik niet geloof in de tekst”, zei Collett onder meer. Het duo werd na de protestactie voor het leven geschorst door het Internationaal Olympisch Comité (IOC).