De Suezcrisis (1956)
In 1869 werd het Suezkanaal geopend, na tien lange jaren van noeste arbeid, gefinancierd door de Egyptische en Franse overheid. Het kanaal kwam onder beheer van de Suez Canal Company (of in het Frans: de Compagnie Universelle du Canal Maritime de Suez). Hoewel Franse investeerders het merendeel van de aandelen bezaten, had ook Egypte een significant belang in het bedrijf.
Direct na voltooiing was het Suezkanaal al van grote strategisch waarde. Het werd immers de snelste vaarroute tussen de Middellandse Zee enerzijds en de Rode Zee en de Indische Oceaan anderzijds. Voor de Europese grootmachten werd het zo gemakkelijker om hun koloniën te besturen, om overzeese handel te drijven en om olie te importeren vanuit het Midden-Oosten.
Britse greep op het kanaal
Eind negentiende eeuw verkocht Egypte, vanwege schulden en een zeurende financiële crisis, hun aandelen in de Suez Canal Company aan de Britten. Een oorlog tussen de Britten en de Egyptenaren in 1882 verstevigde de greep van de Britten op het Suezkanaal – en op Egypte in het algemeen – nog verder. Na die oorlog kwam het Egyptische landsbestuur namelijk de facto onder Brits gezag te staan. De Egyptische koning Faroek I werd een marionet van de Britse regering. Deze Britse bezetting van Egypte duurde tot 1952 – een belangrijk jaartal in de Egyptische geschiedenis.
In 1952 stond Egypte – net als het gehele Midden-Oosten – namelijk strak van de geopolitieke onrust. Op het wereldtoneel speelde natuurlijk de Koude Oorlog, wat wereldwijd voor enorme spanningen zorgen. Tegelijkertijd waren Arabisch-nationalisten verwikkeld in een strijd met zowel de Britse en Franse kolonisatoren als met de nieuwe staat Israël. En als kers op de taart was er in het Midden-Oosten een soort race naar de top gaande: iedere staat streefde naar het leiderschap in de regio. Kortom, Egypte schaakte op verschillende borden.
Staatsgreep
Die onrust mondde in 1952 uit in een staatsgreep. Circa driehonderd legerofficieren, verenigd in de door Gamal Abdel Nasser opgerichte Vrije Officieren, verwierpen de Britse invloed en grepen, op geweldloze manier, de macht. Marionet-koning Faroek I werd door de groep Arabisch-nationalisten aan de kant geschoven, waarmee een einde kwam aan de Britse bezetting van Egypte.
Na een aantal relatief stabiele jaren werd luitenant-kolonel Nasser in 1956 de leidende figuur in Egypte. Als officiële president voerde hij landhervormingen door, nationaliseerde hij grote banken, plaatste dertien nutsbedrijven onder staatstoezicht, herverdeelde het inkomen en maakte van veel industrie, waaronder de textiel en scheepvaart, staatseigendom. De socialistische trekjes in Nassers beleid zijn onmiskenbaar.
Antiwesters sentiment
In de jaren vijftig tierde het antiwesterse sentiment nog altijd welig in Egypte – dat hield Nasser maar wat graag in stand. Hij hekelde de koloniale politiek van het Verenigd Koninkrijk in het gehele Midden-Oosten, verafschuwde de internationale sympathie voor de staat Israël en steunde de onafhankelijkheidsstrijd van de Algerijnen tegen de Fransen.
Zijn belofte om Egypte definitief te bevrijden van de Britse imperialistische invloed werd door de Egyptenaren toegejuicht. Om die belofte kracht bij te zetten, wilde Nasser het Suezkanaal nationaliseren. Het Suezkanaal, het kunstmatige kanaal door Egypte dat de Middellandse Zee verbond met de Rode Zee, gold destijds, zoals gezegd, als een van de belangrijkste en drukte handelsroutes van de wereld.
De nationalisatie moest, zo hoopte Nasser, Egypte meer aanzien in het Midden-Oosten opleveren: Egypte, als het moedige, daadkrachtige voorbeeld, dat zich ontdeed van het neokoloniale juk en zich stevig opstelde ten opzichte van Israël. Bovendien zou nationalisatie van het Suezkanaal veel geld opleveren, waarmee Nasser enkele infrastructurele projecten kon financieren. Dat zou het prestige en de waardigheid van Egypte alleen maar verder doen toenemen.
Dat geld was in 1956 overigens hard nodig, want in datzelfde jaar hadden de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk geweigerd om, middels een lening, de bouw van de Aswandam op de Nijl te financieren. De westerse grootmachten vertikten het om die miljarden te betalen, omdat Egypte de communistische Volksrepubliek China officieel had erkend. Dat was, in het licht van de Koude Oorlog, een doorn in het oog van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De Sovjet-Unie bood daaropvolgend maar wat graag hulp aan de Egyptische regering door zwaar materiaal en techneuten te leveren. Door Egypte te ondersteunen bij het infrastructurele project hoopte de Sovjet-Unie voet in Afrika te krijgen.
