De Nederlandse Staat blijkt 80 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de aankoop van twee belangrijke portretten van Rembrandt door het Rijksmuseum in Amsterdam. Minister Bussemaker zei dat afgelopen ochtend in het NOS Radio 1 Journaal.
De overige 80 miljoen euro moet door het Rijksmuseum bijeengebracht worden. Het museum gaf eerder aan goede hoopt te hebben voldoende fondsen bijeen te kunnen brengen. Bekend is dat in ieder geval de Vereniging Rembrandt geld beschikbaar stelt voor de aankoop van de twee portretten.
Toen museumdirecteur Wim Pijbes eind augustus bekendmaakte dat zijn museum op jacht was naar de portretten was er nog geen sprake van dat de overheid geld zou bijdragen.
De werken zijn momenteel in bezit van de Franse familie Rothschild en die heeft ze te koop gezet. Het gaat om de huwelijksportretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit, een dochter van Amsterdamse elite. De werken werden in 1634 geschilderd. Rembrandt maakte de twee werken toen hij net vanuit Leiden naar Amsterdam was gekomen. In 1877 werden de portretten gekocht door de familie Rothschild. Voor die tijd waren ze in bezit van de regentenfamilie Van Loon.
Minister Bussemaker heeft als voorwaarde voor de geldverstrekking gesteld dat de Rembrandt voor iedereen te zien moeten zijn, als ze aangekocht zijn. De werken zullen dan een tour door Nederland maken.
Lees ook: ‘Aankoop Rembrandts is klap in gezicht van de burger’