Het begrip soevereiniteit en volkssoevereiniteit worden in de geschiedeniswetenschap, net als in de politicologie, veelgebruikt. Wat is de betekenis van deze termen? Welke filosofen hebben zich hiermee beziggehouden? En welke synoniemen worden er voor soevereiniteit gebruikt?
Betekenis van de term soevereiniteit
Onder soevereiniteit wordt de vrijheid verstaan om, los van andere personen of machten, zelfstandig beslissingen en besluiten te kunnen nemen. De term wordt voornamelijk gebruikt in de politieke geschiedenis, in verband met soevereine staten en staatshoofden. Een goede beschrijving van soevereiniteit is…
“…het bezitten van de hoogste macht.”
Staatssoevereiniteit betekent dat de staat de hoogste macht heeft. Een variant is ook volkssoevereiniteit. Deze variant duidt erop dat de hoogste macht bij het volk, doorgaans vertegenwoordigd in een parlement, ligt. Een land waar de volkssoevereiniteit bepalend is, wordt ook wel aangemerkt als democratie.
Het begrip soevereiniteit werd in de moderne betekenis in het vocabulaire geïntroduceerd door Jean Bodin (1530-1596), een politiek filosoof uit de tijd van de Renaissance. Etymologisch gezien is de term vermoedelijk afgeleid uit het Latijn: superanus of suprema potestas.
Enkele belangrijke filosofen die over soevereiniteit nadachten
Er zijn diverse filosofen geweest die zich met het verschijnsel soevereiniteit hebben beziggehouden, met name in de Vroegmoderne tijd en ten tijde van de Verlichting. Zo pleitten diverse denkers voor absolute soevereiniteit / absolutisme van ofwel het staatshoofd ofwel het volk. Voorbeelden daarvan zijn Niccolò Machiavelli en Thomas Hobbes. Maar ook de Griekse denker Plato was al de mening aangedaan dat koning-filosofen de macht dienden te hebben.
Andere filosofen die zich met de fenomeen soevereiniteit of volkssoevereiniteit bezighielden, waren Verlichtingsfilosofen als John Locke, Jean-Jacques Rousseau en Charles Montesquieu.
Synoniemen voor soevereiniteit
Voor het woord soevereiniteit worden in het taalgebruik diverse synoniemen gebruikt. Bekende synoniemen zijn: hegemonie, alleenheerschappij, onafhankelijkheid, zelfstandigheid, opperheerschappij, suprematie, autonomie of zelfstandigheid.
Boek: Soevereiniteit en religie – Elco Bos
Lees ook: Hegemonie – betekenis en herkomst van het begrip
Of dit artikel: Regalia – symbolen van macht en waardigheid
Bronnen â–¼
Internet
-https://www.britannica.com/topic/sovereignty
-https://www.ensie.nl/betekenis/soevereiniteit
-https://synoniemen.net/index.php?zoekterm=soevereiniteit
-https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/het-belangrijkste-thema-van-de-politieke-filosofie-waaraan-ontlenen-de-over-ons-gestelden-hun-gezag~b187657c/