Het Rijksmuseum in Amsterdam besteedt de komende maanden met twee presentaties aandacht aan het feit dat Nederland en Turkije vierhonderd jaar diplomatieke betrekkingen met elkaar onderhouden.
In 1612 bood de Nederlandse gezant Cornelis Haga (1578-1654), namens de Republiek der Nederlanden, zijn geloofsbrieven aan de Ottomaanse Sultan aan. De sultan, Ahmed I, verleende de Republiek dat jaar een aantal voorrechten. Zo kregen ze toestemming onder eigen jurisdictie handel te drijven in het Ottomaanse Rijk en werden ze vrijgesteld van bepaalde belastingen.
Dit jaar wordt op verschillende manieren stilgestaan bij het feit dat Nederland en Turkije vierhonderd jaar diplomatieke betrekkingen onderhouden. Ook in het Rijksmuseum wordt hier aandacht aan besteed.
Vanaf 7 maart is in het Rijksmuseum de presentatie Ottomania, de Turkse wereld door westerse ogen (1500-1750) te zien.
Hiermee wil het museum stilstaan bij de wijze waarop de Turkse wereld van de zestiende tot en met de achttiende eeuw door westerse ogen werd gezien.
Het museum toont onder meer exotische reisverslagen, bijzondere kostuumboeken en prenten van onder meer Albrecht Dürer, Rembrandt en Tiepolo, kunstenaars die gefascineerd waren door oosterse figuren en oriëntaalse kledij. Op sommige werken is ook te zien dat het Ottomaanse Rijk ook angst en ontzag inboezemde.
Fotograaf Ahmet Polat
Daarnaast in het museum vanaf begin maart een tentoonstelling te zien met werk van fotograaf Ahmet Polat, zoon van een Nederlandse moeder en een Turkse vader. De fotograaf maakte een serie werken over jonge, hoogopgeleide ‘Turkse Nederlanders’ die hun geluk beproeven in Turkije. Het Rijksmuseum:
De meeste jonge ‘remigranten’ lukt het een carrière op te bouwen in Turkije maar voor sommigen is het culturele verschil te groot geworden.
Polat portretteerde enkele van hen, onder meer Deniz Karaman (26), een jonge succesvolle mode-ontwerper en Miyase Yazici (26), apothekersassistente.
De twee presentaties lopen beide van 7 maart tot en met 7 mei 2012