Kortom: het Suezkanaal was een zeer belangrijke pion op het schaakbord van de geopolitieke machtsspelletjes.
Nationalisatie van het Suezkanaal
Op 26 juli 1956 was het dan zover. De president van Egypte, Gamal Abdel Nasser, zoon van een postbeambte en dus zoon van het volk, hield ten overstaan van een kwart miljoen Egyptenaren een brandende toespraak, waarin hij vaak refereerde aan Ferdinand de Lesseps, de Franse bouwer van het Suezkanaal. Die naam was het codewoord voor de Egyptische troepen om in actie te komen en het Suezkanaal te nationaliseren. En zo geschiedde.
Met name de Fransen en Engelsen waren, na Nassers nationalisatie van het Suezkanaal, in rep en roer. Voor hen was het onacceptabel dat de handelsroute – waarvan zij gedeeltelijk de eigenaar waren – kon worden afgesloten. Dat zou namelijk betekenen dat zij niet zomaar naar hun overzeese koloniën konden varen en, misschien nog wel belangrijker, het transport van olie naar Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk verhinderd kon worden.
Wanneer Egypte, naast het nationaliseren van het kanaal, ook nog eens zonder waarschuwing zou besluiten om het Suezkanaal geheel af te sluiten, zou dat de economie van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk enorm schaden. Niet alleen de economische belangen van het land en van individuele Brits-Franse aandeelhouders zouden in gevaar komen, maar ook de imagoschade was niet te overzien. Bovendien was Frankrijk bang dat Egypte de geldelijke opbrengsten van het kanaal zou gebruiken om de opstandelingen in Algerije, een kolonie van Frankrijk, te steunen.
Kortom, reden genoeg voor Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk om met een reactie te komen.
Reactie
In de Britse en Franse media werd Nassers nationalisatie van het Suezkanaal vergeleken met de werkwijze van Hitler. Zoals Hitler eerst Sudetenland losweekte van Tsjecho-Slowakije en het gebied vervolgens annexeerde, was Nasser er ongetwijfeld op uit om grote gebieden rondom Egypte in te nemen. Met dergelijke uitspraken hoopten de Britten en Fransen de publieke opinies aan hun zijde te vinden. Voor Israël voelde de vergelijking tussen Nasser en Hitler als een angstaanjagende, realistische mogelijkheid. Zij voelden de hete adem van Nasser in hun nek, ook omdat Egyptische troepen in de jaren vijftig regelmatig de grens met Israël bij de Sinaï overstaken.
Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk waren dus niet bepaald gecharmeerd van Nassers actie en wilden dat de nationalisatie werd teruggedraaid. Israël sloot zich daar – nu het land was afgesloten van de Rode Zee en de dreiging van Egypte voelde – graag bij aan. Al snel werd op hoog diplomatiek niveau gesproken over de kwestie. De VN belegde verschillende conferenties, maar besloot zich niet te mengen in het conflict. De kilte tussen Egypte, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Israël bleef, ondanks de vele conferenties, in de lucht hangen.
Militair ingrijpen
In het diepste geheim – zonder betrokkenheid van de VN – werden plannen gesmeed om het Suezkanaal met militair ingrijpen onder Britse en Franse controle te brengen. Twee Franse officials stelden een sluw plan aan de Britse premier Anthony Eden voor. Zij wilden Israël overhalen om Egypte binnen te vallen. De dreigende situatie die daarop volgde, gaf de Britten en Fransen de kans om zich als vredesbewakers op te werpen. Zij dienden zowel het Egyptische als het Israëlisch leger oproepen om de wapens neer te leggen en om hun soldaten terug te trekken van het Suezkanaal. Dat zou de Britten en de Fransen de perfecte kans geven om het Suezkanaal “tijdelijk” te bezetten. En natuurlijk om Nasser, de agressor, van het Egyptisch toneel te doen laten verdwijnen.
Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Israël bereikten uiteindelijk een akkoord over het plan, dat werd vastgelegd in het protocol van Sèvres. Onder de codenaam Operation Musketeers vielen op 29 oktober 1956 Israëlische troepen Egypte binnen. De inval verliep voorspoedig en de Israëliërs trokken zonder al te veel problemen door de Gazastrook en de Sinaïwoestijn – op weg naar het Suezkanaal. Daarbij werden de Israëlische troepen geholpen door de bombardementen op Egyptische, strategische doelen door hun coalitiepartners.
Nauwelijks een week later landden Franse en Britse parachutisten op Egyptisch grondgebied. De ‘vredesbewakers’ rukten, met gebruik van het nodige geweld, langs het Suezkanaal op om zogenaamd tussen de beide strijdende partijen te komen. Egyptische soldaten werden uitgeschakeld, en de Britten en Fransen namen strategische posities rondom het kanaal in.
‘Oorlog van het volk’
Nasser kampte met forse verliezen en besloot om de strijd met zowel Israël als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk tot een oorlog van het volk te verklaren. Egyptenaren werden opgeroepen om de vrijheid en het vaderland te verdedigen tegen deze onwettige inval. Nasser verstrekte wapens aan de vele, sterk verontwaardigde Egyptenaren. In plaats van Egyptische soldaten zagen de aarzelende Franse en Britse parachutisten nu uitzinnige – en gewapende! – burgers voor zich gesteld.
