Dark
Light

De Grand Tour; reizen en cultuur in de achttiende eeuw

9 minuten leestijd
Italiaans poststation, door Heinrich Bürkel

Buitenlandse reizen ‘voor je plezier’ zijn vandaag de dag de gewoonste zaak van de wereld. Massatoerisme is een feit en maakt het mogelijk om met weinig moeite en voor weinig geld niet alleen binnen Europa maar zelfs naar andere continenten te reizen. In de achttiende eeuw lag dat wel anders. Een reis naar het buitenland was toen voorbehouden aan de elite en kostte niet alleen veel moeite en geld, maar ook nog eens veel tijd. Bovendien ging het niet om reizen voor je plezier.

‘Bear’ met ‘bear leader’  - Thomas Rowlandson
‘Bear’ met ‘bear leader’ – Thomas Rowlandson
Voor Britse jongelieden van stand vormde een ‘Grand Tour’ door Frankrijk en Italië een onderdeel van hun opvoeding. Tijdens zo’n uitgebreide reis werden ze geacht kennis te verwerven over staathuishoudkunde en de schone kunsten.

Cultuur of plezier?

Een Grand Tour besloeg minimaal een half jaar, maar kon ook gemakkelijk meer dan twee jaar duren. Je reisde niet alleen, maar met een of meerdere bedienden. Tel daarbij de kosten voor reis en verblijf, en het is duidelijk dat een Grand Tour alleen was weggelegd voor de adel en de hoogste standen.

Verreweg de grootste groep Grand Tourists bestond uit Britse jonge mannen tussen de achttien en twintig jaar De meesten van hen reisden niet om zich in Frankrijk en Italië te laven aan de cultuur en de beschaving. Hen ging het erom zoveel mogelijk plezier te maken voor ze hun vanwege hun afkomst voorbestemde rol in de maatschappij op zich namen.

In een poging om te voorkomen dat hun zoons zich in het buitenland uitsluitend overgaven aan frivole zaken, huurden ouders meestal een tutor in. Zo iemand, vaak spottend bear leader genoemd, werd geacht zijn pupil tijdens de reis op het rechte pad van kunst, wetenschap en cultuur te houden.

Emancipatie van de Grand Tour

De Grand Tour was overigens niet strikt voorbehouden aan de heren. Met name in de tweede helft van de achttiende eeuw, toen het accent meer kwam te liggen op het vergroten van de kennis van kunst en cultuur in plaats van op het verwerven van staatkundig inzicht, reisden ook Britse dames uit de hogere standen af naar Frankrijk en Italië. Met name de steden Parijs, Venetië, Florence, Rome en Napels waren de kroonjuwelen van de Grand Tour.

De voorbereiding

De klassieke Grand Tour eiste een grondige voorbereiding. Om te beginnen was er de vraag welke route te nemen na de oversteek naar Frankrijk en welk vervoermiddel; de eigen koets of een ter plekke te huren rijtuig?

‘Macaroni’ (dandy gekleed naar de Franse mode)    (Keele University)
‘Macaroni’ (dandy gekleed naar de Franse mode) (Keele University)
Om vanuit Frankrijk Italië te bereiken had men de keuze tussen reizen over zee of over de weg. Beide kenden nadelen: de Middellandse Zee werd onveilig gemaakt door zeerovers die opereerden vanaf de kust van Noord-Afrika. Bovendien was de wind een onberekenbare factor: zowel storm als windstilte konden zorgen voor dagen vertraging onder oncomfortabele omstandigheden aan boord. Naar Italië reizen over de weg betekende daarentegen dat de Alpen getrotseerd moesten worden, een onderneming die seizoenafhankelijk was en fysiek zwaar.

Ongemak en gevaar

Dankzij de reisverslagen en brieven van hun voorgangers waren de Grand Tourists zich ervan bewust dat hen onderweg veel ongemak ten deel zou vallen, met name buiten de grote steden. Het was zaak om daarop voorbereid te zijn. Net als op het gevaar van bandieten en rovers. Een paar pistolen hoorde daarom tot de standaard reisuitrusting.

