Na een mislukte communistische coup in 1965 spoelt een golf van anticommunistisch geweld over Indonesië. De links geëngageerde journalist Dimas Suryo is op dat moment in het buitenland en ontspringt de dans. Hoewel hij veilig is, kan hij vanwege vermeende banden met de communistische partij (PKI) niet terug naar huis. In haar roman Naar huis (2015) stelt schrijfster Leila Chudori haar lezers voor aan Dimas en zijn familie, die worstelen met de gevolgen van onderdrukking en ballingschap.
Chudori, journalist voor het Indonesische Tempo Magazine, presenteerde haar roman (Pulang; 2012) vier jaar geleden in Indonesië en won daarmee de prestigieuze Khatulistiwa Literary Award. Al snel volgden Duitse, Engels en Franse vertalingen, en in het najaar van 2015 ook een Nederlandse. In Indonesië is Naar huis een belangrijk boek. Wat heeft het de lezer buiten Indonesië te bieden?
Indonesische bannelingen in Europa
Naar huis is een historische roman die zich afspeelt tegen de achtergrond van de opkomst en val van Soeharto’s Nieuwe Orde. Na de mislukte coup van 1965 snoert majoor-generaal Soeharto zijn vijanden de mond. De Nieuwe Orde bepaalt wie goed en fout is en wat men wel en niet mag denken. Onder toeziend oog van het leger verdwijnen tegenstanders in martelkamers en massagraven. En de arm van de Nieuwe Orde blijkt tot ver buiten Indonesië te reiken. In Europa worden vermeende aanhangers van de PKI zwartgemaakt door Indonesische ambassades. Paspoorten worden ingetrokken en ruim 1.500 Indonesiërs moeten leven in ballingschap.
Chudori vertelde eerder in een interview met Historiek dat de meeste Indonesiërs weinig tot niets weten over de bloederige periode die volgde na de mislukte coup. Laat staan dat jonge Indonesiërs, die in schoolboeken leren dat communisten landverraders zijn, iets kunnen vertellen over het lot van Indonesische bannelingen in Europa. Chudori wilde met Naar huis een licht schijnen in dat zwarte gat. Zij sprak voor haar roman met enkele bannelingen en gebruikte hun getuigenissen als inspiratie voor fictieve personages als Dimas Suryo, die als banneling in Parijs belandde.
Niet naar huis
Dimas bouwt noodgedwongen een nieuw bestaan op in Parijs – hij trouwt met een Française, opent een restaurant met Indonesische lotgenoten en krijgt een dochter. Hij aardt er niet. De koffie in Parijs wordt bitterder gedronken dan in Indonesië, zijn familie spreekt hij enkel via brieven en in de keuken voedt de geur van koenjit gevoelens van nostalgie en heimwee. Dimas beseft dat ‘zijn’ Indonesië in 1965 ophield te bestaan en dat het nieuwe Indonesië niet het zijne is. Hij kan niet naar huis, terwijl hij niets liever wil.
Dimas’ dochter Lintang groeit op in Parijs en leert in haar vaders restaurant de lichte kant van de Indonesische cultuur kennen. Zij heeft moeite haar vader te begrijpen en gelooft anders dan hem wél in een veilige terugkeer naar Indonesië. Aangespoord door haar supervisor aan de Universiteit van Sorbonne onderzoekt zij haar Indonesische roots. In mei 1998, terwijl Soeharto’s regime net is gevallen, bezoekt zij voor het eerst Indonesië. Daar begint óók haar geloof in een veilige terugkeer te wankelen. Na dertig jaar blijkt Indonesië nog steeds in de wurggreep van de Nieuwe Orde.
Een ervaring
Naar huis is een belangrijk boek. Via Dimas, Lintang en brieven van Dimas’ familie uit het verre Indonesië, laat Chudori twee generaties Indonesiërs spreken die opgroeiden onder Soeharto’s Nieuwe Orde. In de Indonesische geschiedschrijving is er geen plaats voor de bannelingen en hun achtergebleven families en ook buiten Indonesië zijn hun verhalen nauwelijks bekend. Chudori geeft hen met haar roman een stem en een gezicht.
De roman biedt de buitenstaander een inkijk in de Indonesische cultuur en geschiedenis. Hoe worden familiebanden gesmeed en verbroken? Welke kruiden kleuren de Indonesische keuken? En hoe geven twee generaties Indonesiërs vorm aan herinneringen en verlangens? Chudori neemt haar lezer mee op een zoektocht naar antwoorden, een reis van Europa naar Indonesië, van heden naar verleden, van gezichtspunt naar gezichtspunt, van eerste naar derde persoon en weer terug. In die afwisseling schuilt een kracht én een zwakte. Enerzijds biedt Chudori de mogelijkheid personages en hun onderlinge relaties van binnen en buiten te leren kennen, anderzijds verlangt zij van haar lezer de buigzaamheid en het aanpassingsvermogen van een reiziger.
Naar huis is een aangrijpend boek, goed geschreven en vraagt soms het nodige van de lezer. Het is bovenal een boek dat bekenden en onbekenden met het onderwerp, Indonesisch en niet-Indonesisch, ervaringen biedt om een zwarte bladzijde in de Indonesische geschiedenis beter te begrijpen.
Chudori maakt de afstand tussen haar lezer en een moeilijk te begrijpen geschiedenis zo klein, dat de lezer soms náást Dimas en de zijnen staat. Al op de eerste pagina hoort de lezer het avondgebed aanvangen, de betjak motors in de verte knetteren en ruikt hij de geur van de geroosterde saté kambing van de hoek van een straat in Jakarta. Chudori vertelt niet over geuren, zij laat ze ruiken. Zij vertelt niet over onderdrukking en ballingschap, zij laat het voelen. Zij vertelt niet over Dimas’ zoektocht naar identiteit en gemeenschap, maar laat de lezer tussen hoop en wanhoop mee zoeken naar een thuis ver weg van huis.
Boek: Naar huis – Leila Chudori
Lees ook: Indonesische literatuur reanimeert het zwarte gat van 1965