De man die de stofzuiger uitvond is de Engelse weg- en waterbouwkundige Hubert Booth. Hij deed zijn uitvinding in 1900. Volgens de overlevering vond hij het vreemd dat arbeiders met samengeperste lucht vuil van een treinwagon spoten, terwijl het stof daarna gewoon weer naar beneden kwam. Volgens Booth was het veel handiger om het stof op te zuigen en daarna in een zak op te vangen.
Hij ontwerpt daarom, samen met zijn vriend F.R. Simms, een apparaat met benzinemotor dat het vuil opzuigt door een filter. Erg handzaam was het apparaat echter nog niet. De stofzuiger was een kolossaal voertuig (zie afbeelding boven). Zijn landgenoten James M. Spangler en W. H. Hoover werken de uitvinding verder uit. In 1907 brengen ze de eerste elektrische stofzuiger op de markt. Het apparaat weegt dan maar liefst twintig kilo.
Erg populair is de stofzuiger aanvankelijk niet. De stofzuiger werkt op elektriciteit en dat hebben veel huizen nog niet. Booth begint daarom een schoonmaakbedrijf, Booth Vacuum Company, en zorgt ervoor dat er demonstraties aan huis gegeven worden. Dit blijkt te werken. In de eerste periode blijft de grote, logge stofzuiger overigens bij de klanten op de stoep staan. Van daaruit worden er vervolgens slangen door de ramen en deuren naar binnen gestoken. Die slangen heeft Booth expres doorzichtig gemaakt, zodat de klanten kunnen zien hoe het stof weg wordt gezogen.
De stofzuiger wint uiteindelijk aan populariteit. Na verloop van tijd worden ook steeds meer mensen op het elektriciteitsnet aangesloten. De stofzuigers worden vervolgens kleiner en handzamer waardoor mensen een eigen apparaat kunnen kopen, dat dus niet meer buiten op de stoep hoeft te blijven staan. De opkomst van het nieuwe apparaat zorgt ook voor een nieuw fenomeen: de stofzuigerverkoper aan huis.
Boek: 1001 Uitvindingen