Om zo comfortabel mogelijk te reizen, zonder extreme hitte of regenval en tegelijkertijd zoveel mogelijk bijzondere evenementen bij te wonen, vertrokken Grand Tourists meestal in het vroege voorjaar.

Een metamorfose

Het verblijf in Parijs, de modestad van Europa, vroeg ter plekke om een complete metamorfose, opdat je gekleed en gekapt ging naar de Franse mode. Een tijdgenoot1 schrijft hierover:

‘Wanneer een Engelsman naar Parijs komt, kan hij niet in het openbaar verschijnen tot hij een totale gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Bij aankomst vindt hij het nodig om de kleermaker te ontbieden, de pruikenmaker, hoedenmaker schoenmaker en elke verdere neringdoende die zich bezig houdt met de bekleding van het menselijk lichaam. Hij moet zelfs zijn gespen aanpassen, en de vorm van zijn jabot.’

Venetië en het carnaval

Van Parijs verliep de standaardroute via Lyon, Turijn en Milaan naar Venetië. Hoe bijzonder de ligging, de cultuurschatten en de regeringsvorm van Venetië ook mochten zijn, haar reputatie op het gebied van decadente genoegens was een andere factor die bedroeg aan de populariteit van die stad. Het carnaval, dat duurde van oktober tot Aswoensdag, was een van die genoegens. Het was dan ook in die maanden dat de Dogenstad overstroomd werd door duizenden bezoekers. Lady Mary Wortley Montagu, die rond 1739 langere tijd in Venetië woont, schrijft dat de stad in die maanden ‘geteisterd wordt door Engelsen’.

Venetië, stad van de zonde

Niet alleen het carnaval in Venetië is legendarisch. Dat geldt ook voor de duizenden prostituees. Critici van de Grand Tour houden het er zelfs op dat die dames voor sommige Grand Tourists de enige reden zijn om naar Italië af te reizen.2 Het is met name de reputatie van Venetië als ‘het bordeel van Europa’ die tegenstanders van de Grand Tour aanwenden om hun argumenten kracht bij te zetten.

Florence, stad van de kunst

Nummer één op de lijst van bezienswaardigheden in Florence was de beroemde kunstgalerie van de Groothertog, de Galleria degli Uffici. Serieuze Grand Tourists als Lady Anna Miller3 hadden zich voorbereid op hun bezoek aan de galerie door het lezen van de boeken van Keyssler4 en vader en zoon Richardson5 met uitgebreide beschrijvingen van die collectie. Tijdens hun bezoek waren ze ook nog eens voorzien van notitieboek, passer, meetlint en schetsboek om afmetingen op te nemen, hun eigen mening te noteren en schetsen te maken ‘voor later’.

Britten in Rome (wiki)
Britten in Rome (wiki)

Rome, een serieuze zaak

Grand Tourists die de ambitie hadden om als kunstkenner terug te keren naar hun vaderland werd aangeraden om de bezienswaardigheden van Rome te bezoeken onder begeleiding van een antiquarian: een (al dan niet zelfbenoemde) expert op het gebied van kunst en archeologie. Een serieus programma met een werkelijke expert besloeg zeker elke dag drie uur, en dat gedurende een periode van minimaal zes weken.

De pauselijke muil

De paus, niet alleen hoofd van de rooms-katholieke kerk maar ook van de Pauselijke Staten, was zelfs voor protestantse Grand Tourists een interessante figuur. Aanzienlijke Tourists, zowel katholieken als protestanten, hadden het privilege voorgesteld te worden aan de Heilige Vader. Tijdens zo’n ontvangst was het gebruik dat de uitverkorenen de teen van de muil van de Paus kusten. De protestantse Lynch Piozzi6 wijst deze vorm van eerbetoon af, met een verwijzing naar de apostel Petrus, de voorganger van de Pausen, ‘die niet aanbeden wilde worden’.

