Dark
Light

Slag bij Lepanto (1571)

Strijd om het oostelijke Middellandse Zeegebied
3 minuten leestijd
De Slag bij Lepanto (schilder onbekend)
De Slag bij Lepanto (schilder onbekend)

Op 7 oktober 1571 vond de Slag bij Lepanto plaats, tussen de christelijke Heilige Liga en het islamitische Ottomaanse Rijk. Inzet van de zeeslag: controle over het oostelijke Middellandse Zeegebied. Het was de laatste grote zeeslag waarbij galeien werden ingezet.

Slag bij Lepanto, uitgebeeld op een negentiende-eeuws tapijt
Slag bij Lepanto, uitgebeeld op een negentiende-eeuws tapijt
De Slag bij Lepanto was een van de grootste zeeslagen uit de geschiedenis. De Spaanse koning Filips II speelde in deze slag een belangrijke rol. Deze koning, die wij vooral kennen vanwege de Nederlandse Opstand, had het niet alleen met protestanten te stellen: hij moest ook het hoofd bieden aan de expansiedrang van het Ottomaanse Rijk. Na verschillende veroveringen van de Ottomanen en zelfs enkele aanvallen op de Spaanse kust, wierp Filips II zich op als dé verdediger van het christelijke Europa.

Toen troepen van de Ottomaanse sultan Selim II in 1570 Cyprus binnenvielen was de maat vol. De Ottomanen wilden met hun nieuwste verovering de Venetianen uit het oostelijk deel van de Middellandse Zee verdrijven om zo de volledige controle over het gebied te krijgen. Filips II vormde hierna – samen met paus Pius V, Venetianen, Maltezen en Genuezen – de zogenoemde Heilige Liga. Gezamenlijk sprak men af de invloed van de Ottomanen over de oostelijke Middellandse Zee te breken. Men wilde kost wat kost voorkomen dat de Turken het eiland Cyprus in handen kregen en eveneens een einde maken aan de Ottomaanse slavenhandel in het Middellandse Zeegebied.

Een vloot van de coalitie, bestaande uit 220 oorlogsgaleien, waaronder ook enkele zwaarbewapende Venetiaanse galjassen, vertrok in september 1571 onder leiding van Don Juan van Oostenrijk (1547-1578), de halfbroer van de Spaanse koning, richting Corfu. Op zondagochtend 7 oktober stuitte men bij Lepanto, in de Golf van Patras, vervolgens op een numeriek grotere Ottomaanse vloot, die onder meer werd aangevoerd door Uluç Ali Pasha (1519-1587), een tot de islam bekeerde Italiaanse kapitein die geboren werd onder de naam Giovanni Dionig.

De Ottomaanse vloot telde in totaal 280 schepen, die wel grotendeels kleiner waren dan de schepen van de christelijke vloot.

Slag bij Lepanto, 1571, Romeyn de Hooghe (toegeschreven aan), naar Don Juan de Ledesma, 1670 - 1699
Slag bij Lepanto, 1571, Romeyn de Hooghe (toegeschreven aan), naar Don Juan de Ledesma, 1670 – 1699

Bloedbad

Ondanks het feit dat de Ottomanen een grotere troepenmacht op de been hadden gebracht (circa 88.000 tegen 84.500 man) werd de Ottomaanse vloot in vijf uur tijd vrijwel volledig vernietigd. De Turkse vlootadmiraal Ali Moezzin sneuvelde naar verluidt al aan het begin van de slag. Ook Uluç Ali Pasja overleefde de bloedige zeeslag niet. De tot de islam bekeerde Italiaan werd door zijn hoofd geschoten en vervolgens onthoofd door Spaanse soldaten die zijn schip enterden.

Sokollu Mehmet PaÅŸa
Sokollu Mehmet PaÅŸa
In totaal zouden de Ottomanen tijdens de Slag bij Lepanto zo’n 80.000 man verloren hebben. Aan christelijke zijde had men 8.000 doden en gewonden te betreuren. Sokollu Mehmet PaÅŸa, de grootvizier van sultan Selim, erkende de nederlaag maar uitte zich na de slag strijdvaardig:

“U hebt alleen onze baard afgeschoren, daardoor zal hij alleen maar beter groeien.”

Na de slag bij Lepanto viel het samenwerkingsverband van de christelijke mogendheden al snel uiteen. De vreugde over de overwinning was ook van korte duur. De Ottomanen bleken niet definitief te zijn verslagen. In tegendeel: ze bouwden in vrij korte tijd een nieuwe vloot op en veroverden Cyprus in 1573 alsnog. Het strategisch gelegen eiland zou hierna maar liefst drie eeuwen in Turkse handen blijven.

Voor de Nederlanden was de slag ook belangrijk. Na de belangrijke overwinning op de Turken richtte Filips II zijn vizier namelijk weer op de opstandige gewesten.

Trivia

De Spaanse schrijver Miguel de Cervantes, auteur van het wereldberoemde werk Don Quichot, nam deel aan de Slag bij Lepanto. Hij raakte ernstig gewond aan zijn linkerhand, die hij daardoor de rest van zijn leven niet meer kon gebruiken.

Paus Pius V (1504-1572) schreef de zege bij Lepanto toe aan de hulp van de Heilige Maagd Maria. Op de dag van historische zeeslag had men op het Sint-Pietersplein in Rome namelijk een rozenkransprocessie gehouden waarbij Maria’s hulp werd ingeroepen. De maand oktober kwam hierdoor ook wel bekend te staan als de rozenkransmaand.

×