Wat heeft Sherlock Holmes, de pijp rokende superspeurder uit Londen, te maken met een knus stadje in het hart van Zwitserland? Voor de volbloed-fans van de verhalen van Conan Doyle is die vraag een eitje. Die weten dat de negentiende-eeuwse detective bij Meiringen, in het Berner Oberland, zijn dood vond in de strijd met zijn aartsvijand professor Moriarty.
In het verhaal ‘The Final Problem’ laat Conan Doyle beide personages na een handgemeen neerstorten in de woest schuimende Reichenbach-waterval even boven Meiringen. De schepper van Holmes, die genoeg had van zijn creatie, meende hiermee een punt gezet te hebben achter de carrière van zijn scherpzinnige speurneus. Conan Doyle’s lezers dachten daar echter anders over. Een stroom van verontwaardigde reacties maakte dat de auteur zijn Sherlock Holmes op miraculeuze wijze weer tot leven moest wekken en gedoemd was om over hem te blijven schrijven.
Duister café
Niet-kenners van de Sherlock Holmes-verhalen die door Meiringen dwalen, vragen zich hooguit af waarom er aan de rand van de Casinoplatz een uit de kluiten gewassen bronzen beeld staat van een zittende man met een rare pet en een pijp in z’n mond. En wat verderop ligt de Sherlock Lounge; een duister café dat uitsluitend gefrequenteerd wordt door breedgeschouderde boerenzonen in geruite boezeroens, die daar hun bier drinken uit halve-literflessen.
Maar er is meer te zien in Meiringen dat te maken heeft met de vioolspelende superdetective uit de boeken van Conan Doyle. In de kelder van de voormalige Engelse kerk is een Sherlock Holmes museum ondergebracht. Dat bestaat uit een replica van wat beoogt de overbemeubelde woonkamer van de fictieve Britse speurder op 221B Baker Street in Londen te zijn.
Bij het nostalgische bergbaantje naar de Reichenbach-waterval heeft de Britse Sherlock Holmes Society een plaquette laten aanbrengen met een portret van Holmes en profil, pijp in de mond. Aangekomen met het baantje bij het uitkijkpunt zie je op de tegenover liggende rotswand een stervormig teken dat de plek markeert waar Sherlock Holmes neergestort zou zijn. Let wel; het gaat hier enkel en alleen om een plek die een rol speelt in een verzonnen verhaal.
Oorsprong
De oorsprong van de connectie tussen Sherlock Holmes en Meiringen ligt in de zomer van 1892. De al beroemde Arthur Conan Doyle verbleef toen een tijdje in hotel Englischer Hof (dat nog steeds bestaat, nu als Hotel Sauvage). Net als de andere Britten die in de negentiende eeuw Meiringen bezochten, was hij onder de indruk van de imposante honderdtwintig meter hoge Reichenbach-waterval even buiten het stadje. Ter plekke zag de schrijver de oplossing van zijn probleem!
Conan Doyle liet in wat hij zag als (eindelijk!) zijn laatste Sherlock Holmes verhaal, zijn detective en diens sidekick, Dr. Watson, afreizen naar Zwitserland, op het spoor van superschurk Professor Moriarty. Holmes en Watson namen hun intrek in hotel Englischer Hof (nu dus Hotel Sauvage) in Meiringen.
Samen ondernamen ze de klim naar de waterval, die in die tijd de grootste attractie van het stadje was. Een noodzakelijke inspanning, aangezien het bergbaantje nog niet was aangelegd. De constructie daarvan (in 1899) was juist een gevolg van het succes van Conan Doyle’s verhaal. Halverwege de klim werd Dr. Watson weggelokt. Holmes vermoedde een list van Moriarty, maar ging stug verder. Toen Watson zich uren later naar het plateau van de waterval haastte, bleek Homes onvindbaar. Wat hij wel aantrof waren zijn voetsporen, die duiden op een hevige strijd, en een brief. In die brief (geschreven met toestemming van Moriarty) meldde de beroemde detective dat hij op het punt stond de strijd aan te gaan met de misdadige Professor. Een ontzette Watson kon niet anders dan concluderen dat Holmes tijdens het gevecht naar beneden moest zijn gestort. Een dergelijke val overleven was onmogelijk.
Maar in deze laatste ‘zaak’ was Sherlock Holmes toch de winnaar, ook al moest hij dit met de dood bekopen. In zijn afscheidsbrief aan Watson droeg Holmes zijn vriend namelijk op om het bewijsmateriaal dat hij verzamelde ter beschikking te stellen van de politie. Dat was voldoende om Moriarty en zijn bende achter de tralies te krijgen.
Door de publicatie in 1894 van ‘The Final Problem’, waarin dit allemaal beschreven staat, wordt Meiringen, dat met de Reichenbach-waterval zo’n belangrijke rol speelt in het verhaal, nog veel populairder bij met name Britse toeristen. Een kleine honderd jaar later probeerde men de ietwat tanende belangstelling voor de combinatie Sherlock Holmes en Meiringen een impuls te geven. Er verscheen op de Casinoplatz een standbeeld van de detective en wat later werd het Sherlock Holmes museum geopend. Veel helpen deed het niet. Om de zoveel jaar leggen leden van de Sherlock Holmes Society of London, quasi gekleed als in de tijd van Conan Doyle, bloemen bij het standbeeld (eigenlijk zitbeeld) van hun held. Inmiddels is de bronzen schoot van Holmes zo vaak bezeten door passerende toeristen die zich zo laten fotograferen dat die plek glanst als goud. Weten wie die bronzen figuur met pet en pijp voorstelt doet maar een enkeling. Holmes blijft er onaangedaan onder, zoals past bij
‘the best and the wisest man whom I have ever known’ (dixit Dr. Watson)