Schilders en verzamelaars

Portret van Francis Basset in Rome (Pompeo Batoni)
Portret van Francis Basset in Rome (Pompeo Batoni)
Rome was in de achttiende eeuw niet alleen een magneet voor Grand Tourists. Ook schilders uit heel Europa trokken naar de eeuwige Stad, om daar de klassieke beelden en het werk van de Italiaanse meesters te bestuderen en te kopiëren. De Grand Tourists vormden een ideale markt voor deze schilders. Zeker onder de Britten was het namelijk de gewoonte om je in Italië te laten portretteren tegen een ‘klassieke’ achtergrond. De voornaamste Britse Grand Tourists lieten zich bij voorkeur vereeuwigen door de gelauwerde Pompeo Batoni. Een portret van de hand van deze ‘Prins van de Italiaanse schilderkunst’ was ook nog eens stuk goedkoper dan zo’n werk van een gevestigde schilder in Engeland. Kopieën van beroemde schilderijen waren eveneens geliefd als aandenken aan de reis naar Italië.

Grand Tourists schaften overigens tijdens hun reis niet alleen schilderijen en beeldhouwwerken aan, maar ook cameeën, fossielen, oudheidkundige voorwerpen, munten en kaarten. Krattenvol met deze souvenirs werden naar Groot-Brittannië verscheept, met de bedoeling om er thuis mee te pronken als bewijs van status en goede smaak.

Napels; een duivels paradijs

Bijna alle Grand Tourists deelden de mening van Thomas Nugent7 dat Napels ‘de aangenaamste plek in Europa’ was. Naar Napels ging je voor het klimaat, de weelderige natuur, het prettige leven en de beroemde opera. En uiteraard om de Vesuvius te beklimmen. Daarnaast had Napels, met naar schatting zo’n tienduizend prostituees, de reputatie ‘ongemeen verdorven’8 te zijn; op dit punt alleen overtroffen door Venetië.

Het dilemma van de castrati

De Koninklijke Opera in Napels had geen gebrek aan jong zangtalent. Kende Venetië de Ospedali, waar weesmeisjes intensief les kregen in muziek en zang, Napels had drie Conservatorios, waar jongens tussen de acht en achttien voorbereid werden op een professionele zangcarrière. Een niet onbelangrijk deel van hen behoorde tot de castrati; het stemtype dat in de achttiende eeuw in heel Europa geliefd was. Hierin lag echter een duivels dilemma: de hemelse zang van de castrati werd algemeen bewonderd, maar de rooms-katholieke kerk verbood de ingreep die nodig was om dit stemtype te verkrijgen ten strengste.

Charles Townley met zijn beeldenverzameling - Johann Zoffan, 1782 (wiki)
Charles Townley met zijn beeldenverzameling – Johann Zoffany, 1782 (wiki)

Pompeï en Herculaneum

Na 1750 was een bezoek aan de opgravingen bij Pompeï en Herculaneum een verplicht nummer voor Grand Tourists die Napels aandeden. Wanneer de beroemde Britse architect Robert Adam, die in zijn latere ontwerpen sterk beïnvloed werd door de opgravingen, in 1755 Herculaneum bezoekt, bekijkt hij, bijgelicht met toortsen, ‘met groot genoegen en veel verbazing’ naast ‘beelden, fresco’s boeken, brood, fruit, allerlei instrumenten, waaronder chirurgische’. Sommige voorwerpen waren pas de dag daarvoor opgegraven.

Heel wat Britse Grand Tourists hadden kritiek op de manier waarop de opgravingen in Herculaneum en Pompeï uitgevoerd werden. Hun afkeuring richtte zich vooral op de ondeskundige manier waarop men ‘de nobelste curiositeiten’ uit de grond haalde.

De Grand Tour evolueert

In de tweede helft van de achttiende eeuw verandert het karakter van de Grand Tour. Geleidelijk aan zijn het niet langer vooral de jonge Britten uit de hoogste kringen die Frankrijk en Italië bereizen om hun opvoeding af te ronden. Vanaf ongeveer 1750 reizen ook dames, oudere Tourists, complete gezinnen en uiteindelijk zelfs burgers uit de middengroepen af naar die landen. Hun doel is niet zozeer educatief in de strikte zin: zij reizen meer voor hun plezier en in plaats van enkele jaren verblijven ze hooguit een paar maanden in het buitenland.

