Het Stocletpaleis, een luxueuze villa aan de Tervurenlaan 279 in de Brusselse gemeente Sint-Pieters-Woluwe, ontworpen door de Oostenrijkse architect Josef Hoffmann (1870-1956) prijkt sinds juni 2009 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Het gebouw, een architecturale parel, wordt door velen beschouwd als Ć©Ć©n van de meest representatieve constructies eigen aan de āfin de siĆØcleā periode. Een kennismaking:
Bouwheer Adolphe Stoclet (1871-1949)
Na het vroegtijdig overlijden van zijn vader kwam de toen 33-jarige Adolphe in 1904 aan het hoofd te staan van de Generale Maatschappij van BelgiĆ«, op dat moment Ć©Ć©n van de grootste investeringsmaatschappijen en holdings van het land. In zijn nieuwe functie als directeur ontmoette hij tijdens een buitenlandse prospectiereis in Wenen de architect Josef Hoffmann, een bezieler van de kunstenaarsbeweging āWiener Secessionā1 en Ć©Ć©n van de oprichters van de āWiener WerkstƤtteā2. Stoclet, zelf een adept van experimentele kunstvormen en architectuur, vroeg de avant-gardistische Hoffmann plannen te ontwerpen voor een privĆ©residentie in Brussel. Hoffmann kreeg voor de uitvoering van het bouwproject ācarte blancheā en kon bovendien dankzij Stoclet over een ongelimiteerd budget beschikken. De werkzaamheden aan de villa startten al het jaar daarop en zes jaar later, in 1911, was het somptueuze gebouw klaar om bewoond te worden.
Stocletās privĆ©villa onder de loep
Het gebouw, gekenmerkt door zijn met marmerplaten bedekte gevelvlakken, valt op door het verfijnd samenspel van geometrische lijnpatronen en zijn kubusvormige volumeopbouw. Al even merkwaardig is de torenconstructie op de gevel, bekroond met een koepel en een monumentale koperen beeldengroep ontworpen door de Oostenrijkse beeldhouwer Franz Metzner (1870-1919). Het statige ingangsportiek is dan weer bovenaan versierd met een imponerend bronzen beeld van Pallas Athena, voorgesteld als de godin van de krijgskunst en patrones van de kunsten.
Ook voor de binnenhuisinrichting van het pand werden kosten noch moeite gespaard. Hoffmann aarzelde niet om gebruik te maken van de meest kostbare materialen zoals vergulde metalen, exotische houtsoorten en exclusieve lederwaren. Hij deed voor de afwerking onder meer een beroep op verschillende kunstenaars en ambachtslui van de āWiener WerkstƤtteā. Zo ontwierp de Weense schilder en tekenaar Gustav Klimt (1862-1918) de met bloemmotieven en gestileerde figuren versierde mozaĆÆekfriezen voor de eetkamer van de villa terwijl nog anderen zoals de beeldhouwer en keramist Richard Luksch (1872-1936) en de Belgische symbolistische schilder en graveur, Fernand Khnopff (1858-1921), instonden voor de verdere interieurdecoratie.
Het was net die onderlinge samenwerking tussen ontwerpers, kunstenaars en decorateurs waardoor het Stocletpaleis kon uitgroeien tot een perfect voorbeeld van een ātotaalkunstwerkā dat nu een unicum vormt binnen de moderne architectuur van Brussel.
Het Stocletpaleis: het verdere verhaal
In 2002 kwam de laatste bewoonster, Annie Stoclet-Geers, een schoondochter van wijlen Adolphe Stoclet op 94-jarige leeftijd te overlijden. Binnen de kortste keren ontspon zich tussen haar vier dochters en de Brusselse regering een hevige juridische strijd. Aanleiding voor het conflict: het beschikkingsrecht om de inboedel van de villa die op verscheidene miljoenen euroās werd geschat te mogen verkopen. Het probleem was dat het gebouw weliswaar reeds sinds maart 1976 bescherming genoot als monument, maar dat niet het geval was voor de huisraad. De overheid beschouwde echter de volledige inboedel samen met alle gebruiksvoorwerpen omwille van het architecturaal en decoratief concept als een integraal onderdeel van het ātotaalkunstwerkā eigen aan de villa. Uiteindelijk, zeer tegen de zin van de erfgenamen, bekrachtigde de Raad van State in 2011 de visie van de Brusselse regering om de volledige huisraad van het gebouw eveneens te beschermen en zo voor verkoop te behoeden.
De familie, verbolgen over deze beslissing, probeerde nadien nog de uitspraak van het rechtscollege aan te vechten, maar zonder succes. Enigszins als tegenzet, en ofschoon de woning als werelderfgoed door de Unesco erkend is, weigeren zij tot op heden om de villa open te stellen voor het publiek.
Boek: De eeuw van Brussel – Biografie van een wereldstad 1850-1914
2 – De āWiener WerkstƤtteā, een groep van vooruitstrevende kunstenaars, designers en ambachtslieden grotendeels ontstaan uit de āWiener Secessionā beweging, ontwikkelden op gebied van de kunstnijverheden en architectuur een geheel eigen stijl waarbij meubilair en allerlei bijpassende kunst- en gebruiksvoorwerpen zoals glaswerk, tafelbestek en zelfs juwelen werden ontworpen hetgeen de term āGesamtkunstwerkā of āTotaalkunstwerkā opleverde.