Tegelijkertijd bracht Nasser de veertig in het kanaal aanwezige schepen tot zinken, waardoor het kanaal afgesloten – en dus nutteloos – werd.
Suezcrisis: Amerikaanse veroordeling
In het Verenigd Koninkrijk protesteerde de bevolking fel tegen de inval. En ook een groot gedeelte van het parlement was verontwaardigd over de gang van zaken. De – toch al weinige – politieke steun brokkelde razendsnel af. Door Nassers acties, en het gebrek aan steun in hun eigen landen, zagen Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Israël dat hun plan in het nauw kwam.
Uiteindelijk liep het plan van het drietal uit op een regelrechte mislukking. De internationale grootmachten, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, veroordeelden Operation Musketeers in niet mis te verstane bewoordingen. De Sovjet-Unie, een uitgesproken bondgenoot van Nasser, sprak van een ‘koloniale invasie’ en de Russische premier Boelganin dreigde met de inzet van kernwapens. Ook de VS, in tegenstelling tot de Sovjet-Unie absoluut geen fan van Nasser, voelden zich genoodzaakt om de inval van Egypte te veroordelen. Bovendien dreigden de VS economische steun aan Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk stop te zetten. President Eisenhower dreigde zelfs de koers van de Britse pond te laten dalen, door het Amerikaanse aandeel in de munt in de uitverkoop te doen.
De Amerikaanse veroordeling van Operation Musketeers was niet uit de lucht gegrepen. Eind 1956 bestond namelijk de dreiging dat de Sovjet-Unie Hongarije binnen zou vallen. Het kon natuurlijk niet zo zijn dat de Verenigde Staten wél protesteerden tegen het binnenvallen van de Sovjet-Unie in Hongarije, maar, tegelijkertijd, de inval van Egypte door de Fransen en Britten zouden goedkeuren. Om niet van hypocrisie beticht te worden, moesten de Verenigde Staten zich wel uitspreken tegen de actie van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Israël, ook al zagen zij Nasser liever ook van het toneel verdwijnen.
Die sterke kritiek van de VS kwam de relatie tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk enerzijds en de VS anderzijds niet ten goede. Tegelijkertijd betekende de veroordeling het begin van het einde van Operation Musketeers.
Terugtrekking
Doordat de inval, op z’n zachtst gezegd, niet kon rekenen op internationale goedkeuring (laat staan steun), voelden de Britten, Fransen en Israëliërs zich genoodzaakt (nauwelijks een week na de daadwerkelijke inval) om hun aanval te staken en te onderhandelen met de Egyptenaren. De Britten en Fransen trokken eind 1956 hun troepen terug uit Egypte. De Britse militairen waren overigens, saillant detail, nét iets eerder dan de Fransen vertrokken – zonder hun Franse strijdmakkers te waarschuwen – waardoor de warme relatie tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ook sterk bekoelde. Troepen van de VN (de United Nations Emergency Force) werden vervolgens ingevlogen om de buffer tussen de Egyptenaren enerzijds en de Israëliërs anderzijds te handhaven. De terugtrekking van de Israëlische troepen volgde in het jaar erna.
Reputatieschade
De onbezonnen en niet-gesanctioneerde actie van de Britten en Fransen schaadden hun reputatie op het internationale toneel ernstig. Het was een blamage. Daarom betekent de Suezcrisis, volgens veel historici, het einde van de positie van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk als wereldspelers.
De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie namen het stokje van hen over. Doordat de Sovjet-Unie zich tijdens de Suezcrisis nadrukkelijk achter Egypte had geschaard, wist het communistische land een duurzaam bondgenootschap met Egypte te sluiten. Daardoor raakte het hele Midden-Oosten sterker meegesleurd in de Koude Oorlog.
Nasleep van de Suezcrisis
De afloop van de Suezcrisis pakte voor Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk niet best uit. Egypte kreeg de zeggenschap over het Suezkanaal terug, en het kanaal bleef (ook omdat er veel schepen tot zinken waren gebracht) nog lange tijd gesloten. De Sinaï bleef na de Suezcrisis gedemilitariseerd. Nasser werd in eigen land populairder dan ooit tevoren. De rol van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk op het wereldtoneel waren, zoals gezegd, uitgespeeld. En binnen het Atlantische bondgenootschap heerste wantrouwen en een crisissfeer.
Een definitieve vrede werd niet gesloten, waardoor de spanningen in de lucht bleven hangen. Met name Israël voelde zich sterk bedreigd door de Arabische landen, waaronder met name Egypte. Toen Nasser in 1967, als voorzorgsmaatregel tegen mogelijke Israëlische agressie, zijn leger de Sinaï liet binnentrekken, was het hek van de dam. De Zesdaagse Oorlog stond op het punt uit te breken…
Ook interessant: De Zesdaagse Oorlog (juni 1967)
…of: Het eerste Suezkanaal
Boek: 1956: de wereld in opstand