Een groter publiek

Niet alleen de brieven die Grand Tourists naar het thuisfront stuurden, de reisgidsen en reisjournalen die gretig gelezen werden door de thuisblijvers maar ook de souvenirs meegenomen uit Frankrijk en vooral Italië zorgden ervoor dat de cultuur van die landen en hun voornaamste bezienswaardigheden ook bekend werden onder een groter publiek. De – al dan niet echte – antieke beelden en vazen, de portretten, de snuifdozen en waaiers met afbeeldingen van de Sint Pieter of de Vesuvius en de collecties mineralen werden trots getoond aan wie ze maar wilde zien.

De opkomst van het Neoclassicisme

De Grand Tour in de 18e Eeuw - Op reis door Frankrijk en Italië
De Grand Tour in de 18e Eeuw – Op reis door Frankrijk en Italië
Met name alles wat te maken had met de opgravingen in Herculaneum en Pompeï; de beschrijvingen, de schetsen en niet in het minst de meegenomen Etruskische vazen, had een enorme invloed op de architectuur en de inrichting van de huizen in de laatste decennia van de achttiende eeuw. De omvangrijke collectie Etruskische vazen, antiek glas, bronzen voorwerpen en gouden sieraden die het British Museum in 1772 kocht van Sir William Hamilton, kunstkenner en Brits gezant in Napels, was daarin een belangrijke factor. De ontwerpen van Robert Adam en de verzameling van Sir William Hamilton droegen in sterke mate bij aan de stijl die bekend is geworden als het Neoclassicisme.

De Grand Tour en museum Hermitage Amsterdam

Niet alleen Europese verzamelaars kochten tijdens hun Grand Tour gretig sculpturen, schilderijen en kunstvoorwerpen. Ook de Russische keizerin Catharina de Grote en haar opvolger tsaar Paul I zorgden dat hun paleizen verfraaid werden met schilderijen van Batoni, Mengs, Angelika Kauffmann en marmeren beelden van de beroemde Antonio Canova.

~ Janneke Budding
Auteur van De Grand Tour in de 18e Eeuw, reizen door Frankrijk en Italië, verkrijgbaar via de boekhandel en online

Boek: De Grand Tour in de 18e Eeuw

Noten

1 – Dr. Tobias Smollett, Travels through France and Italy, 1766
2 – Richard Lassels, The Voyage of Italy or A Compleat Journey through Italy, 1670
3 – Lady Anna Miller, Letters from Italy: describing the manners, customs, antiquities, paintings, &c. of that country, in the years MDCCLXX and MDCCLXXI: to a friend residing in France, 1777
4 – Johann Georg Keyssler, Travels Through germany, Bohemia, hungary, Switzerland, Italy and the Lorraine: Giving a True and Just Description of the Present State of Those Countries, 1760
5 – John Richardson & Son, An Account of Some of the Statues, Bas-reliefs, Drawings and Pictures in Italy, &c. with Remarks, 1722
6 – Mrs Hester Lynch Piozzi, Observations and reflections made in the course of a journey through France, Italy, and Germany, 1789
7 – Thomas Nugent, The Grand Tour, containing an exact description of most of the cities, towns and remarkable places of Europe, 1749
8 – Samuel Sharp, Letters from Italy, describing the Customs and Manners of that Country in the Years 1765 and 1766, 1766

Gerelateerd:

Janneke Budding studeerde Engelse Taal- en Letterkunde. Ze werkte daarna als docent Engels en educatief auteur voor onder andere ThiemeMeulenhoff. Sinds 2009 is Janneke Budding freelance tekstschrijver. In de zomer van 2015 verscheen haar non-fictie boek Voor altijd Indië. In 2017 verscheen haar boek De Grand Tour in de 18e eeuw. Verder schreef ze onder meer boeken over Mary Shelley (en haar Frankenstein) en Lady Hester Stanhope. Bekijk ook: www.janneke-budding.nl/boek

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×