Het slavenschip d’Eenigheid heeft op 9 december 1761, precies 252 jaar geleden, zijn eerste slaaf gekocht. Dat gebeurde voor de kust van Liberia (Afrika), in de buurt van Cleijn Muserade; het huidige Robersport.
In het kader van de herdenking van de 150e verjaardag van de afschaffing van de slavernij heeft het Zeeuws Archief het initiatief genomen om de reis van d’Eenigheid in een website te verwerken. Historiek meldde al eerder dat de reis van de Zeeuwse slavenhandelaars dagelijks op internet te volgen is: Zet tijdmachine op 1761 en reis mee met slavenschip.
Het schip vertrok op 2 oktober 1761 uit Vlissingen. In de ochtend van 9 december naderden twee kano’s met handel. Ze ‘cochten een manslaaf No. 1’, noteerde de opperstuurman eenvoudig in zijn logboek. Aan het eind van de dag wierp het schip het anker uit en werden twee schoten gelost:
’s Morgens de windt ONO à O, labber en meest stil, de stroom om de west, zagen een schip in ’t NW van ons, voormiddag stil, dreven de broodtvaten aan en mieken de schans schoon, wij cregen 2 canoos aan boordt van Cleijn Muserade en cogten een manslaaf No. 1, namiddag met de 4 glasen cregen een labber lugtje uijt ’t ZW, ligten anker en gaan onder zeijl en zetten ’t dagelijks anker af en staken de boeijreepen op ’tzelve, met de 5 glasen in de platvoetwagt kwamen ten anker op 16 vaam stickgrondt voor Kleijn Muserade, hadden de rivier van Kleijn Muserade OtN van ons, op dato passeerden ons een Engels schip na beneden, deden 2 schooten, voordts ’s nagts de windt ZW labber coelte, goedt weer tot ’s morgens.
De eerste tot slaaf gemaakte Afrikaan die aan boord van de Eenigheid werd gebracht was een man. Hij werd geruild tegen een aantal goederen uit het meegebrachte cargazoen, zoals geweren, jenever en likeur, textiel, tinnen kommen en messen. De inkoopprijs van deze ruilgoederen bedroeg 115 gulden. De ‘handelstransactie’ kwam tot stand nadat er ‘coustume’ – belasting – was betaald aan de lokale machthebbers. Deze belasting bestond ook uit goederen. In het geval van ‘Caap Monte’, het huidige Robertsport, ging het om likeur, tabak, gevlamde kralen, een glas en vier snuifdozen.
In dezelfde wateren kapseisde bijna elf jaar geleden een veerpont met 200 passagiers, waarvan er zeker zestig de ramp niet overleefden.
Slaven halen aan de Bovenkust
Slavenreizen naar de ‘Bovenkust’ van Afrika – Sierra Leone, Liberia en Ivoorkust – waren sinds 1756 kenmerkend voor de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), de reder van d’Eenigheid. Schepen die handel wilden drijven gaven daartoe een teken door een schot met een kanon te lossen, eventueel vergezeld van het laten zakken van een zeil. Vanaf de kust kwamen er dan kano’s naar het schip, met rijst en water, en met tot slaaf gemaakte Afrikanen.
De MCC voer op de bonnefooi en probeerde zo goedkoop mogelijk, te beginnen aan de Bovenkust, tot slaaf gemaakte Afrikanen te kopen. Het ging vaak om kleine aantallen. Kwamen er geen kano’s of was er geen handel dan voer een slavenschip een stukje verder en loste opnieuw een schot.
De MCC kocht geen of nauwelijks Afrikanen op contract. Andere compagnieën maakten prijsafspraken met handelaren aan de kust voor een afname van een bepaald aantal gevangen Afrikanen tegen vastgestelde prijzen. Dat waren meestal dure slaven, die men echter alleen nog maar hoefde op te halen uit ‘verzameldepots’ zoals het fort Elmina in Ghana.
