Sleipnir en Svadilfari – Twee mythische paarden

Sleipnir is in de Noordse mythologie het beroemde achtbenige paard van de oppergod Odin. De grijze schimmel werd, in vermomming, verwekt door Loki, de god van de misleiding.

Sleipnir, zijn naam betekent ‘glijder’, stond bekend als het snelste en sterkste paard dat bestond en had het vermogen zich niet alleen over land te verplaatsen, maar ook over zee en door de lucht. Hij vergezelde Odin als die met zijn keurkorps, de Einheriar, ten strijde trok. Volgens de oude Vikingen was het geroffel van zijn hoeven op aarde te horen, als hij langs de hemel draafde. Volgens sommige verhalen stonden op de tanden van het dier runen ingekrast.

De geboorte van Sleipnir

Bij een strijd tussen de Asen (of Aesir) en de Wanen, twee belangrijke godenfamilies uit de Noordse mythologie, was duidelijk geworden dat eerstgenoemde goden grote behoefte hadden een sterke muur rond hun wereld, Asgaard geheten. Toen een onbekende bouwmeester de goden aanbood zo’n muur te bouwen, één waar geen reus ooit doorheen zou kunnen breken, waren ze dan ook een en al oor. De beloning die de bouwheer vroeg was echter niet mals. Hij eiste de hand van de godin Freya én de zon en de maan. De Asen besloten desondanks tegemoet te komen aan die eis, maar dan wel op voorwaarde dat het werk binnen zes maanden zou zijn voltooid. Lukte dit niet dan kreeg de bouwer niets betaald. De bouwheer moest de muur bovendien zonder ‘menselijke’ hulp verrichten. De goden gingen ervan uit dat dit onhaalbaar was en hoopten zo gratis een sterke muur te krijgen.

Toen de man aan de slag ging vroeg hij de goden of hij tenminste geholpen mocht worden door zijn hengst Svadilfari. Op aandringen van Loki stonden de Asen dit toe. Al snel bleek echter dat deze hengst enorm sterk was. Svadilfari slaagde erin gigantische keien te verslepen en zorgde ervoor dat zijn meester zeker twee keer zo snel kon werken. Het werk vorderde dus veel sneller dan verwacht. Drie dagen voor het verlopen van de deadline was de bouwheer al bijna helemaal klaar met de muur.

Gefrustreerd wendden de goden zich tot Loki. Als die hen niet had overgehaald de man zijn hengst te laten meehelpen, hadden ze nu niet in de penarie gezeten… De Asen dreigden Loki te doden als die voor hen geen uitweg bedacht. Kost wat kost wilden ze onder de betaling uitkomen.

Bang voor de wraak van de goden beloofde Loki zijn best te doen. Toen de bouwer die avond uit het bos kwam, terwijl Svadilfari weer een paar enorme keien voortsleepte, veranderde de god zichzelf in een mooie merrie en probeerde zo de aandacht van de sterke hengst te trekken. Toen het dier de merrie eenmaal had opgemerkt, kon hij zich helemaal niet meer op zijn werk concentreren. Al snel draafde hij rondjes om de merrie. Het werk aan de muur liep hierdoor dusdanig veel vertraging op, dat de deadline verstreek.

De bouwheer was ontzet nu bleek dat hij bijna een halfjaar voor niets had gewerkt. Hij kreeg een aanval van woede waardoor hij zijn vermomming liet vallen. De bouwer bleek geen normaal mens, maar een reus. Thor besloot daarop subiet af te rekenen met de bouwheer en bezorgde hem via een harde klap met zijn hamer een enkele reis naar de Hel.

Loki bleek ondertussen als merrie te zijn bezwangerd door Svadilfari en schonk het leven aan een veulen: Sleipnir. Dit bijzondere paard werd vervolgens aan Odin geschonken.

Sleipnir speelt ook een rol in een bekende mythe over de god Balder. Als deze god (door toedoen van Loki) is gestorven, reist zijn broer Hermod in negen dagen tijd op Sleipnir naar de onderwereld in een poging Balder weer tot leven te brengen.

Bronnen ▼