Begin zeventiende eeuw slaagde Jacob le Maire (1585-1616) er in om via Kaap Hoorn van de Atlantische naar de Stille Oceaan te zeilen. Een geografische ontdekking van wereldformaat. In Rond de Kaap volgt de Vlaamse journalist Tom Dieusaert het spoor van Jacob maar toch vooral dat van vader Isaac le Maire (1558-1624). De man die als financier en opdrachtgever figuurlijk aan het roer stond van de beroemde tocht, de Verenigde Oost-Indische Compagnie hielp stichten en het uiteindelijk opnam tegen de machtigste multinational van de zeventiende eeuw.
Tom Dieusaert start zijn zoektocht in het Noord-Hollandse dorp Egmond-Binnen. Daar, in een half vergeten kerkje vindt hij de grafzerk van Isaac le Maire. Een intrigerend grafschrift vermeldt dat Isaac tweeëntwintig kinderen had en als koopman in zijn carrière niet minder dan 1.500.000 gulden verloor. De auteur gaat vervolgens in archieven speuren, zoekt historici op en reist naar een hele reeks plaatsen van Noord-Frankrijk tot West-Friesland en uiteindelijk ook Patagonië en Kaap Hoorn.
Van Antwerpen naar Amsterdam
De wieg van Isaac le Maire stond in Doornik maar zijn protestantse ouders verhuisden al snel naar Antwerpen. Daar ontpopte Isaac zich tot een succesrijk zakenman. Zijn carrière speelde zich af tegen de achtergrond van de Tachtigjarige Oorlog (1566-1648) en de opkomst van het calvinisme. Omdat de godsdienstperikelen een bepalende rol zouden spelen in het verdere verloop van le Maire’s leven gaat Tom Dieusaert dieper in op dit thema. Hij trekt daarvoor naar Frans-Vlaanderen en de Westhoek waar de Beeldenstorm begon en een grote naam uit de geschiedenis geboren werd: Pieter Platevoet, beter gekend als Petrus Plancius (1552-1622). Een man waar Isaac le Maire later nog mee te maken kreeg.
Ook Antwerpen raakte in de ban van het calvinisme en was tussen 1577 en 1585 een protestantse republiek waarin Isaac le Maire een niet onbelangrijke rol speelde. Na de val van Antwerpen koos hij echter eieren voor zijn geld en week zoals veel Antwerpse ondernemers uit naar Amsterdam. Daar focuste hij zich op de handel met de Hanzesteden in Noord-Europa tot de lucratieve specerijenhandel met Oost-Indië zijn aandacht trok. Hij stichtte de Nieuwe Brabantse Compagnie die in 1602 met enkele andere handelsmaatschappijen de krachten bundelde in de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Tom Dieusaert volgt zowel in Antwerpen als in Amsterdam nauwgezet het spoor van Isaac. Zoekt plaatsen op waar hij werkte en leefde en krijgt duiding van historici en gidsen. Ook de ontluikende handel in aandelen, beursactiviteiten en bijhorende speculatie komen uitgebreid aan bod. Als lezer verdwaal je soms in de uitvoerige uitleg over de vaak dubieuze handelspraktijken zowel van de VOC als van Isaac le Maire. Gelukkig zorgt de auteur op tijd en stond voor een zijsprong naar andere spelers in het schouwtoneel van de ontdekkingsreizen. Zoals de Vlaamse en Amsterdamse cartografen of de calvinistische scherpslijper Petrus Plancius. Terloops laat Dieusaert de lezer ook bijzondere plekken ontdekken zoals het oude beursgebouw van Antwerpen, de restanten van een calvinistische tempel bij het Rubenshuis, de Amsterdamse buurt van de Zuid-Nederlanders of het plaatsje Egmond aan Zee waar Isaac le Maire zich na zijn vertrek uit Amsterdam vestigde.
De Australische Compagnie
Isaac le Maire mocht dan al een van de oprichters van de VOC zijn, na enkele jaren boterde het niet meer tussen hem en de Compagnie. Na vermoedens van gesjoemel volgde een gedwongen ontslag. Als door de wol geverfde zakenman startte hij vervolgens een nieuwe handelsmaatschappij op: de Australische Compagnie met als uitvalsbasis Hoorn. Het doel: het mythische Zuidland, nu beter gekend als Australië, ontsluiten voor de handel en het monopolie van de VOC breken door een nieuwe route te openen naar de specerijeneilanden.
