Mei 1914 wordt de Nederlands diplomaat Louis Westenenk naar Constantinopel gestuurd. Namens de Europese grootmachten heeft hij de opdracht gekregen om als inspecteur-generaal in Oost-Anatolië een semi-onafhankelijk gebied te besturen waar Armeniërs, onderdrukt door groeiend Turks nationalisme, hun toevlucht kunnen zoeken.
In Berlijn werd op 15 maart 1921 Talaat Pasja uit de weg geruimd. Hij was de voormalig grootvizier van het Ottomaanse Rijk en de belangrijkste architect van de Armeense Genocide.
Genocide is een berucht lastig te definiëren misdrijf, maar in elk geval hebben we te maken met een door een overheid – een koning, een generaal, een staat – geplande, systematisch uitroeiing van een groep onderdanen of een als vijandig beschouwde buitenlandse groep. De mensen worden zonder onderscheid gedood: mannen, vrouwen en kinderen. Ook culturele uitingen worden vernietigd. Alle definities
Het begrip genocide betekent letterlijk ‘volkerenmoord’. Hiervan is sprake als er systematisch en doelbewust een volk of een bevolkingsgroep wordt uitgeroeid. In de geschiedenis is er talloze malen sprake geweest van genocide.
In 1914 raakte Nederland actief betrokken bij de ‘Armeense kwestie’.
Paus Franciscus noemde het drama 'de eerste genocide van de twintigste eeuw'.
Voor de meeste volkeren is 24 april een datum die geen bijzondere betekenis heeft. Zo niet voor de Armeniërs, die op deze dag “de grote ramp” herdenken.