Rustige reis
Op 6 oktober kwamen de directeuren van de MCC tevreden bijeen. Voor het vertrek was d’ Eenigheid door hen geïnspecteerd en…
in behoorlijke ordre bevonden, ’tzelve gedepecheert en het daerop den 2 deser (volgens nevens- genoteerde briev van den capteijn) was in zee geloopen, werdende over zijn reijs en negotie des Heeren zegen gewenscht, de Heer Lantsheer voor zijn gedaan rapport bedankt.
De reis verliep zonder opzienbarende gebeurtenissen. Wel klaagde oppertimmerman Paulus Pieterse Kemp al kort na het vertrek, op 4 oktober in Het Kanaal, over pijn in de leden, was braakachtig. De chirurgijn constateerde een febris quotidiana en schreef hem medicijnen voor voor ordinaare gaande en koomende koortsen. Kennelijk hielp dat, want hij komt in volgende verslagen niet meer voor.
Op 15 oktober lag de ziekenboeg vol. Onderkuiper Isak de Vos klaagde over stekende pijn in de zijde, hoeste, haalde sijn adem beswaarlijk en kreeg een hoestdrankje. Voor smid-korporaal Coenraad Meijer, die last had van onpasselijkheid en matroos Abraham Vermeulen, met pijn in ’t hooft en in de lenden, was braakagtig mengde de chirurgijn een poeder tegen koorts.
En zo kan de hele ziektegeschiedenis aan boord worden gevolgd, nu nog van de bemanning maar straks ook van de slaven. Inclusief de voorgeschreven medicijnen. De recepten zijn op schrift bewaard gebleven en illustraties daarvan worden op de site weergegeven.
Website slavenschip d’Eenigheid
De gebeurtenissen op het slavenschip d’Eenigheid, de handel en de wederwaardigheden van de bemanning kunnen elke dag worden gevolgd op eenigheid.slavenhandelmcc.nl. Onderin wordt de actuele datum van de reis, 252 jaar geleden, aangegeven en is het mogelijk naar oudere momenten terug te gaan. Een zwarte stip geeft de ‘huidige’ positie aan op een achttiende-eeuwse landkaart, maar die kan linksboven, met een klik op het vergrootglas, worden geactualiseerd. Klik in het menu op ‘actueel’ en er verschijnt een moderne kaart.
Met een klik op ‘Lees verder’ komt een verslag-van-de-dag tevoorschijn. Dat kan van de opperstuurman zijn, die tot nu toe iedere dag – in oud Nederlands – nauwkeurig heeft bijgehouden wat voor weer het was, elke vorderingen werden gemaakt en of er onderweg andere schepen werden gezien. Het menu boven het verslag geeft ook de mogelijkheid voor reacties, wat door belangstellenden vaak wordt gebruikt om een toelichting te vragen op zo’n verslag. Ook is er inzage in de papieren van de chirurgijn.
Op 9 december kwam er het item ‘scheepshandel’ bij, want er werd een slaaf gekocht en rijst, en dus moest de boekhouding van de scheepsvoorraad worden bijgewerkt.
Op de landkaart van d’ Eenigheid prijken blauwe en witte stippen. De blauwe geven de route aan die tot nu toe is afgelegd; de witte maken duidelijk wat er nog voor de boeg ligt: een tocht langs de Afrikaanse kust, bedoeld om het schip met slaven vol te laden, en dan een oversteek van de Atlantische Oceaan, om ze af te leveren in Zuid-Amerika. Pas in 1753, over twee jaar, zal d’Eenigheid – behouden, dat wel – weer in Vlissingen arriveren.
Intussen werkt het Zeeuws Archief hard aan uitbreiding van de site. Het is de bedoeling om de achtergronden van de bemanningsleden uit te pluizen en een reconstructie van het schip te vervaardigen. In de komende weken bevindt het schip zich voor de westkust van Afrika.