Als het aan SP-voorman Emile Roemer ligt gaat Nederland excuses aanbieden aan de Molukse gemeenschap voor de kille ontvangst die de Molukkers in de jaren vijftig kregen bij hun komst naar Nederland. De SP-leider heeft dit zaterdag gezegd tijdens de herdenking van de executie van voormalig RMS-president Chris Soumokil.
Roemer sluit zich daarmee aan bij de oproep van de Leerdamse burgemeester Molkenboer. In januari pleitte deze burgemeester al voor excuses van de overheid. De komende tijd zullen verschillende gemeenteraadsfracties van de SP voorstellen het voorbeeld van Leerdam te volgen, meldt de SP. Emile Roemer hield zaterdag een toespraak tijdens de herdenking van de executie van voormalig RMS-president Chris Soumokil. De fractievoorzitter zei onder meer:
“Na trouwe dienst aan het koninkrijk werden de Molukkers meteen ontslagen en moesten ze rondkomen van een grijpstuiver die ze kregen van de overheid. De vernedering die daarmee gepaard ging heeft veel mensen gebroken.”
Volgens Roemer kunnen excuses het leed van de Molukkers niet compenseren maar kan het wel bijdragen aan verzoening.
Molukkers in Nederland
Na de Tweede Wereldoorlog wilde Nederland weer zeggenschap krijgen over de kolonie Nederlands-Indië, maar daar was onder leiding van Soekarno inmiddels een opstand uitgebroken. Om de opstand de kop in te drukken zette Nederland het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) in. Dit leger werd gevormd door vooral Molukse militairen.
Toen Indonesië in 1949 onafhankelijk werd, trokken de Molukkers aan het kortste eind. De Indonesische overheid van president Soekarno zag de Molukkers als handlangers van de voormalige Nederlandse kolonisator. Nederland had de Molukkers zelfbeschikking beloofd, maar toen Nederland internationaal geen steun kreeg om de kolonie te behouden, konden ze die belofte niet houden. Toen in 1950 de Molukse republiek (RMS) werd uitgeroepen, zag Nederland dat als rebellenopstand. Omdat de positie van de Molukkers in Indonesië verslechterde, werden 4000 Molukse KNIL-militairen met hun gezinnen naar Nederland gehaald.
Bij aankomst in Nederland werd de militairen verteld dat ze uit militaire dienst ontslagen waren. Veel van de Molukkers zagen dit als een vernedering. De eerste jaren woonden de Molukkers in centrale woonoorden, zoals het voormalig concentratiekamp Westerbork, vaak onder barre omstandigheden. De Molukkers werden buiten de samenleving gehouden en mochten niet werken. Zij zouden immers weer weer terug gaan naar Indonesië. Al snel werd echter duidelijk dat Nederland de Molukkers niet terug kon sturen.