Tom Dieusaert laat zijn licht ook over Hoorn schijnen. Hij vindt er een mooi toeristische stadje dat in de zeventiende eeuw een bloeiende haven was. Bij de Stichting van Kaap Hoorn-vaarders bezoekt hij de Oudheidkamer en verneemt er dat de vaart rond Kaap Hoorn een van de grootste uitdagingen is voor een zeilschip. Dat kan hij zelf vaststellen wanneer hij in Argentinië de plaatsen bezoekt die ook Jacob le Maire aandeed. Van een geplande zeiltocht ziet hij echter af wegens te gevaarlijk. Een comfortabel passagiersschip biedt uitkomst zodat Dieusaert alsnog voet aan wal kan zetten op Kaap Hoorn. Tot zijn verwondering vindt hij er niks dat aan Jacob noch aan Isaac le Maire herinnert.
Dat het ronden van de kaap een riskante onderneming is, blijkt ook uit het logboek van Jacob le Maire. Op 25 januari 1616 zeilt hij door wat nu de Straat van le Maire genoemd wordt. Eenmaal de kaap voorbij dreigt muiterij aan boord en wordt het plan om door te zeilen naar het Zuidland opgeborgen. Als alternatieve bestemming wordt gekozen voor de specerijeneilanden. Daar loopt het echter fout. De lokale VOC-vertegenwoordigers nemen het schip in beslag en zenden de bemanning terug naar Nederland. Op de terugweg overlijdt Jacob le Maire. Uiteindelijk levert de hele onderneming weinig of niets op voor Isaac le Maire die zowel zijn schepen met hun kostbare lading als zijn zoon verloor.
Dwarsligger le Maire
Het conflict tussen Isaac le Maire en de VOC kreeg nog een laatste opstoot toen in 1618 in opdracht van de Compagnie het boek Journaal ofte Beschrijvinghe van de Wonderlicke Reyse ghedaen door Willem Corneliszoon Schouten van Hoorn verscheen. Daarin werd de rol van Jacob le Maire geminimaliseerd. Zeer tot ongenoegen van Isaac die enkele jaren later zijn versie van de reis publiceerde als De Spiegel van de Australische Navigatie waarin de praktijken van de VOC aangeklaagd werden.
‘We hebben het noodich gheacht den goetwikkligen Leser te waeschouwen dat het Journael … opden naem van Willem Corneliszoon Schouten, niet en is het oprechte Journael van de Reyse ende Voyagie , maer een onehoorlick vercreghen werck, met sinistere middelen … by een ghevoecht om alsoo de eyghenaers van de Austraelsche Compagnie te berooven en frustreren van de eere, reputatie ende profijten.’
Isaac le Maire bleef zich tot het einde van zijn leven verzetten tegen het monopolie van de VOC. Uiteindelijk moest hij het onderspit delven toen het octrooi van de Compagnie verlengd werd en de VOC nog een steviger greep kreeg op de handel met Oost-Indië. Daarmee kwam er een definitief einde aan een boeiend tijdperk waarbij ontdekkingsreizigers, pioniers en ambitieuze kooplui de hoofdrol speelden. Met de consolidatie van de VOC had de dictatuur van de cijfers gewonnen. Voor de rationele handel moest alles en iedereen voortaan wijken.
Isaac le Maire was allerminst een idealist, wel een gewiekst zakenman die tegen de schenen schopte van de VOC, de allereerste multinational in de wereldhandel. Net dat David tegen Goliath gehalte fascineerde Tom Dieusaert. Met Rond de Kaap wou hij tevens de onderbelichte rol van Isaac le Maire als intellectuele ontdekker van Kaap Hoorn in de verf zetten. Hij koppelde daarvoor zijn reiservaringen aan grondig historisch onderzoek. Het resultaat is een fascinerend portret van een zeventiende-eeuwse dwarsligger én een goed gedocumenteerde schets van een even spannende als turbulente periode in de geschiedenis van de Lage Landen.
Boek: Rond de Kaap. Isaac le Maire contra de VOC